Eerste blad    Vorig blad    Blad 43 van 163 bladen Volgend blad    Laatste blad

De Vocht, Nicolas. Hij woont Kasteel Trockart te Ulbeek. Zoon van Ridder De Vocht, Nicolas en De Ryckel, Elisabeth.
Gehuwd met Spriwaerts, Marie, overleden op 12‑07‑1673 te Ulbeek. Zij woonde Kasteel Trockart te Ulbeek.
 
Devocht, Nicolaus, overleden op 17‑03‑1738 te Borgloon (aktenummer: 3/345).
 
De Vocht, Nicolaus Franciscus Ludovicus, gedoopt op 15‑12‑1680 te Ulbeek (getuige(n): p: Ludovicus de Voort, m: domicella Antoinetta de Vocht) (aktenummer: 1A/117), overleden op 17‑03‑1738 te Borgloon op 57-jarige leeftijd (aktenummer: 3/345).
Gehuwd voor de kerk op 36-jarige leeftijd op 16‑02‑1717 te Borgloon (aktenummer: 3/006) met De Schleyden, Maria Isabella Ludovica, overleden op 10‑07‑1744 te Borgloon (aktenummer: 4/144, brontekst: De Sleyden Marie Isabelle Louise Veuve de Devoocht Nicolas.).
Uit dit huwelijk:
1.
v
De Vocht, Ludovica Isabella, gedoopt op 13‑07‑1719 te Borgloon (getuige(n): p: Gerardus de Vocht, m: Eva Sibilla van Aerdt) (aktenummer: 3/227), overleden op 21‑04‑1747 te Borgloon op 27-jarige leeftijd (aktenummer: 4/146, brontekst: De Vocht Louise Isabelle épouse de Tercaefs Jean.).
Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 03‑05‑1746 te Borgloon (getuige(n): Laurentius De Vocht, Guilielmus Raemaeckers en Helena Tercafs) (aktenummer: 4/005) met Tercaefs, Joannes Hubertus, 20 jaar oud.
{Hij is later gehuwd voor de kerk op 22-jarige leeftijd op 11‑02‑1748 te Borgloon (getuige(n): Nicolaus Lossing en Joaana Christina Monfort) (aktenummer: 4/007, brontekst: Anno 1748, 11 febr: joannes tercaefs et barbara ludovica vandernoot testibus nicolas lossing et joa christina monfort data dispensatione ep(iscopa)lica per nuntium colosiensem de 3 febr: currentis super 2do aequali affininitatis gradu.
Dus bloedverwanten in de 2de graad = volle neef en volle nicht.) met Vandernoot, Barbara Ludovica, 27 jaar oud, gedoopt op 05‑04‑1720 te Sint-Truiden (getuige(n): p: Rdus dnus Guilielmus Gerardus De Voocht, m: dlla Barbara Margaretha Vandernoot) (aktenummer: O/127,N-D, brontekst: H.Deleye, Handschrift Chr. Monfort, in: Vlaamse Stam, mei 1996, p.223 zegt: geboren te Sint-Truiden.), overleden op 19‑07‑1751 te Borgloon op 31-jarige leeftijd (aktenummer: 4/150, brontekst: Tercaefs Jean l'Epouse née Vandernoot Barbe Louise. 1752 19 julii barbara Ludovica vandernoot uxor d: joannis tercaefs figillisen (?).). In de ovl.akte van haar dochter Marie Christine Tercafs (+ Wellen 02-11-1810) zegt men dat zij ANNE ELISABETH Vandernoot heet, maar in haar eigen huwelijksakte (x Borgloon 11-02-1748) en in de doopakte van voornoemde dochter Marie Christine Tercafs (= Borgloon 12-05-1750) zegt men dat zij BARBARA LUDOVICA Vandernoot heet.}
2.
m
De Vocht, Laurentius Franciscus, gedoopt op 04‑12‑1720 te Borgloon (getuige(n): p: Rdus Dnus Franciscus Govars (geestelijk uit abdij Sint-Jacob te Luik), m: dlla Maria Noelmans) (aktenummer: 3/230, brontekst: Die 4 Xbris 1720 baptisatus est laurentius franciscus filius domicelli nicolai francisci de vocht et dna mariae isabella de sleijden coniugum...), overleden op 07‑04‑1786 te Borgloon op 65-jarige leeftijd (aktenummer: 5/178). In zijn huwelijksakte heet men hem nobilis dnus Laurentius Franciscus THEODORUS Devocht.
 
Pastoor en kanunnik Petrus Box schreef in het parochieregister n° 4, f.191, afdeling "Annotatio illegitimrum" op 05-01-1745 de volgende doopakte van een onwettig kind:
 
5 jan: 1745 baptiz: est isabella filia annae m: palmaers quae juxta relationem obstetricis nostre abiarum qs malierum in dolore paetus patrem cleclaravit Laurentium de vocht - illam suscep: cornelis lemmens et guilielmina palmers.
 
Isabella is een onwettig kind van Anna Maria Palmaers die aan de vroedvrouw tijdens haar barenweeën onthulde dat Laurentius de Vocht de vader van het kind is. Doopgetuigen waren Cornelius Lemmens en Guilielma Palmers.
 
Deze akte gaat schijnbaar verder met een nota waarin pastoor Petrus Box de voornoemde Laurentius de Vocht aangeduid wordt als vader van nog andere kinderen.
 
ipsum (hijzelf, Laurentius de Vocht) 30 jan: 1742 etiam patrem nominavit (ook wel vader genoemd van) anna cath: morel : et parum post (en kort daarna) anna heynen ex vechtmael ancilla in nirem : et anno 1743 in majo (?=?Groot-Loon) agnes janssen ex broukom ancilla i.sius.

Gehuwd voor de kerk (1) op 30-jarige leeftijd op 12‑11‑1751 te Borgloon (getuige(n): Arnoldus Josephus Proesmans, Joannes Vanroye en Magdalena Mattens) (aktenummer: 4/013, brontekst: Anno 1750 12 9bris nobilis dnus laurentius franciscus theodorus devocht et domlla catharina bohée, testibus d: arnoldo josepho proesmans, joes vanroye, magdalena mattens.) met Bohée, Catharina, overleden op 02‑11‑1760 te Borgloon (aktenummer: 4/156, brontekst: Bohée Catherine Epouse de Devocht N.N.).
Gehuwd (2) met Jans, Agnes.

Devocht, N.N., overleden op 30‑01‑1742 te Borgloon (aktenummer: 4/142).
 
Devocht, N.N., overleden op 30‑01‑1742 te Borgloon (aktenummer: 4/142).
 
De Voecht, Jacobus, overleden na 1712. Hij diende ook in het leger van de koning van Frankrijk en voerde het commando over het regiment "Brabant" (bron: J.Daris, Histoire de la bonne ville, de l'église et des comtes de Looz, 1865, tome 2, p.47). Kapitein in dienst van de prins-bisschop van Luik.
Gehuwd voor de kerk op 07‑07‑1695 te Borgloon (aktenummer: 2/193) met Vangudscoven, Oda Margaretha, overleden op 27‑07‑1712 te Borgloon (aktenummer: 3/322, brontekst: De Voeght Jacques l'Epouse née De Gutschoven Oda.).
Uit dit huwelijk:
1.
m
De Voecht, Christophorus Jacobus Guilielmus, gedoopt op 11‑03‑1696 te Borgloon (getuige(n): p: Nicolaus Van Gudscoven pro Jacobus de Voecht, m: Joanna Vangustscouven pro dlla Anthonia de Voecht) (aktenummer: 3/131), overleden op 11‑03‑1696 te Borgloon, 0 dagen oud (aktenummer: 3/298, brontekst: Overleden 10-03-1696, dus vooraleer gedoopt. Deze datums staan zo letterlijk in de klapper op de parochieregisters. Verbonden op basis van zijn unieke naam in de klapper op de PR van Borgloon.).
2.
m
De Voecht, Dionisius Guilielmus, gedoopt op 13‑11‑1697 te Borgloon (getuige(n): p: Dionisius Van Gudtscoven (schepen te Borgloon), m: Margaretha Van Hinnesdael) (aktenummer: 3/138), overleden op 28‑11‑1697 te Borgloon, 15 dagen oud (aktenummer: 3/300, brontekst: Zie ook J.Daris, Histoire de la bonne ville, de l'église et des comtes de Looz, 1865, tome 2, p.47, zegt: op jeugdige leeftijd overleden. Verbonden op basis van zijn unieke naam in de klapper op de PR van Borgloon.).

De Voordt, Edmundus, overleden op 30‑10‑1606, begraven te Hendrieken (in de kerk). Hij verheft de heerlijkheid Voort op 20 september 1565. Op 20 februari 1589 geeft de prinsbisschop aan de familie de Hulsberg toelating om te beschikken over de heerlijkheid Meldert. 't Is waarschijnlijk deze Edmond de Voort die de heerlijkheid koopt aangezien hij ook de titel "heer van Meldert" draagt. (10e) heer van Voort, ook heer van Meldert, "stathelder" van het graafschap Loon op 30-01-1584, "chavalier de Jérusalem" (Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem), lid van "Etat noble" van het prinsbisdom Luik. Zoon van De Voordt, Laurent en De Malborch, Jeanne.
Gehuwd voor de kerk op 16‑08‑1575 (brontekst: Het huwelijkscontract werd op die dag opgesteld.) met De Hulsberg dit Schaloen, Catharina, overleden circa 1606. Via haar kwam het goed Rullingen in handen van haar echtgenoot Edmond de Voort. Op 9 maart 1607 verdeelden haar kinderen hun erfenis; het goed Rullingen viel te beurt aan haar zoon Jean de Voordt. Zie J.Daris, Histoire de la bonne ville, ..., 1865, tome 2, p.134. [04e] dame van Rullingen. Dochter van De Hulsberg dit Schaloen, jonker Renier en Van den Kerkhove, Catharina.
Uit dit huwelijk:
1.
m
de Voordt, Richardus, overleden op 07‑08‑1653 te Borgloon (Rullingen) (brontekst: Volgens J.Daris, Histoire de la bonne ville, de l'église et des comtes de Looz, Gent 1865, deel 2, p.134: vóór 1654.). Door aankopen en erfenis, kreeg hij in 1619 ook de aandelen van zijn twee broers en zuster. In 1628 kocht hij ook nog de 2/7de van Jan en Jacob de Tollet, zodat hij 4/7 de van de heerlijkheid Meldert in zijn bezit had.
Hij ontvangt van zijn broer Jean de Voort de goederen te Rullingen onder Borgloon op 21 april 1618.
Rickhald van Voort was niet enkel heer van Meldert, maar ook nog heer van Rullingen.
Gedurende het bewind van Rickhald werd Meldert weer zwaar beproefd. In 1621 en 1622 krioelde het dorp en de omgeving van de soldaten. In 1623 kwam de verschrikkelijke pest weer terug en tegelijkertijd werd de bevolking geplaagd en geplunderd door voorbijtrekkende troepen, die geld en goederen opeisten in overvloed. Nadat in 1635 Lodewijk XIII met de Verenigde Provinciën een verbond had gesloten om de Spaanse Nederlanden onder elkaar te verdelen, werd het plunderen en verwoesten door de soldaten zo erg, dat de inwoners van Meldert verplicht waren schansen of vrijplaatsen op te werpen, waarheen zij met have en goed konden vluchten en zich verdedigen.
De eerste schans werd ingericht in 1640 in "Geenrode", op het goed dat thans aan de familie Aerts toebehoort. Enkele jaren later werd een tweede schans ingericht op het uiteinde van Schuilenbroek in de buurt van de oude "pannenwinning." .
Deze schansen waren omringd door een diepe watergracht, waarover een ophaalbrug toegang gaf tot de "voorschans" waar de portier woonde. Schansen vormden als het ware een eigen gemeenschap, die haar eigen wetten had en die onder het beheer stonden van twee "Schansmeesters" of "gouverneurs". Om de drie jaren werden zij gekozen door de "schansgezellen", die rekenschap over hun bestuur moesten geven. ../..
In elk gehucht bestond er ook nog een "rot" of gehuchtmeester. Hij moest de gezellen van het gehucht bevelen in naam van de schansmeesters. Onder de schansgezellen werden een kapitein, officieren, luitenanten, sergeanten en korporaals gekozen, die de nodige bevelen moesten geven in tijden van verdediging. De volstrekte gehoorzaamheid en de tucht werden afgedwongen door zware straffen, die konden opgelegd worden.
De inwoners van het gehucht Blanklaar waren aangewezen op de Kelbergse schans, die reeds bestond in het jaar 1629. Tot in de 19de eeuw werd deze schans nog steeds beheerd door twee schansmeesters, die opbrengsten verdeelden tussen de schansgezellen van Kelbergen en Blanklaar. De laatste schansmeesters waren Jozef Maes en Jozef Ceelen.
Anna van Voocht was in 1646 reeds weduwe. Zij liet in dat jaar het kasteel bouwen dat in 1871 afgebroken werd. Haar zoon, Jan Christoffel van Voort kocht op 7 januari 1646 de grond van een zekere Jan 's Hertogen, die toen op de schans woonde.
Na het verdrag van 1648 dat werd gesloten tussen Spanje en de Nederlanden, overspoelde Lorreinse, Kroatische en Spaanse soldaten als echte bandieten onze streken. Zij bezondigde zich aan de grootste buitensporigheden. Meldert ging gebukt onder de onverzadigbare eisen van deze woestelingen. Daarenboven zorgde ongehoorde belastingen ervoor dat het dorp verviel in zijn meest hachelijke toestand. Behalve het afstaan van talrijke goederen kostte die bendes onze gemeente 1000 gulden. Om daaraan te voldoen moest de gemeente een extra belasting heffen, die elke inwoner 5 gulden en 4 stuivers per bunder land kostte.
De baron van Vogelsanck bewees ons dorp grote diensten doordat hij de wegen min of meer veilig maakte. In 1650 kwamen diezelfde troepen echter terug en het kostte de gemeente weer honderden guldens en de levering van talrijke goederen om deze bandieten tevreden te stellen. Ondertussen werden een paar boden naar Paal gestuurd om hulp te vragen. En weldra waanden de dorpsbewoners zich sterk genoeg om de vijanden uit het dorp te verdrijven. Maar daarmee was de miserie niet voorbij. Ofschoon de bevolking al helemaal uitgebuit was, moest er nog een geldinzameling worden gehouden om te voldoen aan de Luikse belastingen. Bovendien moest de gemeente nog een schuld maken van 1927 gulden. Nochtans bedroeg het geld voor de inwoners 104 gulden per kop; de beestenschatting bracht 387 gulden op. Voor een paard, een os of een koe betaalde men 1 gulden; voor een veulen en een rund de helft en voor een schaap 2 stuivers.
De volgende jaren bleven de stroperijen maar voortduren. De ene bende na de andere viel de reeds verarmde bewoners op de nek. De gemeentekas werd uitgeput tot op de bodem.
Onze slotvoogdes, die in de winter van het jaar 1653 haar intrek had genomen in Meldert, keerde op het einde van de lente terug naar het adellijke kasteel van Rullingen. Zij stierf er op 7 augustus van het jaar 1653.
(bron: http://www.mbmeldert.be/geschiedenis-van-meldert. Overgenomen en vertaald uit het "REGISTRUM ARCHIVALE PAROCHIAE de MELDERT" van EH Adolphe GIOT, pastoor in 1898, door Louis VRANCKX).
 
Ook te Rullingen had hij het aan de stok met de gemeente Borgloon, deze keer in verband met de gemeentebelastingen. Richard de Voordt stelde dat zijn goed Rullingen een heerlijkheid was. Als volledig onafhankelijk gebied diende Rullingen geen enkele gemeentelijke aanlag opgelegd te krijgen. Op 18 juni 1618 erkende hij burger te zijn van Borgloon en aan alle gemeentelijke lasten te voldoen.
[06e] heer Rullingen onder Borgloon en ook heer van Meldert, woonde op 01‑01‑1620 Rullingen te Borgloon. De middeleeuwse sterkte werd, wellicht tussen 1623 en 1638, vervangen door een typisch Maaslands waterkasteel. Het bestond uit een U-vormig neerhof en een L-vormig herenhuis met uitspringende, vierkante hoektoren.
Gehuwd voor de kerk op 30‑11‑1612 te Sint-Truiden (aktenummer: ND/1/193) met De Vocht, Anna, overleden op 18‑04‑1654 te Borgloon (aktenummer: 2/228). Dame van Meldert en Rullingen onder Borgloon, woonde op 15‑01‑1618 Rullingen te Borgloon. Dochter van Ridder De Vocht, Nicolas en De Ryckel, Elisabeth.
2.
m
de Voordt, Jean, overleden op 20‑05‑1618, begraven te Hendrieken (kerk). Hij erft van zijn vader de gronden van Rullingen onder Borgloon en laat die op 21 april 1618 aan zijn broer Richard de Voort. [05e] heer van Rullingen.
3.
m
de Voordt, Conrard. Hij sticht op 22 augustus 1622 drie kapellen, één op het kasteel van Voort, één op het kasteel vanRullingen en een derde op het kasteel van Mianoye.
4.
m
de Voordt, Erardus, overleden circa 1644, begraven te Hendrieken (brontekst: In de kerk begraven.). Op 13 maart 1607 maakte hij het relief van de heerlijkheid Voort. (11e) heer van Voort, lid van de Edele Leenzaal van Kuringen.
Gehuwd voor de kerk ??‑??‑1612 met De Mombeeck, Joanna.
5.
v
de Voordt, Jeanne.
Gehuwd voor de kerk op 24‑02‑1609 met Des Prez de Barchon, Thiry. Heer van Mianoye.

De Voordt, Erardus, overleden circa 1644, begraven te Hendrieken (brontekst: In de kerk begraven.). Op 13 maart 1607 maakte hij het relief van de heerlijkheid Voort. (11e) heer van Voort, lid van de Edele Leenzaal van Kuringen. Zoon van De Voordt, Edmundus en De Hulsberg dit Schaloen, Catharina.
Gehuwd voor de kerk ??‑??‑1612 met De Mombeeck, Joanna.
Uit dit huwelijk:
1.
v
de Voordt, Joanna, gedoopt op 07‑03‑1621, overleden op 24‑01‑1685 op 63-jarige leeftijd.
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 05‑08‑1652 met Baron de Mettecoven, Claudius Waltherus.

De Voordt, Laurent, overleden voor 1557. Deze Luikenaar verandert zijn naam "le Cockin" in "de Voort". Hij laat zijn goederen aan zijn zoon Edmond de Voordt. (9e) heer van Voort.
Gehuwd voor de kerk op 05‑02‑1534 met De Malborch, Jeanne. De kinderen van Jean de Malborch delen op 22 september 1565. Jeanne de Malborch krijgt de heerlijkheid Voort. (9e) dame van Voort.
Uit dit huwelijk:
1.
m
de Voordt, Edmundus, overleden op 30‑10‑1606, begraven te Hendrieken (in de kerk). Hij verheft de heerlijkheid Voort op 20 september 1565. Op 20 februari 1589 geeft de prinsbisschop aan de familie de Hulsberg toelating om te beschikken over de heerlijkheid Meldert. 't Is waarschijnlijk deze Edmond de Voort die de heerlijkheid koopt aangezien hij ook de titel "heer van Meldert" draagt. (10e) heer van Voort, ook heer van Meldert, "stathelder" van het graafschap Loon op 30-01-1584, "chavalier de Jérusalem" (Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem), lid van "Etat noble" van het prinsbisdom Luik.
Gehuwd voor de kerk op 16‑08‑1575 (brontekst: Het huwelijkscontract werd op die dag opgesteld.) met De Hulsberg dit Schaloen, Catharina, overleden circa 1606. Via haar kwam het goed Rullingen in handen van haar echtgenoot Edmond de Voort. Op 9 maart 1607 verdeelden haar kinderen hun erfenis; het goed Rullingen viel te beurt aan haar zoon Jean de Voordt. Zie J.Daris, Histoire de la bonne ville, ..., 1865, tome 2, p.134. [04e] dame van Rullingen. Dochter van De Hulsberg dit Schaloen, jonker Renier en Van den Kerkhove, Catharina.

De Voordt, Nicolaus, overleden op 22‑05‑1690 te Meldert, begraven te Meldert (in de kerk). Op 16 maart 1683 kocht hij voor 10.000 florijnen het erfdeel van Victoire de Hulsberg x Conrard de Voort. Hij draagt sinds toen de titel "heer van Meldert".
 
In 1658 werd in Meldert een kapelaan aangesteld. Reeds twee jaren vroeger, in 1656, had de landdeken van het concilie van Beringen, die toen pastoor van Zelem was, per testament een jaarlijks bedrag van 100 gulden overgemaakt om in de parochiale kerk van Meldert een vroegmis te lezen.
(Er bestond dus in die tijd reeds een eenvoudige eenbeukige kerk in Meldert, maar deze kerk had nog geen toren, zoals we verder zullen lezen. - NvdR)
In 1665 huwde Niklaas van Voordt dame Eva Sybilla Theresia de Puytlinck, vrouwe van Terbiest bij Sint-Truiden.
Ondertussen had de gemeente Meldert reeds drie jaren de "fiscaal" van Beringen, een ambtenaar van de Aartsdiaken van de Kempen, met geschenken weten te paaien, telkens hij er op aandrong de werken voor de bouw van de kerktoren op te starten. In 1666 begonnen een aantal inwoners dan toch met het kappen van stenen in de groeve van Kelberg. Maar helemaal opgebouwd werd de toren echter niet, want 10 jaar later, in 1676 drong de Aartsdiaken van de Kempen er nog steeds op aan om de werken aan de toren af te ronden. Tevergeefs, want er was geen geld: de gemeente zat tot over haar oren in de schulden omdat zij vooral te lijden had van rondtrekkende bendes, die steeds maar geld en goederen opeisten.
In 1672 had Lodewijk XIV (6) de noordelijke Provincies veroverd, maar hij werd daar spoedig uit verdreven door Spaanse en Duitse troepen.
De schrik voor al deze rondtrekkende krijgsbendes was zo groot, dat de inwoners van Meldert op alle toegangswegen barricaden oprichtten. Met hun kostbaarste bezittingen vluchtten zij naar Diest.
Helaas, al deze maatregelen konden de Franse troepen niet beletten door het dorp te trekken. In 1675 kwamen zij uit het Noorden naar onze streken afgezakt; maar ook de naderende Spaanse en Duitse soldaten boezemden de dorpelingen veel schrik in. Zij besloten met hun vee en al hun hebben en houden naar DIEST te vluchten. (Diest was in die periode een versterkte stad met poorten en schansen - LV).
Meer dan een jaar lang werden onze streken en dorpen platgelopen door soldatenbendes van allerlei pluimage. Zij vielen de bevolking lastig en joegen hen op kosten door hen hun onderkomen en proviand te doen betalen
Het volgende jaar was het nog erger: Meldert werd door de troepen van de Prins van Oranje (7), die in Hasselt gelegerd waren, totaal uitgehongerd. De burgemeester werd in hechtenis genomen, omdat hij de "krijgsbelastingen" niet meer kon betalen. Het belette de Hollanders niet om later in het dorp te komen kamperen. De belastingen stegen tot 5066 gulden en nog was de gemeente verplicht tot tweemaal toe nieuwe leningen aan te gaan.
Niettegenstaande de gemeente een eigen burgerwacht moest huren, om de schansen voor plundering te behoeden, werd zij gedwongen extra manschappen naar Hasselt te sturen om daar wacht te gaan lopen. Daarbij voegde zich nog de overlast voor de kar- en paardendiensten, die moesten instaan voor het vervoer van voedsel en van materiaal voor het herstellen van de vernielde vestingen in Hasselt en Maastricht. Het dagloon voor deze voerlieden bedroeg 100 gulden, geld dat ten laste kwam van de gemeente.
En ondanks al deze miserie en armoede, werden de inwoners verplicht om een vreugdefeest te houden om de overwinning van de christelijke legers op de Turken te vieren. Het spreekt vanzelf dat men hier weinig lust had om vreugdevuren te stoken en de inwoners op enkele vaten bier te trakteren.
De jaren 1677 en 1678 waren al even noodlottig. Jan Sneyers werd te Hasselt in hechtenis genomen door baron de Mirbach, commandant van het Franse garnizoen aldaar. De Fransen zelf kwamen een onderzoek doen in het dorp om na te gaan waarom de opgeëiste sommen niet betaald werden. Jan Aerts en Peter Mariên werden als gijzelaars meegenomen en pas later vrij gelaten nadat de gemeente een losgeld van meer dan 1000 gulden had betaald. Daarenboven moesten de inwoners zware belastingen betalen en de gemeentekas werd nog eens 3049 gulden lichter gemaakt.
De rondtrekkende krijgsbendes waren een echte plaag. Zij waren van allerlei slag en nationaliteit, maar eisten steevast hoge sommen geld van de reeds erg geplaagde bevolking. Vooral de Fransen waren de grootste uitbuiters; de gemeente moest opnieuw voor 4000 gulden in hun legering tussen komen.
Na het sluiten van het Verdrag van Nijmegen in 1678 werden de verenigde legers ontbonden en kwam er eindelijk wat rust in onze dorpen. Maar niet voor lang echter: in 1683 moest Meldert opnieuw manschappen leveren voor een sterke burgerwacht in Kuringen en Tessenderlo.
Ondertussen werd de pastorij van Meldert, die helemaal vervallen was, hersteld en ook aan de kerk werden herstellingen uitgevoerd.
De Aartsdeken van de Kempen begon ook opnieuw brieven te schrijven, waarin hij aandrong op het voltooien van de kerktoren. Maar de gemeente was nog te arm, om deze kosten nu al te dragen en het is pas in 1715, vijftig jaar nadat men met de werken begonnen was, dat de spits op de toren kon gezet worden.
De kostelijke rechtszaak, die in 1663 aangespannen was door de inwoners van Meldert tegen hun heer, Niklaas van Voordt, werd in 1687 beslecht. De inwoners betwistten daarin een aantal voorrechten, die zij hun heer niet gunden. Na de uitspraak verkregen de inwoners dat "zij niet meer ter molen zouden gebannen zijn". Het recht van de banmolen verleende aan de heer van Meldert het monopolie over het malen van het graan, waarvan hij het loon willekeurig kon vaststellen. Door deze beslissing verloor de heer aldus een grote kans om munt te slaan uit het malen.
Op 28 april 1690 overleed te Meldert de echtgenote van Niklaas van Voordt; hij zelf stierf nog geen maand later op 22 mei 1690. Zij werden samen aan de voet van het hoofdaltaar in de kerk begraven. Hun grafsteen waarop niet minder dan tien kwartieren (familiewapens - LV) zijn gebeiteld, wordt nog steeds in onze kerk bewaard.
(bron: http://www.mbmeldert.be/geschiedenis-van-meldert. Overgenomen en vertaald uit het "REGISTRUM ARCHIVALE PAROCHIAE de MELDERT" van EH Adolphe GIOT, pastoor in 1898, door Louis VRANCKX).
Heer van Meldert sinds 13-03-1683. Zoon van De Voordt, Richardus en De Vocht, Anna.
Gehuwd voor de kerk op 26‑09‑1665 met De Puytlinck, Sibilla Eva Theresia, overleden op 28‑04‑1690 te Meldert. Dame van Terbiest.
Uit dit huwelijk:
1.
v
de Voort, Maria Theresia, geboren estim 1679, overleden op 04‑02‑1730. Zij erft het kasteel van Rullingen onder Borgloon samen met enkel gronden aldaar van haar ongehuwde oom Louis Ernest de Voort die lid was van de edele leenzaal van Kuringen en die stierf op 16-08-1702. Hij liet al zijn bezittingen aan de kinderen van zijn broer Nicolas de Voort. [08e] dame van Rullingen onder Borgloon, woonde op 04‑02‑1704 Rullingen te Borgloon.
Gehuwd voor de kerk op 04‑02‑1704 te Borgloon (aktenummer: 2/206) met Baron de Lardenoy de Ville, Guilielmus Ernestus, 29 jaar oud.
2.
v
barones de Voordt, Christina Margaretha, overleden op 09‑12‑1753 te Borgloon (aktenummer: 4/151, brontekst: ... sepulta in Berlingen ... De Segraet Richard la Veuve née Devoordt Christine Marguerite.), begraven te Berlingen. [09e] dame van Rullingen, woonde op 09‑12‑1753 Rullingen (kasteel) te Borgloon. Zij komt rond 1713 tot aan haar dood in 1753 wonen te Rullingen onder Borgloon. Zij woonde dus aldaar ook op 10-10-1714.
N.B. Het kasteel van Rullingen werd nochtans destijds geërfd door haar zus Marie Therese de Voort x Lardinois de Ville.

Gehuwd voor de kerk op 12‑04‑1703 te Borgloon (aktenummer: 2/203, brontekst: In het bestand Berlingen zegt men: gehuwd te Berlingen (!).) met Baron de Zegraedt, Richardus, 26 jaar oud.
3.
m
de Voordt, Richard Theodore, overleden op 09‑08‑1676 te Borgloon (aktenummer: 2/264, brontekst: ...humatus in Berlingen ...), begraven te Berlingen. Hij woonde op 09‑08‑1676 Rullingen (kasteel) te Borgloon.
4.
v
de Voordt, Eva Félicitas Perpetua, overleden op 10‑09‑1760 te Leut (brontekst: Zie ook De navorscher, p 45, 1950.).
Gehuwd met Van Oeyen, Seger Wilhelm, gedoopt op 06‑03‑1654 te Venlo (NL), overleden op 05‑02‑1742 te Leut op 87-jarige leeftijd.

De Voordt, Richardus, overleden op 07‑08‑1653 te Borgloon (Rullingen) (brontekst: Volgens J.Daris, Histoire de la bonne ville, de l'église et des comtes de Looz, Gent 1865, deel 2, p.134: vóór 1654.). Door aankopen en erfenis, kreeg hij in 1619 ook de aandelen van zijn twee broers en zuster. In 1628 kocht hij ook nog de 2/7de van Jan en Jacob de Tollet, zodat hij 4/7 de van de heerlijkheid Meldert in zijn bezit had.
Hij ontvangt van zijn broer Jean de Voort de goederen te Rullingen onder Borgloon op 21 april 1618.
Rickhald van Voort was niet enkel heer van Meldert, maar ook nog heer van Rullingen.
Gedurende het bewind van Rickhald werd Meldert weer zwaar beproefd. In 1621 en 1622 krioelde het dorp en de omgeving van de soldaten. In 1623 kwam de verschrikkelijke pest weer terug en tegelijkertijd werd de bevolking geplaagd en geplunderd door voorbijtrekkende troepen, die geld en goederen opeisten in overvloed. Nadat in 1635 Lodewijk XIII met de Verenigde Provinciën een verbond had gesloten om de Spaanse Nederlanden onder elkaar te verdelen, werd het plunderen en verwoesten door de soldaten zo erg, dat de inwoners van Meldert verplicht waren schansen of vrijplaatsen op te werpen, waarheen zij met have en goed konden vluchten en zich verdedigen.
De eerste schans werd ingericht in 1640 in "Geenrode", op het goed dat thans aan de familie Aerts toebehoort. Enkele jaren later werd een tweede schans ingericht op het uiteinde van Schuilenbroek in de buurt van de oude "pannenwinning." .
Deze schansen waren omringd door een diepe watergracht, waarover een ophaalbrug toegang gaf tot de "voorschans" waar de portier woonde. Schansen vormden als het ware een eigen gemeenschap, die haar eigen wetten had en die onder het beheer stonden van twee "Schansmeesters" of "gouverneurs". Om de drie jaren werden zij gekozen door de "schansgezellen", die rekenschap over hun bestuur moesten geven. ../..
In elk gehucht bestond er ook nog een "rot" of gehuchtmeester. Hij moest de gezellen van het gehucht bevelen in naam van de schansmeesters. Onder de schansgezellen werden een kapitein, officieren, luitenanten, sergeanten en korporaals gekozen, die de nodige bevelen moesten geven in tijden van verdediging. De volstrekte gehoorzaamheid en de tucht werden afgedwongen door zware straffen, die konden opgelegd worden.
De inwoners van het gehucht Blanklaar waren aangewezen op de Kelbergse schans, die reeds bestond in het jaar 1629. Tot in de 19de eeuw werd deze schans nog steeds beheerd door twee schansmeesters, die opbrengsten verdeelden tussen de schansgezellen van Kelbergen en Blanklaar. De laatste schansmeesters waren Jozef Maes en Jozef Ceelen.
Anna van Voocht was in 1646 reeds weduwe. Zij liet in dat jaar het kasteel bouwen dat in 1871 afgebroken werd. Haar zoon, Jan Christoffel van Voort kocht op 7 januari 1646 de grond van een zekere Jan 's Hertogen, die toen op de schans woonde.
Na het verdrag van 1648 dat werd gesloten tussen Spanje en de Nederlanden, overspoelde Lorreinse, Kroatische en Spaanse soldaten als echte bandieten onze streken. Zij bezondigde zich aan de grootste buitensporigheden. Meldert ging gebukt onder de onverzadigbare eisen van deze woestelingen. Daarenboven zorgde ongehoorde belastingen ervoor dat het dorp verviel in zijn meest hachelijke toestand. Behalve het afstaan van talrijke goederen kostte die bendes onze gemeente 1000 gulden. Om daaraan te voldoen moest de gemeente een extra belasting heffen, die elke inwoner 5 gulden en 4 stuivers per bunder land kostte.
De baron van Vogelsanck bewees ons dorp grote diensten doordat hij de wegen min of meer veilig maakte. In 1650 kwamen diezelfde troepen echter terug en het kostte de gemeente weer honderden guldens en de levering van talrijke goederen om deze bandieten tevreden te stellen. Ondertussen werden een paar boden naar Paal gestuurd om hulp te vragen. En weldra waanden de dorpsbewoners zich sterk genoeg om de vijanden uit het dorp te verdrijven. Maar daarmee was de miserie niet voorbij. Ofschoon de bevolking al helemaal uitgebuit was, moest er nog een geldinzameling worden gehouden om te voldoen aan de Luikse belastingen. Bovendien moest de gemeente nog een schuld maken van 1927 gulden. Nochtans bedroeg het geld voor de inwoners 104 gulden per kop; de beestenschatting bracht 387 gulden op. Voor een paard, een os of een koe betaalde men 1 gulden; voor een veulen en een rund de helft en voor een schaap 2 stuivers.
De volgende jaren bleven de stroperijen maar voortduren. De ene bende na de andere viel de reeds verarmde bewoners op de nek. De gemeentekas werd uitgeput tot op de bodem.
Onze slotvoogdes, die in de winter van het jaar 1653 haar intrek had genomen in Meldert, keerde op het einde van de lente terug naar het adellijke kasteel van Rullingen. Zij stierf er op 7 augustus van het jaar 1653.
(bron: http://www.mbmeldert.be/geschiedenis-van-meldert. Overgenomen en vertaald uit het "REGISTRUM ARCHIVALE PAROCHIAE de MELDERT" van EH Adolphe GIOT, pastoor in 1898, door Louis VRANCKX).
 
Ook te Rullingen had hij het aan de stok met de gemeente Borgloon, deze keer in verband met de gemeentebelastingen. Richard de Voordt stelde dat zijn goed Rullingen een heerlijkheid was. Als volledig onafhankelijk gebied diende Rullingen geen enkele gemeentelijke aanlag opgelegd te krijgen. Op 18 juni 1618 erkende hij burger te zijn van Borgloon en aan alle gemeentelijke lasten te voldoen.
[06e] heer Rullingen onder Borgloon en ook heer van Meldert, woonde op 01‑01‑1620 Rullingen te Borgloon. De middeleeuwse sterkte werd, wellicht tussen 1623 en 1638, vervangen door een typisch Maaslands waterkasteel. Het bestond uit een U-vormig neerhof en een L-vormig herenhuis met uitspringende, vierkante hoektoren. Zoon van De Voordt, Edmundus en De Hulsberg dit Schaloen, Catharina.
Gehuwd voor de kerk op 30‑11‑1612 te Sint-Truiden (aktenummer: ND/1/193) met De Vocht, Anna, overleden op 18‑04‑1654 te Borgloon (aktenummer: 2/228). Dame van Meldert en Rullingen onder Borgloon, woonde op 15‑01‑1618 Rullingen te Borgloon. Dochter van Ridder De Vocht, Nicolas en De Ryckel, Elisabeth.
Uit dit huwelijk:
1.
v
de Voordt, Elisabeth, gedoopt op 18‑01‑1614 te Borgloon (getuige(n): p: Erardus de Voort, m: (?)) (aktenummer: 1/002, brontekst: Moeder heet N.N. N.N.).
2.
v
de Voordt, Anna Maria, geboren op 13‑01‑1618 te Borgloon (kasteel Rullingen), gedoopt op 15‑01‑1618 te Borgloon (getuige(n): p: Carolus de Vocht (kanunnik van de H. Maria te Sint-Truiden, broer van de moeder), m: jonkvrouw Joanna Omael (echtg. van Bernard opt Haechbrouck)) (aktenummer: 1/010, brontekst: De doop werd gehouden in Berlingen omdat het kind wegens ..... (weersomstandigheden?) niet naar Borgloon kon gebracht worden. Doopakte getekend: Andreas van Corswarem, pastoor te Borgloon.). Zij woont op 15‑01‑1618 kasteel Rullingen te Borgloon.
3.
v
de Voordt, naamloos meisje, gedoopt op 01‑01‑1620 te Borgloon (aktenummer: 1/025). Zij woont op 01‑01‑1620 Rullingen te Borgloon.
4.
m
de Voordt, Christophorus, gedoopt op 07‑09‑1622 te Borgloon (aktenummer: 1/045), overleden op 03‑10‑1676 te Borgloon op 54-jarige leeftijd (aktenummer: 2/268, brontekst: de Rulingen ... humutus in ecclia de Berlingen ...), begraven te Berlingen. Hij woonde op 03‑10‑1676 Rullingen te Borgloon.
5.
m
De Voert, Theodorus, gedoopt op 15‑02‑1628 te Borgloon (aktenummer: 1/075).
6.
v
de Reulingen, Catharina, gedoopt op 04‑07‑1632 te Borgloon (getuige(n): p: Conrard (filius domini de Vort)) (aktenummer: 1/131, brontekst: Dochter van Richardus De Reulingen x N.N. N.N.).
7.
m
de Voordt, Nicolaus, overleden op 22‑05‑1690 te Meldert, begraven te Meldert (in de kerk). Op 16 maart 1683 kocht hij voor 10.000 florijnen het erfdeel van Victoire de Hulsberg x Conrard de Voort. Hij draagt sinds toen de titel "heer van Meldert".
 
In 1658 werd in Meldert een kapelaan aangesteld. Reeds twee jaren vroeger, in 1656, had de landdeken van het concilie van Beringen, die toen pastoor van Zelem was, per testament een jaarlijks bedrag van 100 gulden overgemaakt om in de parochiale kerk van Meldert een vroegmis te lezen.
(Er bestond dus in die tijd reeds een eenvoudige eenbeukige kerk in Meldert, maar deze kerk had nog geen toren, zoals we verder zullen lezen. - NvdR)
In 1665 huwde Niklaas van Voordt dame Eva Sybilla Theresia de Puytlinck, vrouwe van Terbiest bij Sint-Truiden.
Ondertussen had de gemeente Meldert reeds drie jaren de "fiscaal" van Beringen, een ambtenaar van de Aartsdiaken van de Kempen, met geschenken weten te paaien, telkens hij er op aandrong de werken voor de bouw van de kerktoren op te starten. In 1666 begonnen een aantal inwoners dan toch met het kappen van stenen in de groeve van Kelberg. Maar helemaal opgebouwd werd de toren echter niet, want 10 jaar later, in 1676 drong de Aartsdiaken van de Kempen er nog steeds op aan om de werken aan de toren af te ronden. Tevergeefs, want er was geen geld: de gemeente zat tot over haar oren in de schulden omdat zij vooral te lijden had van rondtrekkende bendes, die steeds maar geld en goederen opeisten.
In 1672 had Lodewijk XIV (6) de noordelijke Provincies veroverd, maar hij werd daar spoedig uit verdreven door Spaanse en Duitse troepen.
De schrik voor al deze rondtrekkende krijgsbendes was zo groot, dat de inwoners van Meldert op alle toegangswegen barricaden oprichtten. Met hun kostbaarste bezittingen vluchtten zij naar Diest.
Helaas, al deze maatregelen konden de Franse troepen niet beletten door het dorp te trekken. In 1675 kwamen zij uit het Noorden naar onze streken afgezakt; maar ook de naderende Spaanse en Duitse soldaten boezemden de dorpelingen veel schrik in. Zij besloten met hun vee en al hun hebben en houden naar DIEST te vluchten. (Diest was in die periode een versterkte stad met poorten en schansen - LV).
Meer dan een jaar lang werden onze streken en dorpen platgelopen door soldatenbendes van allerlei pluimage. Zij vielen de bevolking lastig en joegen hen op kosten door hen hun onderkomen en proviand te doen betalen
Het volgende jaar was het nog erger: Meldert werd door de troepen van de Prins van Oranje (7), die in Hasselt gelegerd waren, totaal uitgehongerd. De burgemeester werd in hechtenis genomen, omdat hij de "krijgsbelastingen" niet meer kon betalen. Het belette de Hollanders niet om later in het dorp te komen kamperen. De belastingen stegen tot 5066 gulden en nog was de gemeente verplicht tot tweemaal toe nieuwe leningen aan te gaan.
Niettegenstaande de gemeente een eigen burgerwacht moest huren, om de schansen voor plundering te behoeden, werd zij gedwongen extra manschappen naar Hasselt te sturen om daar wacht te gaan lopen. Daarbij voegde zich nog de overlast voor de kar- en paardendiensten, die moesten instaan voor het vervoer van voedsel en van materiaal voor het herstellen van de vernielde vestingen in Hasselt en Maastricht. Het dagloon voor deze voerlieden bedroeg 100 gulden, geld dat ten laste kwam van de gemeente.
En ondanks al deze miserie en armoede, werden de inwoners verplicht om een vreugdefeest te houden om de overwinning van de christelijke legers op de Turken te vieren. Het spreekt vanzelf dat men hier weinig lust had om vreugdevuren te stoken en de inwoners op enkele vaten bier te trakteren.
De jaren 1677 en 1678 waren al even noodlottig. Jan Sneyers werd te Hasselt in hechtenis genomen door baron de Mirbach, commandant van het Franse garnizoen aldaar. De Fransen zelf kwamen een onderzoek doen in het dorp om na te gaan waarom de opgeëiste sommen niet betaald werden. Jan Aerts en Peter Mariên werden als gijzelaars meegenomen en pas later vrij gelaten nadat de gemeente een losgeld van meer dan 1000 gulden had betaald. Daarenboven moesten de inwoners zware belastingen betalen en de gemeentekas werd nog eens 3049 gulden lichter gemaakt.
De rondtrekkende krijgsbendes waren een echte plaag. Zij waren van allerlei slag en nationaliteit, maar eisten steevast hoge sommen geld van de reeds erg geplaagde bevolking. Vooral de Fransen waren de grootste uitbuiters; de gemeente moest opnieuw voor 4000 gulden in hun legering tussen komen.
Na het sluiten van het Verdrag van Nijmegen in 1678 werden de verenigde legers ontbonden en kwam er eindelijk wat rust in onze dorpen. Maar niet voor lang echter: in 1683 moest Meldert opnieuw manschappen leveren voor een sterke burgerwacht in Kuringen en Tessenderlo.
Ondertussen werd de pastorij van Meldert, die helemaal vervallen was, hersteld en ook aan de kerk werden herstellingen uitgevoerd.
De Aartsdeken van de Kempen begon ook opnieuw brieven te schrijven, waarin hij aandrong op het voltooien van de kerktoren. Maar de gemeente was nog te arm, om deze kosten nu al te dragen en het is pas in 1715, vijftig jaar nadat men met de werken begonnen was, dat de spits op de toren kon gezet worden.
De kostelijke rechtszaak, die in 1663 aangespannen was door de inwoners van Meldert tegen hun heer, Niklaas van Voordt, werd in 1687 beslecht. De inwoners betwistten daarin een aantal voorrechten, die zij hun heer niet gunden. Na de uitspraak verkregen de inwoners dat "zij niet meer ter molen zouden gebannen zijn". Het recht van de banmolen verleende aan de heer van Meldert het monopolie over het malen van het graan, waarvan hij het loon willekeurig kon vaststellen. Door deze beslissing verloor de heer aldus een grote kans om munt te slaan uit het malen.
Op 28 april 1690 overleed te Meldert de echtgenote van Niklaas van Voordt; hij zelf stierf nog geen maand later op 22 mei 1690. Zij werden samen aan de voet van het hoofdaltaar in de kerk begraven. Hun grafsteen waarop niet minder dan tien kwartieren (familiewapens - LV) zijn gebeiteld, wordt nog steeds in onze kerk bewaard.
(bron: http://www.mbmeldert.be/geschiedenis-van-meldert. Overgenomen en vertaald uit het "REGISTRUM ARCHIVALE PAROCHIAE de MELDERT" van EH Adolphe GIOT, pastoor in 1898, door Louis VRANCKX).
Heer van Meldert sinds 13-03-1683.
Gehuwd voor de kerk op 26‑09‑1665 met De Puytlinck, Sibilla Eva Theresia, overleden op 28‑04‑1690 te Meldert. Dame van Terbiest.
8.
m
de Voordt, Louis Ernest, overleden op 16‑08‑1702 te Borgloon (aktenummer: 3/304). Hij erft Rullingen. Later laat hij al zijn bezittingen na aan de 4 kinderen van zijn broer Nicolas de Voort, heer van Meldert: Richard Theodore, Marie Therese (zij krijgt Rullingen onder Borgloon), Christine Marguerite en Félicité. [07e] heer van Rullingen, lid van de edele leenzaal van Kuringen, ongehuwd, woonde op 16‑08‑1702 Rullingen te Borgloon.
9.
m
de Voordt, Jean. Kapitein cavalerie ten dienste van zijn prins-bisschop.
10.
v
de Voordt, Dorothée, overleden op 10‑08‑1681 te Borgloon (aktenummer: 2/279, brontekst: ... in Ruelinghen ... humata ... in ecclia de Berlingen ...), begraven te Berlingen.

Devries, Danny Marie Gustaaf, geboren op 20‑05‑1969 te Sint-Truiden, overleden op 09‑05‑1990 te Hasselt op 20-jarige leeftijd. Ongehuwd, student, woonde Broekomstraat 3 te Borgloon.
 
De Vries, Garardus.
Gehuwd met Van Vosbeeck, Elisabeth.
Uit dit huwelijk:
1.
v
De Vries, Anna Catharina, gedoopt op 13‑02‑1702 te Mechelen, overleden te Leuven.
Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 08‑05‑1732 te Mechelen (OLV-over-de-Dijle) met Grouttaers, Antonius, 25 jaar oud.

Devries, Gustaaf Victor Joseph, geboren op 22‑02‑1908 te Wellen (aktenummer: 14), overleden op 06‑07‑1972 te Sint-Truiden op 64-jarige leeftijd (aktenummer: 30). Fabriekswerker (1968), woonde Appeystraat 35 te Wellen.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 08‑11‑1930 te Groot-Loon met Ghijsens, Elisa Maria Catharina, 23 jaar oud, geboren op 03‑11‑1907 te Gors-Opleeuw, overleden op 09‑08‑1982 te Tongeren op 74-jarige leeftijd (aktenummer: 39). Zij woonde Appeystraat 35 te Wellen.
 
Devries, Herman Christiaan Hubert, geboren op 15‑02‑1920 te Wellen (aktenummer: 15, brontekst: Kind geboren op zondag om 11u. 's avonds. Geboorte werd aangegeven door: de vader Pieter Joseph, herbergier en voerman (34j.) wonende te Wellen alsmede door: Petrus Devries, grafmaker wonende te Wellen (44j.) en Billen Herman landbouwwerkman wonende te Wellen (69j.).), overleden op 18‑06‑2002 te Hasselt op 82-jarige leeftijd (brontekst: Virga-Jesseziekenhuis.). Bediende (1944), ontvanger registratie en domeinen, woonde Kroonwinningstraat 3 te Hasselt. Zoon van Devries, Pieter Joseph en Billen, Anna Catharina.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 21‑10‑1944 te Borgloon (aktenummer: BS-1944/19) met Stevens, Victoire Guillaumine Margaretha Ghislena, 22 jaar oud, geboren op 08‑02‑1922 te Borgloon, gedoopt op 08‑02‑1922 te Borgloon (aktenummer: KL-1922/06, brontekst: Zij heet Victorina Guilielma in de klapper op de PR.), overleden op 13‑09‑2011 te Hasselt op 89-jarige leeftijd (brontekst: w Herman Devries), gecremeerd op 17‑09‑2011 te Hasselt, begraven te Hasselt. Dochter van Stevens, Robert Joseph en Claes, Agnes.
 
Devries, Hubert, geboren op 03‑11‑1825 te Wellen (aktenummer: 127), overleden op 10‑12‑1915 te Wellen op 90-jarige leeftijd (aktenummer: 28). Herbergier, schrijnwerker, woonde Dorpsplein 3 te Wellen.
Gehuwd op 28-jarige leeftijd op 15‑09‑1854 te Wellen (brontekst: Belanghebbenden maakten een huwelijkscontract verleden voor notaris Simons Thomas Henricus te Wellen dd. 11 september 1852.) met Staveloz, Anna Gertrudis, 24 jaar oud, geboren op 28‑11‑1829 te Wellen (aktenummer: 120), overleden op 05‑10‑1895 te Wellen op 65-jarige leeftijd (aktenummer: 53).
Uit dit huwelijk:
1.
v
Devries, Maria Elisabeth, geboren op 17‑11‑1863 te Wellen (aktenummer: 63), overleden op 10‑05‑1891 te Borgloon op 27-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1891/31). Zij woonde op 10‑05‑1891 Graethemstraat te Borgloon.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 12‑04‑1888 te Wellen (aktenummer: 3) met Marckelbach, Ernest Hubert, 25 jaar oud.
{Hij is later gehuwd op 30-jarige leeftijd op 03‑02‑1893 te Gotem met Peeters, Maria Colette, 23 jaar oud, geboren op 23‑06‑1869 te Lummen, overleden op 15‑02‑1945 te Heers op 75-jarige leeftijd.}
2.
m
Devries, Philip Josef, geboren op 29‑04‑1868 te Wellen. Dagloner, fabrieksarbeider (1918), woont op 04‑08‑1917 te Hollogne-aux-Pierres.
Gehuwd op 23-jarige leeftijd op 13‑08‑1891 te Borgloon met Derwae, Antonia, 21 jaar oud, geboren op 24‑02‑1870 te Borgloon, gedoopt op 24‑02‑1870 te Borgloon (aktenummer: KL-1870/09, brontekst: Heet in de klapper op de PR: Maria Antonia Derwa.), overleden op 29‑11‑1898 te Hollogne-aux-Pierres op 28-jarige leeftijd. Dochter van Derwae, Guillaume en Debaij, Joanna Elisabeth.

Devries, Philip Josef, geboren op 29‑04‑1868 te Wellen. Dagloner, fabrieksarbeider (1918), woont op 04‑08‑1917 te Hollogne-aux-Pierres. Zoon van Devries, Hubert en Staveloz, Anna Gertrudis.
Gehuwd op 23-jarige leeftijd op 13‑08‑1891 te Borgloon met Derwae, Antonia, 21 jaar oud, geboren op 24‑02‑1870 te Borgloon, gedoopt op 24‑02‑1870 te Borgloon (aktenummer: KL-1870/09, brontekst: Heet in de klapper op de PR: Maria Antonia Derwa.), overleden op 29‑11‑1898 te Hollogne-aux-Pierres op 28-jarige leeftijd. Dochter van Derwae, Guillaume en Debaij, Joanna Elisabeth.
Uit dit huwelijk:
1.
v
Devries, Maria Hubertina, geboren op 11‑01‑1892 te Borgloon, gedoopt op 11‑01‑1892 te Borgloon (aktenummer: KL-1892/04). Dienstmeid (1918), woont op 06‑04‑1918 rue Paradis 73 te Luik.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 06‑04‑1918 te Luik (aktenummer: BS-1918/0198) met Gybels, Gerard Joseph, 23 jaar oud.
2.
v
Devries, Maria Rosalia, gedoopt op 30‑01‑1894 te Borgloon (aktenummer: KL-1894/09).
3.
m
Devries, Wilhelmus Ludovicus, gedoopt op 06‑12‑1895 te Borgloon (aktenummer: KL-1895/47).
4.
v
Devries, Maria Victorina, geboren op 09‑03‑1898 te Hollogne-aux-Pierres. Zij woont op 01‑05‑1960 Slachthuisstraat te Borgloon. Woonde op 04-08-1917 te Hollogne-aux-Pierres.
Gehuwd op 19-jarige leeftijd op 04‑08‑1917 te Borgloon (aktenummer: BS-1917/08) met Teuchy, Jan Baptist, 21 jaar oud.

Devries, Pieter Joseph, geboren op 12‑05‑1885 te Wellen (aktenummer: 30), overleden op 17‑02‑1943 te Hasselt op 57-jarige leeftijd (aktenummer: 8). Herbergier, woonde te Wellen.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 02‑09‑1911 te Wellen (aktenummer: 18) met Billen, Anna Catharina, 20 jaar oud, geboren op 02‑09‑1891 te Wellen (aktenummer: 47), overleden op 23‑10‑1981 te Hasselt op 90-jarige leeftijd. Dagloonster, woonde te Wellen. Bij haar overlijden woonde zij bij haar zoon Devries Herman te Hasselt.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Devries, Herman Christiaan Hubert, geboren op 15‑02‑1920 te Wellen (aktenummer: 15, brontekst: Kind geboren op zondag om 11u. 's avonds. Geboorte werd aangegeven door: de vader Pieter Joseph, herbergier en voerman (34j.) wonende te Wellen alsmede door: Petrus Devries, grafmaker wonende te Wellen (44j.) en Billen Herman landbouwwerkman wonende te Wellen (69j.).), overleden op 18‑06‑2002 te Hasselt op 82-jarige leeftijd (brontekst: Virga-Jesseziekenhuis.). Bediende (1944), ontvanger registratie en domeinen, woonde Kroonwinningstraat 3 te Hasselt.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 21‑10‑1944 te Borgloon (aktenummer: BS-1944/19) met Stevens, Victoire Guillaumine Margaretha Ghislena, 22 jaar oud, geboren op 08‑02‑1922 te Borgloon, gedoopt op 08‑02‑1922 te Borgloon (aktenummer: KL-1922/06, brontekst: Zij heet Victorina Guilielma in de klapper op de PR.), overleden op 13‑09‑2011 te Hasselt op 89-jarige leeftijd (brontekst: w Herman Devries), gecremeerd op 17‑09‑2011 te Hasselt, begraven te Hasselt. Dochter van Stevens, Robert Joseph en Claes, Agnes.

Devue, Gabriel Theodoor, geboren op 18‑09‑1926 te Heks, overleden op 07‑11‑1979 te Leuven op 53-jarige leeftijd (brontekst: x Anny Thijsen). Postbediende, woonde op 01‑05‑1960 Graethempoort te Borgloon.
 
Devue, Henri, overleden op 19‑05‑1859 te Rutten.
Gehuwd met Jadoul, Maria. Zij woont op 29‑12‑1877 te Vreren.
Uit dit huwelijk:
1.
v
Devue, Marie Gertrude, geboren op 19‑10‑1856 te Rutten, overleden op 05‑01‑1923 te Borgloon op 66-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1923/03, brontekst: 66 jaar, geb. te Rutten, woont te Borgloon.). Winkelierster (1902), woonde op 05‑02‑1910 te Borgloon.
Gehuwd op 21-jarige leeftijd op 29‑12‑1877 te Borgloon (aktenummer: BS-1877/20) met Groffils, Jean Henri, 26 jaar oud.

Devue, Henricus.
Gehuwd met Cordens, Joanna. Zij woont op 17‑05‑1810 te Berlingen.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Devue, Louis, gedoopt op 28‑03‑1758 te Berlingen (getuige(n): p: Jamot Mathias, m: Drisen Agnes) (aktenummer: p.38), overleden op 17‑05‑1810 te Borgloon op 52-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1810/f08v, brontekst: 51 jaar, landbouwer, Neremstraat te Borgloon, geb. te Berlingen, zoon van Henri Devue (+) en Jeanne Cordens (woont te Berlingen, echtg. van Aldegonde Morhay.). Landbouwer, woonde op 17‑05‑1810 Neremstraat te Borgloon.
Gehuwd voor de kerk op 36-jarige leeftijd op 09‑09‑1794 te Borgloon (aktenummer: 5/031) met Morreij, Aldegondis, 35 jaar oud, geboren op 25‑05‑1759 te Kerniel, gedoopt op 25‑05‑1759 te Kerniel (getuige(n): p: Petrus Morayes, m: Sybilia Germes) (aktenummer: 376,45v), overleden op 29‑09‑1846 te Borgloon op 87-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1846/25). Tapster (1829), herbergierster, landbouwster (1846), woonde op 30‑11‑1829 Tongersestraat 30 te Borgloon. Bij haar verbleef op dat ogenblik een inwonende werkbode, nl. Marie Anne Pirotte, 50 jaar, geb. te Kmogt (sic, ?=? Cointe) Luik. Op 26-03-1836 woonde zij nog steeds te Borgloon, Tongersestraat 30 en ook bij haar overlijden op 29-09-1846 verbleef zij in de Tongersestraat te Borgloon. Dochter van Morreij, Hubertus en Germes, Genoveva.
{Zij is later gehuwd op 55-jarige leeftijd op 25‑01‑1815 te Borgloon (aktenummer: BS-1815/f02v, brontekst: Henry Smets was Wed. van Marie Catharine Tercaefs die te Borgloon overleed op 18-07-1813, en Aldegondis Moraye was wed. van Louis Devue die te Borgloon overleed op 07-05-1810.) met Smets, Henry, 42 jaar oud.}
2.
m
Devue, Joannes, geboren 1763‑1767 te Berlingen (brontekst: 1763 komt uit een andere bron.), overleden op 09‑10‑1847 te Borgloon (aktenummer: BS-1847/34, brontekst: 84 jaar, dagloner, woont te Borgloon Kroonstraat, geb. te Berlingen, zoon van Henry Devue en Marguerite Cordens, wed. van Marie Joseph Leenaers. Aangever was Gilles Weerts, 50 jaar, wever, woont te Borgloon, schoonzoon.). Dagloner, handwerker (1829), woonde op 30‑11‑1829 Kroonstraat 122 te Borgloon. Bij zijn overlijden op 09-10-1847 was hij woonachtig te Borgloon, Kroonstraat.
Gehuwd met Lenaers, Maria Joseph, gedoopt op 22‑02‑1769 te Borgloon (getuige(n): p: Lambertus Petri, m: dlla Agnes Omalia) (aktenummer: 4/122), overleden op 02‑08‑1834 te Borgloon op 65-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1834/49, brontekst: 65 jaar en 5 maanden en 11 dagen, dagloonster, woont te Borgloon Kroonstraat 122, geb. te Borgloon, dochter van Pierre Lenaers en Marguerite Louwett, echtg. van Jean Devue. Aangever was Louis Devue, 34 jaar, dagloner, zoon, woont te Borgloon.). Dagloonster, handwerkster, woonde op 30‑11‑1829 Kroonstraat 122 te Borgloon. Maria Joseph was bij haar overlijden op 02-08-1834 woonachtig te Borgloon, Kroonstraat 122. Dochter van Lenaers, Petrus en Louwet, Margaretha.

Devue, Henrik, geboren op 27‑08‑1811 te Berlingen, overleden op 05‑11‑1891 te Borgloon op 80-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1891/57). Dagloner, woonde op 05‑11‑1891 Hospitaal te Borgloon. Woonde op dat ogenblik te Hoepertingen en woonde reeds op 14-04-1847 te Hoepertingen. Zoon van Devue, Martinus en Toppet, Dorothea.
Gehuwd op 35-jarige leeftijd op 14‑04‑1847 te Hoepertingen (aktenummer: 1) met Vandewijer, Anna Elizabeth, 30 jaar oud, geboren op 08‑09‑1816 te Hoepertingen.
 
Devue, Jan Lodewijk, geboren op 26‑06‑1883 te Borgloon, gedoopt op 26‑06‑1883 te Borgloon (aktenummer: KL-1883/46). Dagloner, woont op 22‑04‑1911 te Borgloon. Zoon van Devue, Jean en Hustings, Christine.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 22‑04‑1911 te Borgloon (aktenummer: BS-1911/09) met Macoy, Maria Rosalia, 19 jaar oud, geboren op 11‑10‑1891 te Jesseren, overleden op 15‑07‑1971 te Sint-Truiden op 79-jarige leeftijd. Dienstmeid, woonde op 22‑04‑1911 te Jesseren. Dochter van Macoy, Petrus en Rampen, Elisabeth.
 
Devue, Jean, geboren op 06‑03‑1841 te Borgloon (aktenummer: BS-1841/11) - Zie akte, gedoopt op 06‑03‑1841 te Borgloon (aktenummer: KL-1841/12), overleden op 30‑08‑1877 te Luik op 36-jarige leeftijd. Zoon van Devue, Martin en Nijs, Anne Elisabeth.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 02‑10‑1867 te Luik met Houben, Elisabeth, 24 jaar oud, geboren op 16‑09‑1843 te Sittard (NL). Dochter van Houben, Paul en Meeks, Marie Cecile.
{Zij is later gehuwd op 35-jarige leeftijd op 28‑11‑1878 te Luik met Hanssen, Jean Hubert, 40 jaar oud.}
 
Devue, Jean, geboren op 31‑12‑1850 te Borgloon, gedoopt op 31‑12‑1850 te Borgloon (aktenummer: KL-1850/54), overleden op 17‑05‑1918 te Borgloon op 67-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1918/30, brontekst: echtg. Hustings Christina). Dagloner, metselaar (1911), woonde op 22‑04‑1911 te Borgloon. Zoon van Devue, Louis en Gielen, Marie Libertine.
Gehuwd op 31-jarige leeftijd op 25‑11‑1882 te Borgloon (aktenummer: BS-1882/15) met Hustings, Christine, 31 jaar oud, geboren op 25‑11‑1851 te Wellen, overleden op 08‑05‑1910 te Borgloon op 58-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1910/23, brontekst: echtg. Devue Jan). Zij woonde op 08‑05‑1910 te Borgloon. Dochter van Hustings, Theodore en Gos, Anna Catharina.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Devue, Jan Lodewijk, geboren op 26‑06‑1883 te Borgloon, gedoopt op 26‑06‑1883 te Borgloon (aktenummer: KL-1883/46). Dagloner, woont op 22‑04‑1911 te Borgloon.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 22‑04‑1911 te Borgloon (aktenummer: BS-1911/09) met Macoy, Maria Rosalia, 19 jaar oud, geboren op 11‑10‑1891 te Jesseren, overleden op 15‑07‑1971 te Sint-Truiden op 79-jarige leeftijd. Dienstmeid, woonde op 22‑04‑1911 te Jesseren. Dochter van Macoy, Petrus en Rampen, Elisabeth.
2.
v
Devue, Marie Josephine, geboren op 27‑09‑1886 te Borgloon (aktenummer: BS-1886/57), gedoopt op 27‑09‑1886 te Borgloon (aktenummer: KL-1886/55, brontekst: +. Volgens de klapper op de PR heten haar ouders Joannes Devue en Christina Gos (!) en werd zij gedoopt op 26 (!) sept 1886 te Borgloon, akte 55.), overleden op 20‑01‑1887 te Borgloon, 115 dagen oud (aktenummer: BS-1887/02, brontekst: 4 maanden.). Zij woonde op 20‑01‑1887 Padonck te Borgloon.
3.
m
Devue, Pieter Silvester, geboren op 29‑01‑1888 te Borgloon (aktenummer: BS-1888/09), gedoopt op 19‑02‑1888 te Borgloon (aktenummer: KL-1888/12, brontekst: In de klapper op de PR heet hij Petrus Calestinius (!) Devue, zoon van Joannes een Gos (!) Christina (de moeder heet Hustings Christina, de grootmoeder heet Gos (!) Anna Catharina).), overleden op 02‑10‑1971 te Sint-Truiden op 83-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1971/30, brontekst: x Dirickx Amelie, + Clement Cartuyvelstraat 8.). Spoorarbeider, woonde op 01‑05‑1960 Statiestraat 15 te Borgloon.
Gehuwd op 32-jarige leeftijd op 20‑11‑1920 te Borgloon (aktenummer: BS-1920/BRg2) met Dirickx, Maria Antonia Amelia, 20 jaar oud, geboren op 12‑08‑1900 te Borgloon (aktenummer: BS-1900/37), gedoopt op 12‑08‑1900 te Borgloon (aktenummer: KL-1900/40), overleden op 28‑01‑1977 te Sint-Truiden op 76-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1977/07, brontekst: + Clement Cartuyvelstraat 8.). Zij woonde op 01‑05‑1960 Statiestraat 15 (later 9) te Borgloon. Dochter van Dirickx, Maria Jozef en Billen, Josephina Francisca.
4.
v
Devue, Maria Hubertina, geboren op 22‑11‑1891 te Borgloon, gedoopt op 22‑11‑1891 te Borgloon (aktenummer: KL-1891/63). Zij woont op 05‑06‑1911 te Tongeren. En voorheen te Luik.
Gehuwd op 19-jarige leeftijd op 05‑06‑1911 te Tongeren (aktenummer: BS-1911/18) met Moens, Arnoldus, 24 jaar oud.
5.
m
Devue, Joannes Josephus, gedoopt op 25‑08‑1895 te Borgloon (aktenummer: KL-1895/28, brontekst: + 1896.), overleden op 06‑03‑1896 te Borgloon, 194 dagen oud (aktenummer: BS-1896/09, brontekst: 6 maanden.). Hij woonde op 06‑03‑1896 Kroonstraat te Borgloon.

Devue, Joannes, geboren 1763‑1767 te Berlingen (brontekst: 1763 komt uit een andere bron.), overleden op 09‑10‑1847 te Borgloon (aktenummer: BS-1847/34, brontekst: 84 jaar, dagloner, woont te Borgloon Kroonstraat, geb. te Berlingen, zoon van Henry Devue en Marguerite Cordens, wed. van Marie Joseph Leenaers. Aangever was Gilles Weerts, 50 jaar, wever, woont te Borgloon, schoonzoon.). Dagloner, handwerker (1829), woonde op 30‑11‑1829 Kroonstraat 122 te Borgloon. Bij zijn overlijden op 09-10-1847 was hij woonachtig te Borgloon, Kroonstraat. Zoon van Devue, Henricus en Cordens, Joanna.
Gehuwd met Lenaers, Maria Joseph, gedoopt op 22‑02‑1769 te Borgloon (getuige(n): p: Lambertus Petri, m: dlla Agnes Omalia) (aktenummer: 4/122), overleden op 02‑08‑1834 te Borgloon op 65-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1834/49, brontekst: 65 jaar en 5 maanden en 11 dagen, dagloonster, woont te Borgloon Kroonstraat 122, geb. te Borgloon, dochter van Pierre Lenaers en Marguerite Louwett, echtg. van Jean Devue. Aangever was Louis Devue, 34 jaar, dagloner, zoon, woont te Borgloon.). Dagloonster, handwerkster, woonde op 30‑11‑1829 Kroonstraat 122 te Borgloon. Maria Joseph was bij haar overlijden op 02-08-1834 woonachtig te Borgloon, Kroonstraat 122. Dochter van Lenaers, Petrus en Louwet, Margaretha.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Diveux, Petrus, geboren op 19‑03‑1792 te Borgloon, gedoopt op 19‑03‑1792 te Borgloon (getuige(n): p: Henricus Lamotte, m: Joanna Elisabeth Cordens) (aktenummer: 5/112), overleden op 13‑02‑1880 te Borgloon op 87-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1880/09, brontekst: 88 jaar.). Dagloner, dienstknecht, handwerker (1829), herbergier (1880), woonde op 30‑11‑1829 Gillebroekstraat 16 te Borgloon. Bij zijn overlijden op 13-02-1880 was hij woonachtig in de Tongersestraat te Borgloon. Op 07-02-1823 woonde hij te Kuttekoven.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 20‑01‑1820 te Borgloon (aktenummer: BS-1820/11, brontekst: In de huwelijksakte werd het kind Christiaen Poncelet (geb. te Broekom op 29-06-1816) gewettigd tot Diveux.) met Poncelet, Maria Elisabetha, 29 jaar oud, geboren op 13‑06‑1790 te Broekom, overleden op 06‑01‑1861 te Borgloon op 70-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1861/02). Dienstmeid, woonde op 30‑11‑1829 Gillebroekstraat 16 te Borgloon. Op 07-02-1823 woonde zij te Kuttekoven en bij haar overlijden op 06-01-1861 woonde zij in de Tongersestraat te Borgloon. Dochter van Poncelet, Nicolaus en Toppet, Catharina.
2.
m
Devue, Louis, geboren op 28‑10‑1797 te Borgloon (aktenummer: BS-an7/15fri, brontekst: 7 brumaire an 6. Volgens B.S., Borgloon, huw.akte 17-05-1848, geb. op 05-12-1798 te Borgloon. Maar dat is de datum dat de geboorteakte werd opgesteld! In zijn geboorteakte staat dat zijn moeder "est accouchée le sept brumaire an six".), overleden op 10‑01‑1863 te Borgloon op 65-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1863/02). Dagloner, woonde op 30‑11‑1829 Kroonstraat 122 te Borgloon.
Gehuwd op 50-jarige leeftijd op 17‑05‑1848 te Borgloon (aktenummer: BS-1848/06) met Gielen, Marie Libertine, 23 jaar oud, geboren op 16‑08‑1824 te Martenslinde, overleden op 01‑10‑1899 te Borgloon op 75-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1899/33). Dienstmeid, dagloonster, woonde op 25‑11‑1882 te Borgloon. Woonde op 17-05-1848 te Gors-Opleeuw. Dochter van Gielen, Maria Beatrix.
{Zij is later gehuwd op 41-jarige leeftijd op 17‑01‑1866 te Borgloon (aktenummer: BS-1866/01, brontekst: Marie Libertine Gielen was wed. van Louis Devue die te Borgloon overleed op 10-01-1863.) met Cox, Jean, 40 jaar oud.}
3.
v
Devue, Jeanne Marguerite, geboren op 10‑10‑1799 te Borgloon (aangifte door: Pierre Petri en Anne Catherine Lenaers) (aktenummer: BS-b1-an8-32, brontekst: 18 vendemiaire an 8.), overleden op 29‑07‑1856 te Borgloon op 56-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1856/20). Dagloonster, woonde op 29‑07‑1856 Kroonstraat te Borgloon.
Gehuwd op 36-jarige leeftijd op 07‑01‑1836 te Borgloon (aktenummer: BS-1836/02) met Weerts, Gilles Henri, 37 jaar oud.
4.
m
Devue, Martin, geboren op 05‑02‑1808 te Borgloon (aktenummer: BS-1808/f04), overleden op 23‑02‑1873 te Borgloon op 65-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1873/11). Dagloner, handwerker (1829), woonde op 30‑11‑1829 Kroonstraat 122 te Borgloon. Bij zijn overlijden op 23-02-1873 verbleef hij in de Borgbron te Borgloon.
Gehuwd op 32-jarige leeftijd op 06‑01‑1841 te Borgloon (aktenummer: BS-1841/01) met Nijs, Anne Elisabeth, 36 jaar oud, geboren op 06‑11‑1804 te Zepperen, overleden op 11‑05‑1881 te Borgloon op 76-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1881/21). Dienstmeid, woonde op 11‑05‑1881 Kortestraat te Borgloon. Dochter van Nijs, Catharina.

Devue, Louis, gedoopt op 28‑03‑1758 te Berlingen (getuige(n): p: Jamot Mathias, m: Drisen Agnes) (aktenummer: p.38), overleden op 17‑05‑1810 te Borgloon op 52-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1810/f08v, brontekst: 51 jaar, landbouwer, Neremstraat te Borgloon, geb. te Berlingen, zoon van Henri Devue (+) en Jeanne Cordens (woont te Berlingen, echtg. van Aldegonde Morhay.). Landbouwer, woonde op 17‑05‑1810 Neremstraat te Borgloon. Zoon van Devue, Henricus en Cordens, Joanna.
Gehuwd voor de kerk op 36-jarige leeftijd op 09‑09‑1794 te Borgloon (aktenummer: 5/031) met Morreij, Aldegondis, 35 jaar oud, geboren op 25‑05‑1759 te Kerniel, gedoopt op 25‑05‑1759 te Kerniel (getuige(n): p: Petrus Morayes, m: Sybilia Germes) (aktenummer: 376,45v), overleden op 29‑09‑1846 te Borgloon op 87-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1846/25). Tapster (1829), herbergierster, landbouwster (1846), woonde op 30‑11‑1829 Tongersestraat 30 te Borgloon. Bij haar verbleef op dat ogenblik een inwonende werkbode, nl. Marie Anne Pirotte, 50 jaar, geb. te Kmogt (sic, ?=? Cointe) Luik. Op 26-03-1836 woonde zij nog steeds te Borgloon, Tongersestraat 30 en ook bij haar overlijden op 29-09-1846 verbleef zij in de Tongersestraat te Borgloon. Dochter van Morreij, Hubertus en Germes, Genoveva.
{Zij is later gehuwd op 55-jarige leeftijd op 25‑01‑1815 te Borgloon (aktenummer: BS-1815/f02v, brontekst: Henry Smets was Wed. van Marie Catharine Tercaefs die te Borgloon overleed op 18-07-1813, en Aldegondis Moraye was wed. van Louis Devue die te Borgloon overleed op 07-05-1810.) met Smets, Henry, 42 jaar oud.}
Uit dit huwelijk:
1.
m
Diveux, Henricus, geboren op 21‑02‑1795 te Borgloon, gedoopt op 21‑02‑1795 te Borgloon (getuige(n): p: Henricus Diveux, m: Maria Elisabeth Morrhaij) (aktenummer: 5/128, brontekst: Rebaptizatus sub conditione. Hij werd eerder gedoopt door de vroedvrouw.), overleden op 26‑03‑1836 te Borgloon op 41-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1836/21, brontekst: 41 jaar en 1 maand, geb. te Borgloon, zoon van Louis Diveux en Aldegonde Morhaije, echtg. van Marie Gertrude Manshoven, ovl. in zijn moeders woning gelegen Tongersestraat 30 te Borgloon.). Landbouwer (1829), woonde op 30‑11‑1829 Tongersestraat 27 A te Borgloon. Op dat ogenblik bewoonde hij een huis dat gedeeld werd door 2 gezinnen: 1) Hendrik en Marie Gertrudis Divieux-Manshoven en kinderen en 2) Maria anna Groenendaels, 74 jaar, een alleenstaande weduwe. Bij zijn overlijden op 26-03-1836 woonde hij te Borgloon, Tongersestraat 30.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 07‑04‑1820 te Borgloon (aktenummer: BS-1820/28, brontekst: Er werd tegen dit huwelijk verzet aangetekend door Agnes Leroy, moeder van de bruid, op 08-02-1820.
In de huwelijksakte werd het kind Pieter Joannes Manshoven (geb. te Borgloon op 12-07-1819) gewettigd tot Diveux.) met Manshoven, Marie Gertrude, 18 jaar oud, geboren op 04‑07‑1801 te Borgloon (aktenummer: BS-b1-an9-37, brontekst: 15 messidor an 9.), overleden op 04‑01‑1868 te Borgloon op 66-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1868/02, brontekst: 67 jaar, herbergierster, geb. te Borgloon, wed. van 1x Diveux Henri, echtg. 2x Timmermans Jean, dochter van Manshoven jean en van Leroij Agnes.). Herbergierster (1868), woonde op 30‑11‑1829 Tongersestraat 27 A te Borgloon. Bij haar overlijden op 04-01-1868 woonde zij in het Gillebroek te Borgloon. Dochter van Manshoven, Joannes en Leroye, Maria Agnes.
{Zij is later gehuwd op 37-jarige leeftijd op 18‑07‑1838 te Borgloon (aktenummer: BS-1838/55, brontekst: Maria Gertrudis Manshoven was wed. van Henri Diveux, landbouwer, ovl. te Borgloon op 26-03-1836.) - Zie akte met Timmermans, Jean, 32 jaar oud.}
2.
v
Devue, Maria Elisabeth, geboren op 05‑02‑1798 te Borgloon (aktenummer: BS-an7/14fri, brontekst: 17 pluviose an 6.). Zij woont op 05‑02‑1824 te Borgloon.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 05‑02‑1824 te Borgloon (aktenummer: BS-1824/05) met Huberty, Nicolaus Josephus, 30 jaar oud.
3.
m
Devue, Hubert, geboren op 28‑10‑1805 te Borgloon (aktenummer: BS-an14/f02, brontekst: 6 brumaire an 14.), overleden op 10‑04‑1849 te Borgloon op 43-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1849/19). Landbouwer (1829, 1849), woonde op 30‑11‑1829 Tongersestraat 30 te Borgloon. Bij zijn overlijden op 10-04-1849 woonde hij te Borgloon, Speelhof.

Devue, Louis, geboren op 28‑10‑1797 te Borgloon (aktenummer: BS-an7/15fri, brontekst: 7 brumaire an 6. Volgens B.S., Borgloon, huw.akte 17-05-1848, geb. op 05-12-1798 te Borgloon. Maar dat is de datum dat de geboorteakte werd opgesteld! In zijn geboorteakte staat dat zijn moeder "est accouchée le sept brumaire an six".), overleden op 10‑01‑1863 te Borgloon op 65-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1863/02). Dagloner, woonde op 30‑11‑1829 Kroonstraat 122 te Borgloon. Zoon van Devue, Joannes en Lenaers, Maria Joseph.
Gehuwd op 50-jarige leeftijd op 17‑05‑1848 te Borgloon (aktenummer: BS-1848/06) met Gielen, Marie Libertine, 23 jaar oud, geboren op 16‑08‑1824 te Martenslinde, overleden op 01‑10‑1899 te Borgloon op 75-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1899/33). Dienstmeid, dagloonster, woonde op 25‑11‑1882 te Borgloon. Woonde op 17-05-1848 te Gors-Opleeuw. Dochter van Gielen, Maria Beatrix.
{Zij is later gehuwd op 41-jarige leeftijd op 17‑01‑1866 te Borgloon (aktenummer: BS-1866/01, brontekst: Marie Libertine Gielen was wed. van Louis Devue die te Borgloon overleed op 10-01-1863.) met Cox, Jean, 40 jaar oud.}
Uit dit huwelijk:
1.
v
Devue, Marie Joseph, geboren op 20‑02‑1849 te Borgloon (aktenummer: BS-1849/08), gedoopt op 20‑02‑1849 te Borgloon (aktenummer: KL-1849-08), overleden op 10‑08‑1851 te Borgloon op 2-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1851/42, brontekst: 2 jaar.). Zij woonde op 10‑08‑1851 Gillebroek te Borgloon.
2.
m
Devue, Jean, geboren op 31‑12‑1850 te Borgloon, gedoopt op 31‑12‑1850 te Borgloon (aktenummer: KL-1850/54), overleden op 17‑05‑1918 te Borgloon op 67-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1918/30, brontekst: echtg. Hustings Christina). Dagloner, metselaar (1911), woonde op 22‑04‑1911 te Borgloon.
Gehuwd op 31-jarige leeftijd op 25‑11‑1882 te Borgloon (aktenummer: BS-1882/15) met Hustings, Christine, 31 jaar oud, geboren op 25‑11‑1851 te Wellen, overleden op 08‑05‑1910 te Borgloon op 58-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1910/23, brontekst: echtg. Devue Jan). Zij woonde op 08‑05‑1910 te Borgloon. Dochter van Hustings, Theodore en Gos, Anna Catharina.
3.
v
Devue, Christine Marie Catherine, geboren op 28‑08‑1852 te Borgloon (aktenummer: BS-1852/38), gedoopt op 28‑08‑1852 te Borgloon (aktenummer: KL-1852/37, brontekst: Heet in de klapper op de PR: Augustina Maria Catharina Diveux.), overleden op 04‑09‑1852 te Borgloon, 7 dagen oud (aktenummer: BS-1852/22, brontekst: 8 dagen.). Zij woonde op 04‑09‑1852 Padonck te Borgloon.
4.
m
Devue, levenloos jongetje, geboren op 02‑06‑1853 te Borgloon, overleden op 02‑06‑1853 te Borgloon, 0 dagen oud (aktenummer: BS-1853/23). Hij woonde op 02‑06‑1853 Padonck te Borgloon.
5.
m
Devue, Petrus Josephus, gedoopt op 21‑08‑1854 te Borgloon (aktenummer: KL-1854/34), overleden op 23‑03‑1884 te Borgloon op 29-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1884/19). Dagloner, woonde op 23‑03‑1884 Padonck te Borgloon.
6.
m
Devue, Petrus, gedoopt op 16‑07‑1857 te Borgloon (aktenummer: KL-1857/28).
Gehuwd op 32-jarige leeftijd op 08‑03‑1890 te Luik met Lisen, Marie Thérèse Agnès, 39 jaar oud, geboren op 21‑01‑1851 te Mohiville. Dochter van Lisen, Désiré en Lefevre, Josephine.

Devue, Martin, geboren op 05‑02‑1808 te Borgloon (aktenummer: BS-1808/f04), overleden op 23‑02‑1873 te Borgloon op 65-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1873/11). Dagloner, handwerker (1829), woonde op 30‑11‑1829 Kroonstraat 122 te Borgloon. Bij zijn overlijden op 23-02-1873 verbleef hij in de Borgbron te Borgloon. Zoon van Devue, Joannes en Lenaers, Maria Joseph.
Gehuwd op 32-jarige leeftijd op 06‑01‑1841 te Borgloon (aktenummer: BS-1841/01) met Nijs, Anne Elisabeth, 36 jaar oud, geboren op 06‑11‑1804 te Zepperen, overleden op 11‑05‑1881 te Borgloon op 76-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1881/21). Dienstmeid, woonde op 11‑05‑1881 Kortestraat te Borgloon. Dochter van Nijs, Catharina.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Devue, Jean, geboren op 06‑03‑1841 te Borgloon (aktenummer: BS-1841/11) - Zie akte, gedoopt op 06‑03‑1841 te Borgloon (aktenummer: KL-1841/12), overleden op 30‑08‑1877 te Luik op 36-jarige leeftijd.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 02‑10‑1867 te Luik met Houben, Elisabeth, 24 jaar oud, geboren op 16‑09‑1843 te Sittard (NL). Dochter van Houben, Paul en Meeks, Marie Cecile.
{Zij is later gehuwd op 35-jarige leeftijd op 28‑11‑1878 te Luik met Hanssen, Jean Hubert, 40 jaar oud.}
2.
v
Devue, Anne Catherine, geboren op 22‑03‑1843 te Borgloon. Dagloonster, woont op 01‑10‑1864 te Borgloon.
Gehuwd op 21-jarige leeftijd op 01‑10‑1864 te Borgloon (aktenummer: BS-1864/06) met Lefebvre, George Joseph, 36 jaar oud.
3.
m
Devue, Martinus, gedoopt op 14‑03‑1846 te Borgloon (aktenummer: KL-1846/10), overleden op 25‑01‑1848 te Borgloon op 1-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1848/08, brontekst: 1 jaar en 10 maanden.). Hij woonde op 25‑01‑1848 Kortestraat te Borgloon.

Devue, Martinus, overleden voor 1847 te Berlingen.
Gehuwd met Toppet, Dorothea, overleden voor 1847 te Berlingen.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Devue, Henrik, geboren op 27‑08‑1811 te Berlingen, overleden op 05‑11‑1891 te Borgloon op 80-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1891/57). Dagloner, woonde op 05‑11‑1891 Hospitaal te Borgloon. Woonde op dat ogenblik te Hoepertingen en woonde reeds op 14-04-1847 te Hoepertingen.
Gehuwd op 35-jarige leeftijd op 14‑04‑1847 te Hoepertingen (aktenummer: 1) met Vandewijer, Anna Elizabeth, 30 jaar oud, geboren op 08‑09‑1816 te Hoepertingen.

Devue, Petrus, gedoopt op 16‑07‑1857 te Borgloon (aktenummer: KL-1857/28). Zoon van Devue, Louis en Gielen, Marie Libertine.
Gehuwd op 32-jarige leeftijd op 08‑03‑1890 te Luik met Lisen, Marie Thérèse Agnès, 39 jaar oud, geboren op 21‑01‑1851 te Mohiville. Dochter van Lisen, Désiré en Lefevre, Josephine.
 
Devue, Pieter Silvester, geboren op 29‑01‑1888 te Borgloon (aktenummer: BS-1888/09), gedoopt op 19‑02‑1888 te Borgloon (aktenummer: KL-1888/12, brontekst: In de klapper op de PR heet hij Petrus Calestinius (!) Devue, zoon van Joannes een Gos (!) Christina (de moeder heet Hustings Christina, de grootmoeder heet Gos (!) Anna Catharina).), overleden op 02‑10‑1971 te Sint-Truiden op 83-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1971/30, brontekst: x Dirickx Amelie, + Clement Cartuyvelstraat 8.). Spoorarbeider, woonde op 01‑05‑1960 Statiestraat 15 te Borgloon. Zoon van Devue, Jean en Hustings, Christine.
Gehuwd op 32-jarige leeftijd op 20‑11‑1920 te Borgloon (aktenummer: BS-1920/BRg2) met Dirickx, Maria Antonia Amelia, 20 jaar oud, geboren op 12‑08‑1900 te Borgloon (aktenummer: BS-1900/37), gedoopt op 12‑08‑1900 te Borgloon (aktenummer: KL-1900/40), overleden op 28‑01‑1977 te Sint-Truiden op 76-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1977/07, brontekst: + Clement Cartuyvelstraat 8.). Zij woonde op 01‑05‑1960 Statiestraat 15 (later 9) te Borgloon. Dochter van Dirickx, Maria Jozef en Billen, Josephina Francisca.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Devue, Josephus Joannes Ludovicus, geboren op 03‑04‑1921 te Borgloon, gedoopt op 03‑04‑1921 te Borgloon (aktenummer: KL-1921/13), overleden op 11‑12‑1925 te Borgloon op 4-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1925/54, brontekst: 4 en half jaar.).
2.
v
Devue, Rosa Christina, geboren op 08‑04‑1923 te Borgloon (aktenummer: BS-1923/26), gedoopt op 08‑04‑1923 te Borgloon (aktenummer: KL-1923/24, brontekst: Zij heet Devue Rosa Celestina in de klapper op de PR.), overleden op 02‑10‑2008 te Borgloon op 85-jarige leeftijd (brontekst: Wed. Willy Van de Ghoor (+ 1993).). Zij woonde op 01‑05‑1946 Statiestraat te Borgloon.
Gehuwd met Van de Ghoor, William.

Dewachter, Ernest.
Gehuwd met Vanderrusten, Isabella.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Dewachter, Jozef, geboren op 16‑05‑1919 te Dworp. Houtbewerker (1947), woont op 08‑01‑1947 te Lot.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 08‑01‑1947 te Borgloon (aktenummer: BS-1947/01) met Billen, Christina Lambertine, 25 jaar oud, geboren op 04‑11‑1921 te Borgloon (aktenummer: BS-1921/52), gedoopt op 04‑11‑1921 te Borgloon (aktenummer: KL-1921/56, brontekst: Heet in de klapper op de PR: Christina Philomena Billen.). Dochter van Billen, Norbert en Haling, Maria Lambertina.

Dewachter, Jozef, geboren op 16‑05‑1919 te Dworp. Houtbewerker (1947), woont op 08‑01‑1947 te Lot. Zoon van Dewachter, Ernest en Vanderrusten, Isabella.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 08‑01‑1947 te Borgloon (aktenummer: BS-1947/01) met Billen, Christina Lambertine, 25 jaar oud, geboren op 04‑11‑1921 te Borgloon (aktenummer: BS-1921/52), gedoopt op 04‑11‑1921 te Borgloon (aktenummer: KL-1921/56, brontekst: Heet in de klapper op de PR: Christina Philomena Billen.). Dochter van Billen, Norbert en Haling, Maria Lambertina.
 
Dewael, Leonardus, overleden na 1776.
Gehuwd voor de kerk op 28‑04‑1776 te Borgloon (aktenummer: 4/030) met Vanalcken, Margaretha, overleden op 18‑08‑1776 te Borgloon (aktenummer: 4/166, brontekst: Dewael Leonard l'Epouse née Vanalcken Marguerite.).
 
Dewaelheyns, Bonaventure.
Gehuwd met Cloese, Anne.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Dewaelheyns, Jean Baptiste, geboren op 07‑02‑1881 te Hakendover.
Gehuwd op 18-jarige leeftijd op 02‑12‑1899 te Ans met Jans, Maria Ida, 18 jaar oud, gedoopt op 30‑09‑1881 te Borgloon (aktenummer: KL-1881/56). Dochter van Jans, Jean en Cox, Marie Agnes.

Dewaelheyns, Dionysius. Landbouwer, woont op 06‑12‑1947 te Oplinter.
Gehuwd met Wustenbergh, Leonie. Landbouwster, woont op 06‑12‑1947 te Oplinter.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Dewaelheyns, Joseph René, geboren op 01‑06‑1922 te Oplinter. Rijkswachter (1947), woont op 06‑12‑1947 te Borgloon.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 06‑12‑1947 te Kerniel (aktenummer: BS-1947/08) met Neven, Maria Louisa, 23 jaar oud, geboren op 03‑10‑1924 te Borgloon, overleden op 20‑12‑2013 te Groot-Gelmen op 89-jarige leeftijd (brontekst: w Joseph Dewaelheyns), begraven op 26‑12‑2013 te Borgloon. Naaister (1947), woonde op 06‑12‑1947 te Kerniel. Dochter van Neven, August Willem en Desteghe, Theodorine.

Dewaelheyns, Jean Baptiste, geboren op 07‑02‑1881 te Hakendover. Zoon van Dewaelheyns, Bonaventure en Cloese, Anne.
Gehuwd op 18-jarige leeftijd op 02‑12‑1899 te Ans met Jans, Maria Ida, 18 jaar oud, gedoopt op 30‑09‑1881 te Borgloon (aktenummer: KL-1881/56). Dochter van Jans, Jean en Cox, Marie Agnes.
 
Dewaelheyns, Joseph René, geboren op 01‑06‑1922 te Oplinter. Rijkswachter (1947), woont op 06‑12‑1947 te Borgloon. Zoon van Dewaelheyns, Dionysius en Wustenbergh, Leonie.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 06‑12‑1947 te Kerniel (aktenummer: BS-1947/08) met Neven, Maria Louisa, 23 jaar oud, geboren op 03‑10‑1924 te Borgloon, overleden op 20‑12‑2013 te Groot-Gelmen op 89-jarige leeftijd (brontekst: w Joseph Dewaelheyns), begraven op 26‑12‑2013 te Borgloon. Naaister (1947), woonde op 06‑12‑1947 te Kerniel. Dochter van Neven, August Willem en Desteghe, Theodorine.
 
Dewaelheyns, Philippe Jacques Alphonse.
Gehuwd met Dewaelheyns, Angele Leonie.
Uit dit huwelijk:
1.
v
Dewaelheyns, Jeanne Leonie Lucille, geboren op 12‑06‑1880 te Tienen, overleden op 31‑08‑1961 te Borgloon op 81-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1961/32, brontekst: echtg. Bricteux Henri). Zij woonde op 01‑05‑1960 Graeth 2 te Borgloon.
Gehuwd met Bricteux, Henri Joseph Arnold.

De Waersegger, Pierre Gregoire.
Gehuwd met Vandenbergh, Adèle.
Uit dit huwelijk:
1.
v
De Waersegger, Joanna Clementina, geboren op 11‑10‑1878 te Leuven, overleden op 11‑12‑1956 te Borgloon op 78-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1956/27). Zij woonde op 01‑05‑1946 Graeth te Borgloon.
Gehuwd met Fourier, Pieter Michel.

De Walef, Chretien Joseph Antoon, geboren op 20‑08‑1921 te Groot-Loon, overleden op 25‑08‑1983 te Borgloon (Bommershoven) op 62-jarige leeftijd, begraven op 30‑08‑1983 te Bommershoven (kerkhof Haren). Hij woonde Wilderstraat te Bommershoven.
Gehuwd met Loix, Maria Josephina Catharina, geboren op 03‑04‑1918 te Broekom (aktenummer: BS-1918/02), overleden op 09‑12‑2015 te Borgloon op 97-jarige leeftijd (brontekst: WZC Bloesemhof, wed. van Chretien de Walef +1983.), begraven op 15‑12‑2015 te Bommershoven (kerkhof Haren). Landbouwer (1946), woonde op 30‑07‑1971 te Haren (Limburg, fusiegmeente).
 
Dewalef, Petrus. Dagloner, woont op 09‑05‑1835 te Groot-Loon.
Gehuwd met Meys, Maria. Zij woont op 09‑05‑1835 te Groot-Loon.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Dewalef, Walter, geboren op 07‑02‑1801 te Groot-Loon (brontekst: 18 pluviose an 9.). Dienstknecht, woont op 09‑05‑1835 te Kuttekoven.
Gehuwd op 34-jarige leeftijd op 09‑05‑1835 te Borgloon (aktenummer: BS-1835/48, brontekst: In de huwelijksakte werd het kind Marie Dewalef (geb. te Borgloon op 20-04-1835) gewettigd.) met Magon, Anne Gertrude, 30 jaar oud, geboren op 08‑08‑1804 te Heers (brontekst: 20 thermidor an 11.). Dienstmeid, woont op 09‑05‑1835 te Borgloon. Op 30-11-1829 was zij een inwonende dienstmeid bij Antoon en Anna Vreven-Knapen, Markt 156. Dochter van Magon, Maria Elisabeth.

De Walef, Pierre, geboren circa 1772 te Overrepen, overleden op 29‑08‑1857 te Groot-Loon (aktenummer: BS-1857/03, brontekst: 85 jaren, geb. te Overrepen, woont te Groot-Loon, echtg. van Maria Helena Thijs, huishoudster wonende te Groot-Loon, geen ouders in zijn ovl.akte.). Mogelijk zoon van Cornelius De Waleff x 29-04-1765 te Overrepen met Maria Anna Vroonen en in die hoedanigheid geb. 09-11-1772 te Overrepen. Dagloner, arbeider, handwerker, woonde op 29‑08‑1857 te Groot-Loon.
Gehuwd op 30‑08‑1801 te Groot-Loon (getuige(n): Hubert Dewalef, Marie Elisabeth Lemmens, Jean Copis en Hubert Sebastien Vanherck) (aktenummer: BS-an10/f04, brontekst: 12 fructidor an 9.) met Thijs, Marie, geboren circa 1777 te Groot-Loon, overleden op 15‑03‑1858 te Groot-Loon (aktenummer: BS-1858/05, brontekst: 81 jaren oud, geboren en wonende te Groot-Loon, wed. van Pieter Dewelf, geen ouders in haar ovl.akte.).
Uit dit huwelijk:
1.
m
Thijs, Hubert, geboren op 24‑04‑1799 te Groot-Loon (aangifte door: François Thijs en Catharine Houben) (aktenummer: BS-an10/f03v, brontekst: 5 floreal VII, natuurlijke zoon van Catherine Thijs. In de kantlijn staat dat hij gewettigd werd in de huw.akte van zijn ouders, Pierre Dewelf en Marie Thijs op 12 Fructidor an 9.).
2.
m
De Walef, Walter Hubert, geboren op 07‑02‑1801 te Groot-Loon (aangifte door: Hubert Dewalef en Catherine Driesen) (aktenummer: BS-an10/f04, brontekst: 18 Pluviôse IX.), overleden op 03‑03‑1880 te Groot-Loon op 79-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1880/02, brontekst: 79 jaar, geboren en wonende te Groot-Loon, wed. van Anna Gertrudis Mangon, zoon van Pieter Dewelf en van Maria Thijs (++).). Handwerker.
Gehuwd op 34-jarige leeftijd op 09‑05‑1835 te Borgloon (aktenummer: BS-1835/48, brontekst: In de huwelijksakte werd het kind Marie Dewalef (geb. te Borgloon op 20-04-1835) gewettigd.) met Mangon, Anna Gertrudus, 30 jaar oud, geboren op 08‑08‑1804 te Heers (brontekst: 20 thermidor an 11.), overleden op 17‑06‑1862 te Groot-Loon op 57-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1862/02, brontekst: 57 jaar, geb. te Heers, woont te Groot-Loon, huisvrouw van Walter Daniel Dewelf, dienstknecht wonende te Groot-Loon, geen ouders in haar ovl.akte niettegenstaande de aangever haar echtg. Walter Daniel Dewelf was, 61 jaar, dienstknecht, wonende te Groot-Loon.). Dienstmeid, woonde op 09‑05‑1835 te Borgloon. Op 30-11-1829 was zij een inwonende dienstmeid bij Antoon en Anna Vreven-Knapen, Markt 156. Dochter van Magon, Maria Elisabeth.
3.
m
Dewelf, Jean, geboren op 03‑05‑1804 te Groot-Loon (aktenummer: BS-an12/f03, brontekst: 13 floreal XII).
4.
m
De Walef, François, geboren op 16‑10‑1806 te Groot-Loon (aktenummer: BS-1806/f02), overleden op 09‑11‑1806 te Groot-Loon, 24 dagen oud (aktenummer: BS-1806/fznr, brontekst: François Develf (!), 22 dagen, geb. te Groot-Loon.).
5.
v
Dewelf, Maria Catharine, geboren op 24‑10‑1808 te Groot-Loon (aktenummer: BS-1807/f04), overleden op 05‑11‑1808 te Groot-Loon, 12 dagen oud (aktenummer: BS-1807/f05, brontekst: 12 dagen, geb. te Groot-Loon.).
6.
v
Dewelf, Marie Anne, geboren op 24‑10‑1808 te Groot-Loon (aktenummer: BS-1807/f04v), overleden op 08‑11‑1808 te Groot-Loon, 15 dagen oud (aktenummer: BS-1807/f05v, brontekst: 15 dagen, geb. te Groot-Loon.).
7.
v
De Welf, Anne Marie, geboren op 11‑06‑1811 te Groot-Loon (aktenummer: BS-1811/f03v).
8.
m
De Welf, Gille Lambert, geboren op 18‑12‑1814 te Groot-Loon (aktenummer: BS-1814/f02v).
9.
v
Dewelf, Anne Catharine, geboren op 29‑05‑1817 te Groot-Loon (aktenummer: BS-1817/f03), overleden op 17‑07‑1874 te Groot-Loon op 57-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1874/04, brontekst: 57 jaar, geboren en wonende te Groot-Loon, huisvrouw van Hendrik Morhaije, dagloner, wonende te te Groot-Loon, dochter van Pieter Dewelf en van Maria Thijs (++).). Zij woonde op 17‑07‑1874 te Groot-Loon.
Gehuwd op 38-jarige leeftijd op 31‑10‑1855 te Wintershoven (aktenummer: BS-1855/10), gehuwd voor de kerk op 04‑11‑1855 te Wintershoven met Morhaije, Hendrik, 35 jaar oud.
{Hij was eerder gehuwd voor 1846 met Lycops, Maria, overleden op 13‑09‑1850 te Neerrepen.}
10.
v
Dewelf, Marie Elisabeth, geboren op 09‑07‑1819 te Groot-Loon (aktenummer: BS-1819/f03).

Dewalef, Walter, geboren op 07‑02‑1801 te Groot-Loon (brontekst: 18 pluviose an 9.). Dienstknecht, woont op 09‑05‑1835 te Kuttekoven. Zoon van Dewalef, Petrus en Meys, Maria.
Gehuwd op 34-jarige leeftijd op 09‑05‑1835 te Borgloon (aktenummer: BS-1835/48, brontekst: In de huwelijksakte werd het kind Marie Dewalef (geb. te Borgloon op 20-04-1835) gewettigd.) met Magon, Anne Gertrude, 30 jaar oud, geboren op 08‑08‑1804 te Heers (brontekst: 20 thermidor an 11.). Dienstmeid, woont op 09‑05‑1835 te Borgloon. Op 30-11-1829 was zij een inwonende dienstmeid bij Antoon en Anna Vreven-Knapen, Markt 156. Dochter van Magon, Maria Elisabeth.
Uit dit huwelijk:
1.
v
Dewalef, Marije, geboren op 18‑04‑1835 te Borgloon (aktenummer: BS-1835/41, brontekst: Gewettigd in de huwelijksakte van 09-05-1835 te Borgloon. In haar geboorteakte erkent Walter Dewalef, 34 jaar, dienstknecht te Kuttekoven de vader te zijn van het kind dat hij heeft bij Anne Gertrude Magon, 30 jaar, dienstmeid te Borgloon. Het kind werd geboren ten huize van Pierre Louis Poncelette gelegen Tongersestraat te Borgloon.), overleden op 22‑11‑1843 te Groot-Loon op 8-jarige leeftijd. Zij woonde op 18‑04‑1835 Tongersestraat te Borgloon.
2.
v
Dewalef, Elisabeth, geboren op 25‑01‑1838 te Groot-Loon (aktenummer: BS-1838/01), gedoopt op 25‑01‑1838 te Borgloon (aktenummer: KL-1838/03), overleden op 19‑08‑1842 te Groot-Loon op 4-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1842/13, brontekst: 4 jaar oud. Zij sterft 11 dagen na haar zusje Barbe Philomine Dewelf die 1 jaar werd.).
3.
v
Dewalef, Barbara Philomena, gedoopt op 10‑08‑1841 te Borgloon (aktenummer: KL-1841/40).

De Walef, Walter Hubert, geboren op 07‑02‑1801 te Groot-Loon (aangifte door: Hubert Dewalef en Catherine Driesen) (aktenummer: BS-an10/f04, brontekst: 18 Pluviôse IX.), overleden op 03‑03‑1880 te Groot-Loon op 79-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1880/02, brontekst: 79 jaar, geboren en wonende te Groot-Loon, wed. van Anna Gertrudis Mangon, zoon van Pieter Dewelf en van Maria Thijs (++).). Handwerker. Zoon van De Walef, Pierre en Thijs, Marie.
Gehuwd op 34-jarige leeftijd op 09‑05‑1835 te Borgloon (aktenummer: BS-1835/48, brontekst: In de huwelijksakte werd het kind Marie Dewalef (geb. te Borgloon op 20-04-1835) gewettigd.) met Mangon, Anna Gertrudus, 30 jaar oud, geboren op 08‑08‑1804 te Heers (brontekst: 20 thermidor an 11.), overleden op 17‑06‑1862 te Groot-Loon op 57-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1862/02, brontekst: 57 jaar, geb. te Heers, woont te Groot-Loon, huisvrouw van Walter Daniel Dewelf, dienstknecht wonende te Groot-Loon, geen ouders in haar ovl.akte niettegenstaande de aangever haar echtg. Walter Daniel Dewelf was, 61 jaar, dienstknecht, wonende te Groot-Loon.). Dienstmeid, woonde op 09‑05‑1835 te Borgloon. Op 30-11-1829 was zij een inwonende dienstmeid bij Antoon en Anna Vreven-Knapen, Markt 156. Dochter van Magon, Maria Elisabeth.
 
Dewallef, Jan Hendrik, geboren op 14‑07‑1863 te Nerem. Zoon van Dewallef, Lambertus en Jaspers, Barbara.
Gehuwd op 43-jarige leeftijd op 08‑10‑1906 te Kerniel met Groffils, Maria Elisabeth, 42 jaar oud, geboren op 19‑02‑1864 te Kerniel, overleden op 10‑07‑1936 te Borgloon op 72-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1936/23). Dochter van Groffils, Guillaume en Dewitte, Maria Ida.
 
Dewallef, Lambertus, overleden op 08‑02‑1879 te Nerem.
Gehuwd met Jaspers, Barbara.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Dewallef, Jan Hendrik, geboren op 14‑07‑1863 te Nerem.
Gehuwd op 43-jarige leeftijd op 08‑10‑1906 te Kerniel met Groffils, Maria Elisabeth, 42 jaar oud, geboren op 19‑02‑1864 te Kerniel, overleden op 10‑07‑1936 te Borgloon op 72-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1936/23). Dochter van Groffils, Guillaume en Dewitte, Maria Ida.

Dewalque, Pieter, geboren op 10‑06‑1884 te Zichen Bolder, overleden op 17‑03‑1966 te Zichen Bolder op 81-jarige leeftijd (aktenummer: 1966 03), begraven op 22‑03‑1965 te Zichen Bolder, e Ida Gerrits.
Gehuwd met Gerits, Anna Philomena Ida, geboren op 08‑04‑1884 te Sluizen, overleden op 03‑09‑1975 op 91-jarige leeftijd (aktenummer: 1975 17), begraven op 08‑09‑1975 te Zichen Bolder.
Uit dit huwelijk:
1.
v
Dewalque, Maria Anna, geboren op 09‑09‑1910 te ZZB, overleden op 04‑05‑2002 te Val-Meer op 91-jarige leeftijd, begraven op 11‑05‑2002 te Val-Meer. Zij woonde Bolderstraat 164, 3770 Val-Meer.
Gehuwd met Tilkin, Polinus, geboren op 10‑02‑1902 te Val-Meer (aangifte door: Monard Hendrik (34 l), Bouveroux Jozef (34 l)) (aktenummer: 1902 03), overleden op 17‑09‑1943 te Val-Meer op 41-jarige leeftijd.
2.
v
Dewalque, Maria Elisabeth, geboren op 22‑04‑1916 te Zichen Bolder, overleden op 10‑02‑2001 te Tongeren op 84-jarige leeftijd (brontekst: AZ Vesalius), begraven op 15‑02‑2001 te Val-Meer. Zij woonde Bergstraat 24, 3770 Val-Meer.
Gehuwd na 1941 met Aerts, Jozef Philippus.
{Hij was eerder gehuwd op 29-jarige leeftijd op 21‑10‑1933 te Val-Meer (aktenummer: 1933 04) met Stassen, Maria Helena, 24 jaar oud, geboren op 17‑04‑1909 te Val-Meer, overleden op 11‑05‑1940 te Borgloon op 31-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1940/b213). Dochter van Stassen, Jan en Germay, Maria Adela.}

Dewarier, Arnoldus. Hij woont op 28‑06‑1799 te Kortessem.
Gehuwd met Diriken, Ida. Zij woont op 28‑06‑1799 te Kortessem.
Uit dit huwelijk:
1.
v
Dewarier, Anna Margaretha, gedoopt op 21‑01‑1768 te Kortessem (brontekst: 31 jaar bij huwelijk, haar geboorteplaats staat niet in haar huwelijksakte, maar die is gekend uit het bestand Kortessem.), overleden op 28‑10‑1847 te Borgloon op 79-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1847/36, brontekst: 80 jaar, geb. te Kortessem, woont te Borgloon, Papenstraat, wed. van Lambert Berckenbosch, dochter van Dewarier Arnold en van Ide Diriken.). Landbouwster, woonde op 30‑11‑1829 Papenstraat 63 te Borgloon. Op 01-05-1832 verbleef Anna Margaretha te Borgloon, Papenstraat 63 en bij haar overlijden op 28-10-1847 woonde zij nog steeds in de Papenstraat te Borgloon.
Gehuwd op 31-jarige leeftijd op 28‑06‑1799 te Borgloon (brontekst: 10 messidor an 7.) met Berckenbosch, Lambertus, 42 jaar oud.

Dewez, Jacques Félix, geboren op 22‑04‑1835 te 's Gravenvoeren.
Gehuwd op 33-jarige leeftijd op 11‑03‑1869 te Luik met Tulkens, Catherine Joséphine, 19 jaar oud, geboren op 11‑08‑1849 te Luik.
Uit dit huwelijk:
1.
v
Dewez, Marie Jeanne Françoise, geboren op 05‑11‑1872 te Luik, overleden op 03‑04‑1904 te Luik op 31-jarige leeftijd.
Gehuwd op 29-jarige leeftijd op 26‑04‑1902 te Luik met Timmermans, Wilhelmus Lambertus, 27 jaar oud.
{Hij is later gehuwd op 33-jarige leeftijd op 14‑09‑1907 te Luik met Buts, Anna Maria, 19 jaar oud, geboren op 16‑02‑1888 te Retinne. Dochter van Buts, Jean Hubert en Kirkens, Anne Marie.}

De Wilde, Henricus.
Gehuwd met Du Moulin, Mechtildis Pharaildis.
Uit dit huwelijk:
1.
v
De Wilde, Françoise Marie, geboren op 18‑08‑1911 te Klerken (W-Vl), overleden op 01‑02‑1953 te Antwerpen op 41-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1953/12, brontekst: Overleden Scheldeken 3 rond 4 uur.). Zij woonde op 01‑02‑1953 Helmetsesteenweg 169 te Schaarbeek.
Gehuwd met Van den Abeele, Gabriel, geboren op 30‑05‑1900 te Berlaar. Landbouwwerkman, leurder (1953), woont op 01‑05‑1960 Tongersesteenweg 5 te Borgloon.

Dewilde, Hubert, geboren op 26‑09‑1853 te Kerniel, overleden op 31‑01‑1913 te Wellen op 59-jarige leeftijd (aktenummer: 04). Dagloner, woonde Kukkelbergstraat 44 te Wellen.
Gehuwd op 23-jarige leeftijd op 09‑02‑1877 te Veulen met Schalenbourg, Aldegondis, 23 jaar oud, geboren op 10‑10‑1853 te Veulen, overleden op 18‑08‑1930 te Wellen op 76-jarige leeftijd (aktenummer: 26). Zij woonde Kukkelbergstraat 55 te Wellen.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Dewilde, Hubert Joseph, geboren op 01‑06‑1881 te Wellen (aktenummer: 35), overleden op 21‑11‑1913 te Borgloon op 32-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1913/39, brontekst: Ovl.akte Wellen = 44. 32 jaar, geb. te Wellen, ongehuwd, landbouwdagloner.). Landbouwwerkman, ongehuwd, woonde Kukkelbergstraat te Wellen.

Dewilde, Jan Jozef, geboren op 28‑11‑1922 te Wellen, overleden op 02‑11‑1991 te Borgloon op 68-jarige leeftijd (brontekst: x Schoenaers Gerardine). Mijnwerker, woonde op 01‑05‑1960 Tongersesteenweg 150 te Borgloon. Zoon van Dewilde, Joannes Hubertus en Ramaekers, Catharina Agnes Amelia.
Gehuwd met Schoenaers, Gerardine, geboren op 05‑05‑1924 te Jesseren, overleden op 04‑09‑2004 te Tongeren op 80-jarige leeftijd (brontekst: Wed. Jean Dewilde.). Zij woonde op 01‑05‑1960 Tongersesteenweg te Borgloon. Dochter van Schoenaers, Pieter en Cuyx, Elisa.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Dewilde, Marcel, geboren op 01‑03‑1947 te Jesseren, overleden op 13‑11‑2022 te Tongeren op 75-jarige leeftijd.
2.
m
Dewilde, Jozef, geboren op 31‑07‑1959 te Borgloon, overleden op 23‑03‑1978 te Genk op 18-jarige leeftijd, begraven op 29‑03‑1978 te Borgloon.

Dewilde, Joannes Hubertus, geboren op 07‑04‑1877 te Wellen (aktenummer: 26), overleden op 19‑03‑1942 te Wellen op 64-jarige leeftijd (aktenummer: 11). Schaapherder, landbouwwerkman, woonde Nieuwe Kukkelbergstraat 53 te Wellen.
Gehuwd op 37-jarige leeftijd op 12‑11‑1914 te Wellen (aktenummer: 11) met Ramaekers, Catharina Agnes Amelia, 26 jaar oud, geboren op 14‑07‑1888 te Wellen (aktenummer: 36), overleden op 08‑03‑1978 te Wellen op 89-jarige leeftijd (aktenummer: 10). Landbouwster, woonde Kukkelberg 18 te Wellen.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Dewilde, Michel Hubert Joseph, geboren op 17‑02‑1915 te Wellen, overleden op 19‑01‑1981 te Borgloon op 65-jarige leeftijd (brontekst: echtg. Muziek Flor). Mijnwerker, woonde op 18‑07‑1964 te Borgloon.
Gehuwd met Muziek, Flora Lucia, geboren op 11‑02‑1919 te Groot-Loon, overleden op 31‑10‑1996 te Tongeren op 77-jarige leeftijd. Zij woonde op 01‑05‑1960 Langsteeg 7 te Borgloon.
2.
m
Dewilde, Jan Jozef, geboren op 28‑11‑1922 te Wellen, overleden op 02‑11‑1991 te Borgloon op 68-jarige leeftijd (brontekst: x Schoenaers Gerardine). Mijnwerker, woonde op 01‑05‑1960 Tongersesteenweg 150 te Borgloon.
Gehuwd met Schoenaers, Gerardine, geboren op 05‑05‑1924 te Jesseren, overleden op 04‑09‑2004 te Tongeren op 80-jarige leeftijd (brontekst: Wed. Jean Dewilde.). Zij woonde op 01‑05‑1960 Tongersesteenweg te Borgloon. Dochter van Schoenaers, Pieter en Cuyx, Elisa.
3.
v
Dewilde, Blondina Elisabeth, geboren op 10‑09‑1924 te Wellen. Zij woont op 01‑05‑1946 Tongersesteenweg te Borgloon.
Gehuwd op 15-jarige leeftijd op 20‑04‑1940 te Wellen (aktenummer: 6) met Derwae, Raymond, 18 jaar oud.

Dewilde, Michel Hubert Joseph, geboren op 17‑02‑1915 te Wellen, overleden op 19‑01‑1981 te Borgloon op 65-jarige leeftijd (brontekst: echtg. Muziek Flor). Mijnwerker, woonde op 18‑07‑1964 te Borgloon. Zoon van Dewilde, Joannes Hubertus en Ramaekers, Catharina Agnes Amelia.
Gehuwd met Muziek, Flora Lucia, geboren op 11‑02‑1919 te Groot-Loon, overleden op 31‑10‑1996 te Tongeren op 77-jarige leeftijd. Zij woonde op 01‑05‑1960 Langsteeg 7 te Borgloon.
 
Dewilde, Wilhelmus, geboren op 15‑09‑1878 te Wellen (aktenummer: 62), overleden op 11‑04‑1950 te Wellen op 71-jarige leeftijd (aktenummer: 14). Dagloner, landbouwer, woonde Kukkelbergstraat 91 te Wellen.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 03‑06‑1905 te Wellen met Boonen, Joanna Catharina, 26 jaar oud, geboren op 09‑02‑1879 te Wellen (aktenummer: 9), overleden op 19‑12‑1948 te Wellen op 69-jarige leeftijd (aktenummer: 43). Zij woonde Kukkelbergstraat 91 te Wellen.
Uit dit huwelijk:
1.
v
Dewilde, Albertina Aldegondis, geboren op 06‑01‑1922 te Hasselt. Zij woont Kukkelbergstraat 58 te Wellen.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 13‑09‑1947 te Wellen (aktenummer: 27) met Coenen, Jacques François Joseph, 24 jaar oud.

Dewilder, Etienne Camille, geboren op 11‑05‑1950 te Etterbeek, overleden op 15‑12‑2006 te Borgloon op 56-jarige leeftijd (brontekst: Overlijdensbericht), begraven op 21‑12‑2006 te Borgloon (brontekst: urnekelder). Loodgieter (1972), woonde op 13‑09‑1972 te Walshoutem. Zoon van Dewilder, Leopold Albert en Dewaele, Yvonne Marie.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 13‑09‑1972 te Borgloon (aktenummer: BS-1972/33) met Mignolet, Godelieve Guillaumine Leontine, 21 jaar oud, geboren op 25‑01‑1951 te Borgloon, overleden op 28‑07‑2014 te Borgloon op 63-jarige leeftijd (brontekst: w Etienne Dewilder (2006)), gecremeerd op 02‑08‑2014 te Hasselt (brontekst: De Tesch.), begraven te Borgloon. Zij woonde op 13‑09‑1972 te Borgloon. Dochter van Mignolet, Alphonse Jean Louis en Hauben, Victorina Frederika.
 
Dewilder, Leopold Albert, overleden op 02‑08‑1970 te Sint-Truiden.
Gehuwd met Dewaele, Yvonne Marie. Zij woont op 13‑09‑1972 te Walshoutem.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Dewilder, Etienne Camille, geboren op 11‑05‑1950 te Etterbeek, overleden op 15‑12‑2006 te Borgloon op 56-jarige leeftijd (brontekst: Overlijdensbericht), begraven op 21‑12‑2006 te Borgloon (brontekst: urnekelder). Loodgieter (1972), woonde op 13‑09‑1972 te Walshoutem.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 13‑09‑1972 te Borgloon (aktenummer: BS-1972/33) met Mignolet, Godelieve Guillaumine Leontine, 21 jaar oud, geboren op 25‑01‑1951 te Borgloon, overleden op 28‑07‑2014 te Borgloon op 63-jarige leeftijd (brontekst: w Etienne Dewilder (2006)), gecremeerd op 02‑08‑2014 te Hasselt (brontekst: De Tesch.), begraven te Borgloon. Zij woonde op 13‑09‑1972 te Borgloon. Dochter van Mignolet, Alphonse Jean Louis en Hauben, Victorina Frederika.

Dewit, Antoine Louis, geboren op 27‑07‑1840 te Sint-Joost-ten-Node. Zoon van Dewit, Jean Baptiste en Royen, Jeanne.
Gehuwd op 29-jarige leeftijd op 11‑05‑1870 te Luik met Martens, Marie Elisabeth, 56 jaar oud.
{Zij was eerder gehuwd op 27-jarige leeftijd op 13‑10‑1841 te Borgloon (aktenummer: BS-1841/15) met Gilen, Jean, 25 jaar oud.}
 
De Wit, Franciscus Carolus. Landbouwer, woont op 30‑09‑1922 te Leefdaal.
Gehuwd met De Kelver, Maria Catharina. Zij woont op 30‑09‑1922 te Leefdaal.
Uit dit huwelijk:
1.
m
De Wit, Guilielmus, geboren op 16‑10‑1894 te Leefdaal. Metser, woont op 30‑09‑1922 te Leefdaal.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 30‑09‑1922 te Borgloon (aktenummer: BS-1922/20) met Bleus, Maria Lucia, 22 jaar oud, geboren op 04‑09‑1900 te Borgloon, gedoopt op 04‑09‑1900 te Borgloon (aktenummer: KL-1900/44). Dienstmeid. Dochter van Bleus, Frans en Declau, Maria Catharina.

De Wit, Guilielmus, geboren op 16‑10‑1894 te Leefdaal. Metser, woont op 30‑09‑1922 te Leefdaal. Zoon van De Wit, Franciscus Carolus en De Kelver, Maria Catharina.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 30‑09‑1922 te Borgloon (aktenummer: BS-1922/20) met Bleus, Maria Lucia, 22 jaar oud, geboren op 04‑09‑1900 te Borgloon, gedoopt op 04‑09‑1900 te Borgloon (aktenummer: KL-1900/44). Dienstmeid. Dochter van Bleus, Frans en Declau, Maria Catharina.
 
Dewit, Jean Baptiste.
Gehuwd met Royen, Jeanne.
Uit dit huwelijk:
1.
m
Dewit, Antoine Louis, geboren op 27‑07‑1840 te Sint-Joost-ten-Node.
Gehuwd op 29-jarige leeftijd op 11‑05‑1870 te Luik met Martens, Marie Elisabeth, 56 jaar oud.
{Zij was eerder gehuwd op 27-jarige leeftijd op 13‑10‑1841 te Borgloon (aktenummer: BS-1841/15) met Gilen, Jean, 25 jaar oud.}

Dewit, Lambertus, overleden op 23‑02‑1750 te Borgloon (aktenummer: 4/149).
Gehuwd met Gysens, Maria Gertrudis, overleden op 16‑03‑1796 te Borgloon (aktenummer: 5/205, brontekst: Dewitte Lambert la Veuve née Ghysens Marie Gertrude.).
Uit dit huwelijk:
1.
m
Dewit, Paulus, gedoopt op 16‑07‑1743 te Borgloon (getuige(n): p: Paulus Gysens, m: de grootmoeder van de dopeling nomine de zuster van de moeder (van het kind)) (aktenummer: 4/045).
2.
v
Dewit, Maria, gedoopt op 05‑06‑1745 te Borgloon (getuige(n): p: Lambertus Freson, m: Sibilla Gysen) (aktenummer: 4/049, brontekst: Haar moeder heet men "Gysen".).
3.
v
Dewitt, Catharina, gedoopt op 25‑10‑1747 te Borgloon (getuige(n): p: Henricus Bormans, m: Maria Elisabeth Dewit) (aktenummer: 4/054).
4.
m
Dewitt, Lambertus, gedoopt op 02‑09‑1750 te Borgloon (getuige(n): p: Nicolaus Claesen, m: Sibilla Keenens) (aktenummer: 4/062, brontekst: Posthumus Lamberti Dewit et Maria Gertrudis Gysens.).

Dewit, Martinus.
Gehuwd voor de kerk op 14‑06‑1753 te Borgloon (aktenummer: 4/014) met Foury, Maria.
 
Dewit, Paulus, overleden ??‑12‑1746 te Borgloon (aktenummer: 4/146).
 
Dewitte, Joannes, geboren op 14‑07‑1784 te Vechmaal. Schaapherder (1824), landbouwer (1833), woont op 07‑01‑1824 te Kuttekoven. Hij woonde op 10-04-1833 Kerniel.
Gehuwd (1) op 39-jarige leeftijd op 07‑01‑1824 te Kerniel (aktenummer: BS-1824/01) met Beerden, Anna Catharina, 33 jaar oud, geboren op 18‑03‑1790 te Gors-Opleeuw, gedoopt op 18‑03‑1790 te Gors-Opleeuw (getuige(n): p: Nicolaus Rewegs, m: Maria Josepha Roulans), overleden op 17‑09‑1830 te Kerniel op 40-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1830/29, brontekst: 40 jaar en 6 maanden, wed. van Pieter Rellemaekers (landbouwer, + Kerniel), dochter van Carolus Berden en van Catharina Livesoens (++ Kerniel). Zij is overleden in haar huis gelegen Dorpsstraat te Kerniel.). Zij woonde op 17‑09‑1830 Dorpsstraat te Kerniel.
{Zij was eerder gehuwd op 30-jarige leeftijd op 20‑04‑1820 te Kerniel (aktenummer: BS-1820/12) met Rellemakers, Pieter, 29 jaar oud.}
Gehuwd (2) op 48-jarige leeftijd op 10‑04‑1833 te Kerniel (aktenummer: BS-1833/10) met Reweghs, Marguerite, 44 jaar oud, geboren op 26‑05‑1788 te Kerniel, gedoopt op 26‑05‑1788 te Kerniel (getuige(n): p: Joannes Reweeghs, m: Catharina Beerden) (aktenummer: 376,65r).
Uit het eerste huwelijk:
1.
v
Dewitte, Maria Ida, geboren op 15‑02‑1826 te Kerniel (aktenummer: BS-1826/05), overleden op 10‑05‑1889 te Kerniel op 63-jarige leeftijd. Landbouwster, boerin, woonde op 09‑10‑1886 te Kerniel.
Gehuwd op 23-jarige leeftijd op 04‑02‑1850 te Kerniel met Groffils, Guillaume, 27 jaar oud.
2.
v
Dewitte, Maria Gertrudis, geboren op 03‑08‑1830 te Kerniel, overleden op 28‑01‑1901 te Borgloon op 70-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1901/05). Naaister, woonde op 28‑01‑1901 Padonck te Borgloon. Woonde op 16-02-1870 te Borgloon, Papenstraat.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 20‑09‑1852 te Kerniel met Berckenbosch, Arnold, 23 jaar oud.

Dewitte, Lambertus, overleden op 17‑10‑1790 te Borgloon (aktenummer: 5/189).
 
Dewitte, Maria Gertrudis, geboren op 03‑08‑1830 te Kerniel, overleden op 28‑01‑1901 te Borgloon op 70-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1901/05). Naaister, woonde op 28‑01‑1901 Padonck te Borgloon. Woonde op 16-02-1870 te Borgloon, Papenstraat. Dochter van Dewitte, Joannes en Beerden, Anna Catharina.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 20‑09‑1852 te Kerniel met Berckenbosch, Arnold, 23 jaar oud.
Uit dit huwelijk: 8 kinderen.
Kinderen:
9.
m
Dewitte, Jean Jacques, geboren op 28‑02‑1873 te Borgloon (aktenummer: BS-1873/15, brontekst: Natuurlijk kind. Moeder was Marie Gertrude Dewitte, 40 jaar, dagloonster, woont te Borgloon, weduwe. De aangifte gebeurde door Jeanne Scheepers, vroedvrouw, 49 jaar, woont te Borgloon.), gedoopt op 28‑02‑1873 te Borgloon (aktenummer: KL-1873/16, brontekst: +. Onwettig.), overleden op 29‑08‑1884 te Borgloon op 11-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1884/44, brontekst: 11 jaar.). Hij woonde op 29‑08‑1884 Graethemstraat te Borgloon.

Baron de Wittenbach de Krecits, Joannes Nepamucenus. Hij woont op 26‑06‑1827 te Freibourg (DE).
Gehuwd met De Sijberg, Isabella. Zij woont op 26‑06‑1827 te Freibourg (DE).
Uit dit huwelijk:
1.
v
baronnes de Wittenbach, Carolina Isabella Catharina Josepha, geboren op 21‑06‑1801 te Fribourg (brontekst: 26 jaar bij huwelijk.), overleden op 25‑04‑1836 te Bilzen (kasteel Schoonbeek) op 34-jarige leeftijd. Zij woonde op 26‑06‑1827 te Koblenz.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 26‑06‑1827 te Bilzen met Graaf de Preston, Edouard Lodewijk, 43 jaar oud.

De Woudrickx, Johanes Dierijckx, overleden op 02‑07‑1424 te Borgloon (brontekst: Grafplaat staat ingemetseld in de kloostergang naar de sacristie van de Sint-Odulphuskerk te Borgloon. Het is een gezamelijke grafplaat voor Johannes Dierijckx de Woudrickx, Arlnoldi de Heurne en Johanis de Bavaria, allen (?) overleden te Borgloon op 2 juli 1424.

HIC EST SEPULT JOHANES DIERIJCKX DE
WOUDRICKX HUI ECCLIE SCOLASTICIS
EN CANONIC NECNO REVERENDISSIM
DNORU ARNOLDI DE HEURNE EPS ET
JOHANIS DE BAVARIA ELECTI LEODIEN
QUONDAM CUBICULARIUS QUI OBIIT
ANNO DOMINI MILLESIO CCCC XX IIIJ
MENSIS JILII DIE SECUNDA CUJUS
ANIMA PER MISERICORDAM DEI
REQUIESCAT IN PACE AMEN). Scolasticus en kanunnik te Borgloon.
 
Baron de Zeegraedt, François Arnoul, geboren te Rummen (kasteel Vrundt), gedoopt op 08‑07‑1711 te Rummen, overleden voor 1775. Waarschijnlijk erft hij van zijn ouders het kasteel van Vrundt onder Rummen. Het kasteel wordt later van de hand gedaan want in 1773 is het eigendom van graaf Hoen de Cartiels, heer van Rummen. Zoon van Baron de Zegraedt, Richardus en Barones de Voordt, Christina Margaretha.
Gehuwd (1) voor 1734 met De Mean de Boleer, N.N..
Gehuwd (2) op 22-jarige leeftijd op 18‑01‑1734 (brontekst: Geen plaats van huwelijk gegeven. De datum is de datum van hun huwelijkscontract.) met De Bauwen, Barbe Catherine, overleden op 17‑03‑1760 te Rijkel (aktenummer: 616,60, brontekst: x Franciscus Arnoldus Joseph De Zegerardt).
Gehuwd (3) met Colson, N.N..
Uit het tweede huwelijk:
1.
v
de Zeegraedt, Catherine Christine, geboren circa 1736. Religieuze.
2.
m
baron de Zeegraedt, Richard François Joseph, geboren circa 1741 te Nandrin (kasteel) (brontekst: Nandrin ligt ten oosten van Hoei.), overleden op 22‑07‑1799 te Milaan (It), -In J. Daris, Notices historiques sur les églises du diocèse de Liège, 1882, tome X, Notes historiques sur Rummen. "Richard François Joseph baron de Segraedt était, en 1775, capitaine au régiment de Vierset, au service de l'empereur. Il y parvint au grade de colonel et fit plusieurs campagnes dans la guerre entre l'Autriche et la république française. Blessé Spineto, prés d'Alexandrie, il fut proclamé général sur le canp de bataille; mais il mourut, quelques jours aprés, à Milan, des suites de ses blessures (22 juillet 1799). Le colonel de Segraedt avait épousé N. de Walschape et ne laissa qu'une fille héritiére de son nom et de sa forLune.
Roslie baronne de Segraedt, née à Bruxelles, le 30 janvier 1788, épousa, le 29 novembre 1805, Gilles-Henri Claes, maire de Fologne, et mourut, le 6 novembre 1874, au chateau de Rullingen.
 
-In Continuation du receuil héraldique des seigneurs bourg-mestres de la noble cité de Liège avec leurs généalogies, celles de nos évêques-et-princes, de nos souvereins-officiers et de quelques familles de l'Europe, door procureur-generaal & syndic OPHOVEN, Liège 1783, op p.133 "Richard Baron de Zeegraedt naquit de Théodore Barori de Zeegraedt & d Anne Françoise de Hemricourt Pierre Antoine Baron de Thiribu Pere Pierre". [IvoG: betreft deze tekst de Richard François Joseph die in Italië sneuvelde? Neen, het betreft hier Richard de Zeegraedt geb. te Borgloon op 08-11-1735 en die huwde met Christina Margaretha de VOORDT, Baronne +1753]
 
-Wij vinden een vermelding van hem in: Jaer-boek der keyzerlyke ende koninglyke hoofd-gilde van den edelen ridder Sin-Joris in den Oudenhove binnen de stad Brugge, door Joseph-Ignace van Praet hofmeester der zelve gilde, 1786, p. 309, deel Chronologique lyste van alle de gilde-broeders en gilde zusters van de aloude gilde van den edelen ridder Sint-Joris die de oude Schotters houden binnen den Schependomme van Brugge (vanaf bladzijde 180), jaar 1775.
 
-In http://www.napoleon-series.org/military/battles/1799/c_1799z13.html, de veldtocht van 1799 in Italië, wordt hij vermeld "Remnants of I - II Battalions. Commander: Freiherr Joseph von Zeegraedt".
Voor de familie de Zeegraedt, zie: De Zeegraedt, 4 Limburg, Intermedi 71/322 en De Zeegraedt, 4 zeer ruim, Intermedi 69/200.
 
-Op de Duitse webpagina, http://de.wikisource.org/wiki/BLK%C3%96:Zeegraedt,_Joseph_Baron, lezen wij:
 
Zeegraedt, Joseph Baron (k. k. Oberst, Ort und Jahr seiner Geburt unbekannt, gest. an den Folgen seiner Verwundung im Juni 1799). Wahrscheinlich ist er belgischer Abkunft (Wallone). Er diente im 58. Infanterie-Regiments, heute Erzherzog Ludwig Salvator. Das Regiment war 1757 mit königlicher Ordonnanz von dem französischen Obersten Baron de Billene et Vierset für den Dienst König Ludwigs XV. von Frankreich im Bisthum Lüttich errichtet, am 3. November 1762 von Frankreich abgedankt, dagegen am 26. Jänner 1763 in das kaiserlich österreichische Heer übernommen worden. Bis 1794, in welchem Jahre Vierset als Generalmajor starb, führte es dessen Namen, darauf hieß es Beaulieu. Baron Zeegraedt, der in demselben 1789 Major war, zeichnete sich als solcher im Feldzuge 1790 in den Niederlanden am 28. September bei Cense Herdanne, welchen Posten er auf das tapferste vertheidigte, besonders aus. Im Juni 1794 that er sich bei der Vertheidigung von Charleroi so hervor, daß in der Gefechtsrelation seines ruhmvollen Antheiles ausdrücklich gedacht wird. Zuletzt rückte er im Regimente zu dessen Obersten und Commandanten vor, marschirte mit demselben im Corps des Feldmarschall-Lieutenants Grafen Bellegarde nach Tirol und zwang daselbst im Gefechte bei Süß am 2. Mai an der Spitze seines Bataillons durch einen glänzenden Bajonnetangriff die französischen Grenadiere, den Ort zu verlassen. Darauf zog er mit dem Regimente nach Italien, focht mit besonderer Auszeichnung im Treffen zwischen Bosco und Cassina grossa bei Alexandrien am 30. Juni desselben Jahres gegen einen weit überlegenen Feind, verlor in diesem Kampfe einen Arm und erlag bald danach seiner Verwundung.
Thürheim (Andreas Graf). Gedenkblätter aus der Kriegsgeschichte der k. k. österreichischen Armee (Wien und Teschen 1880, K. Prochaska, gr. 8°.) Band I, S. 402, Jahr 1799; S. 406, Jahr 1790, 1794; S. 408, Jahr 1799.
Vorheriger: Graf Zedwitz, Karl Moriz, Nächster: Zefarovic, Christoph. Band 59 (1890) ab Seite 267
Voor de originele tekst gedrukt in Gotisch-Frakturletter zie http://www.literature.at/viewer.alo?objid=12543&page=272&scale=3.33&viewmode=fullscreen
 
Vertaling (Bob Joosten)
Zeegraedt, Joseph baron (kolonel, plaats en jaar van geboorte onbekend, overleden aan de gevolgen van zijn verwonding in juni 1799).
Hij is waarschijnlijk van Belgisch (Waalse) afkomst. Hij diende in het 58e infanterieregiment dat nu de naam draagt van aartshertog Ludwig Salvator. Het regiment werd in 1757 bij koninklijke ordonnantie van de Franse Hoge Raad in het bisdom Luik door kolonel baron de Billene et Vierset opgericht om te dienen in het leger van koning Lodewijk XV van Frankrijk. Het werd opgeheven op 3 november 1762 en door Frankrijk en op 26 januari 1763 overgenomen door het keizerlijke Oostenrijkse leger. Tot 1794, toen Vierset overleed als generaal-majoor, droeg het regiment diens naam. Daarna werd het Beaulieu genoemd. Baron Zeegraedt, die in 1789 majoor was, onderscheidde zich in 1790 in de campagne in de Nederlanden, vooral op 28 september in de slag bij Cense Herdanne, dat hij dapper verdedigde. In juni 1794 gedroeg hij zich tijdens de verdediging van Charleroi zo heldhaftig dat zijn roemrijk aandeel in die strijd uitdrukkelijk vermeld werd. Ten slotte marcheerde hij als commandant met hetzelfde regiment mee op in het korps van veldmaarschalk-luitenant graaf Bellegarde naar Tirol. Op 2 mei, aan het hoofd van zijn bataljon, verplichtte hij tijdens de slag bij Süss de Franse grenadiers die plaats te verlaten na een briljante bajonettenaanval. Nadien trok hij nog met zijn regiment naar Italië en streed eervol tijdens de veldslag tussen Bosco en Cassina Grossa tegen een veel sterkere vijand in Alexandrië op 30 juni van hetzelfde jaar. In deze strijd verloor hij een arm en stierf kort nadien aan zijn verwondingen.
Thürheim (Andreas Graf). (Wenen en Teschen 1880 K. Prochaska, groot 8 °) Gedenkschriften uit de oorlogsgeschiedenis van het keizerlijke Oostenrijkse leger, Deel I, blz. 402, 1799; blz.. 406, 1790; 1794; blz. 408, 1799.
 
Vertaling (Guy Vijgen):
Zeegraedt, Joseph Baron (kk kolonel, plaats en jaar van zijn geboorte is onbekend, overleden aan de gevolgen van zijn verwonding in juni 1799). Hij is waarschijnlijk van Belgische (Waalse) afkomst.
Hij diende in het 58e Infanterie Regiment, aartshertog Ludwig Salvator vandaag. Het regiment was in 1757 bij koninklijke ordonnantie door de Franse kolonel baron de Billene et Vierset opgericht, voor dienst aan koning Lodewijk XV van Frankrijk in het bisdom Luik. Het werd ontbonden op 3 november 1762 door Frankrijk, werd daarentegen overgedragen aan het keizerlijke Oostenrijkse leger op 26 januari 1763.
Tot 1794, het jaar waarin Vierset als generaal-majoor overleed, droeg het zijn naam, daarna heette het Beaulieu.
Baron Zeegraedt, die in dat zelfde jaar 1789 majoor was, onderscheidde zich in die functie in de veldtocht in 1790 in Nederland op 28 september bij Cense Herdanne, een post die hij met grote dapperheid verdedigde. In juni 1794, kwam hij in de verdediging van Charleroi zo sterk voor de dag, dat zijn roemvol aandeel in het relaas van de gevechten uitdrukkelijk vernoemd wordt.
Tenslotte werkte hij zich in het regiment op tot kolonel en commandant ervan, marcheerde met datzelfde regiment in het korps van veldmaarschalk-luitenant graaf Bellegarde naar Tirol en dwong er in het gevecht bij Süss op 2 mei aan het hoofd van zijn bataljon, door een briljante bajonetaanval, de Franse grenadiers de plaats te verlaten. Dan ging hij met het regiment naar Italië, vocht met de hoogste onderscheiding in het treffen tussen Bosco en Cassina Grossa in Alexandrië, op 30 juni van hetzelfde jaar, tegen een veel sterkere vijand, verloor in deze strijd een arm en stierf kort daarna aan zijn verwondingen.
Thürheim (Andreas Graf), Wenen en Teschen 1880 K. Prochaska, groot 8 °, Gedenkbladen uit de oorlogsgeschiedenis van het keizerlijke Oostenrijkse leger Deel I, blz. 402, 1799; S. 406, 1790, 1794; P 408, 1799.
 
De Waalse Garde was een infanterie-korps, opgericht in 1537 door Karel V, onder de naam van "Waalse infanterie regiment", hun leden werden vooral aangeworven in het Waalse deel van het Spaanse Nederlanden. Het was een elite-eenheid, in het bijzonder verantwoordelijk voor de binnenlandse veiligheid van Spanje. De eenheid werd uiteindelijk opgenomen in de Spaanse Koninklijke Garde.
Charles Albert van Billehé, (1763-1794) was eigenaar van het Vierset regiment, dat ten dienste stond van Oostenrijk.
 
Bronnen en literatuur in verband met de 'Gardes wallonnes'
-Marquis de Maffei, Mémoires du marquis de Maffei, Lieutenant-Général des Troupes de l'Electeur de Bavière, & ensuite de celles de l'Empereur., vol. 2, Jean Neaulne (Paris), 1740 (lire en ligne [archive]).
-Colonel Guillaume, Histoire des gardes wallones au service d'Espagne, chez F. Parent, Bruxelles, 1858. Lire en ligne [archive].
-Catalogue de la librairie bruxelloise The Romantic Agony, vente publique des 28 et 29 avril 2017, lot 1090, page 287, Livre des Gardes walonn[e]s avec les noms et les destinées des officiers... Manuscrit exécuté par ou pour C. Colins
 
N.B. Deze Waalse Garde kende in Wereldoorlog II (juli 1941) een heropstanding als paramilitaire formatie onder impuls van de partij Rex, dit ter bestrijding van het Bolsjewisme aan het Oostfront. De drie Waalse bataljons waren elk aan een Duits bataljon toegevoegd. De functies van de Waalse bataljons werden uitgebreid tot de bescherming van de militaire installaties, de jacht op de zwarte markt en om te dienen als assistent van de Feldgendarmerie in hun zoektocht naar de werkweigeraars.
 
Algemene bron Waalse Garde: https://fr.wikipedia.org/wiki/Gardes_wallonnes
. [12e] heer van Rullingen, kapitein regiment Vierset (in dienst van de Duitse keizer, 1775), kolonel regiment Beaulieu, woonde Rullingen (kasteel) te Borgloon. Hij erfde het kasteel van Rullingen, gelegen onder Borgloon, van zijn oom Theodore Nicolas baron de Segraedt die op het kasteel van Voort overleed op 5 april 1775.
Gehuwd met Walschape, Anne Marie, overleden circa 1830 te Stanislaw (bij Lemberg, Polen).
3.
v
barones de Zeegraedt, Henriette Mechtilde, geboren circa 1747. Religieuze.
4.
v
barones de Zeegraedt, Aurolia.
Gehuwd voor de kerk op 27‑08‑1773 te Borgloon (aktenummer: 4/028) met Goeswin, Antonius Ferdinandus. Hij woont op 27‑08‑1773 te Spimont.

Baron de Zeegraedt, Richard François Joseph, geboren circa 1741 te Nandrin (kasteel) (brontekst: Nandrin ligt ten oosten van Hoei.), overleden op 22‑07‑1799 te Milaan (It), -In J. Daris, Notices historiques sur les églises du diocèse de Liège, 1882, tome X, Notes historiques sur Rummen. "Richard François Joseph baron de Segraedt était, en 1775, capitaine au régiment de Vierset, au service de l'empereur. Il y parvint au grade de colonel et fit plusieurs campagnes dans la guerre entre l'Autriche et la république française. Blessé Spineto, prés d'Alexandrie, il fut proclamé général sur le canp de bataille; mais il mourut, quelques jours aprés, à Milan, des suites de ses blessures (22 juillet 1799). Le colonel de Segraedt avait épousé N. de Walschape et ne laissa qu'une fille héritiére de son nom et de sa forLune.
Roslie baronne de Segraedt, née à Bruxelles, le 30 janvier 1788, épousa, le 29 novembre 1805, Gilles-Henri Claes, maire de Fologne, et mourut, le 6 novembre 1874, au chateau de Rullingen.
 
-In Continuation du receuil héraldique des seigneurs bourg-mestres de la noble cité de Liège avec leurs généalogies, celles de nos évêques-et-princes, de nos souvereins-officiers et de quelques familles de l'Europe, door procureur-generaal & syndic OPHOVEN, Liège 1783, op p.133 "Richard Baron de Zeegraedt naquit de Théodore Barori de Zeegraedt & d Anne Françoise de Hemricourt Pierre Antoine Baron de Thiribu Pere Pierre". [IvoG: betreft deze tekst de Richard François Joseph die in Italië sneuvelde? Neen, het betreft hier Richard de Zeegraedt geb. te Borgloon op 08-11-1735 en die huwde met Christina Margaretha de VOORDT, Baronne +1753]
 
-Wij vinden een vermelding van hem in: Jaer-boek der keyzerlyke ende koninglyke hoofd-gilde van den edelen ridder Sin-Joris in den Oudenhove binnen de stad Brugge, door Joseph-Ignace van Praet hofmeester der zelve gilde, 1786, p. 309, deel Chronologique lyste van alle de gilde-broeders en gilde zusters van de aloude gilde van den edelen ridder Sint-Joris die de oude Schotters houden binnen den Schependomme van Brugge (vanaf bladzijde 180), jaar 1775.
 
-In http://www.napoleon-series.org/military/battles/1799/c_1799z13.html, de veldtocht van 1799 in Italië, wordt hij vermeld "Remnants of I - II Battalions. Commander: Freiherr Joseph von Zeegraedt".
Voor de familie de Zeegraedt, zie: De Zeegraedt, 4 Limburg, Intermedi 71/322 en De Zeegraedt, 4 zeer ruim, Intermedi 69/200.
 
-Op de Duitse webpagina, http://de.wikisource.org/wiki/BLK%C3%96:Zeegraedt,_Joseph_Baron, lezen wij:
 
Zeegraedt, Joseph Baron (k. k. Oberst, Ort und Jahr seiner Geburt unbekannt, gest. an den Folgen seiner Verwundung im Juni 1799). Wahrscheinlich ist er belgischer Abkunft (Wallone). Er diente im 58. Infanterie-Regiments, heute Erzherzog Ludwig Salvator. Das Regiment war 1757 mit königlicher Ordonnanz von dem französischen Obersten Baron de Billene et Vierset für den Dienst König Ludwigs XV. von Frankreich im Bisthum Lüttich errichtet, am 3. November 1762 von Frankreich abgedankt, dagegen am 26. Jänner 1763 in das kaiserlich österreichische Heer übernommen worden. Bis 1794, in welchem Jahre Vierset als Generalmajor starb, führte es dessen Namen, darauf hieß es Beaulieu. Baron Zeegraedt, der in demselben 1789 Major war, zeichnete sich als solcher im Feldzuge 1790 in den Niederlanden am 28. September bei Cense Herdanne, welchen Posten er auf das tapferste vertheidigte, besonders aus. Im Juni 1794 that er sich bei der Vertheidigung von Charleroi so hervor, daß in der Gefechtsrelation seines ruhmvollen Antheiles ausdrücklich gedacht wird. Zuletzt rückte er im Regimente zu dessen Obersten und Commandanten vor, marschirte mit demselben im Corps des Feldmarschall-Lieutenants Grafen Bellegarde nach Tirol und zwang daselbst im Gefechte bei Süß am 2. Mai an der Spitze seines Bataillons durch einen glänzenden Bajonnetangriff die französischen Grenadiere, den Ort zu verlassen. Darauf zog er mit dem Regimente nach Italien, focht mit besonderer Auszeichnung im Treffen zwischen Bosco und Cassina grossa bei Alexandrien am 30. Juni desselben Jahres gegen einen weit überlegenen Feind, verlor in diesem Kampfe einen Arm und erlag bald danach seiner Verwundung.
Thürheim (Andreas Graf). Gedenkblätter aus der Kriegsgeschichte der k. k. österreichischen Armee (Wien und Teschen 1880, K. Prochaska, gr. 8°.) Band I, S. 402, Jahr 1799; S. 406, Jahr 1790, 1794; S. 408, Jahr 1799.
Vorheriger: Graf Zedwitz, Karl Moriz, Nächster: Zefarovic, Christoph. Band 59 (1890) ab Seite 267
Voor de originele tekst gedrukt in Gotisch-Frakturletter zie http://www.literature.at/viewer.alo?objid=12543&page=272&scale=3.33&viewmode=fullscreen
 
Vertaling (Bob Joosten)
Zeegraedt, Joseph baron (kolonel, plaats en jaar van geboorte onbekend, overleden aan de gevolgen van zijn verwonding in juni 1799).
Hij is waarschijnlijk van Belgisch (Waalse) afkomst. Hij diende in het 58e infanterieregiment dat nu de naam draagt van aartshertog Ludwig Salvator. Het regiment werd in 1757 bij koninklijke ordonnantie van de Franse Hoge Raad in het bisdom Luik door kolonel baron de Billene et Vierset opgericht om te dienen in het leger van koning Lodewijk XV van Frankrijk. Het werd opgeheven op 3 november 1762 en door Frankrijk en op 26 januari 1763 overgenomen door het keizerlijke Oostenrijkse leger. Tot 1794, toen Vierset overleed als generaal-majoor, droeg het regiment diens naam. Daarna werd het Beaulieu genoemd. Baron Zeegraedt, die in 1789 majoor was, onderscheidde zich in 1790 in de campagne in de Nederlanden, vooral op 28 september in de slag bij Cense Herdanne, dat hij dapper verdedigde. In juni 1794 gedroeg hij zich tijdens de verdediging van Charleroi zo heldhaftig dat zijn roemrijk aandeel in die strijd uitdrukkelijk vermeld werd. Ten slotte marcheerde hij als commandant met hetzelfde regiment mee op in het korps van veldmaarschalk-luitenant graaf Bellegarde naar Tirol. Op 2 mei, aan het hoofd van zijn bataljon, verplichtte hij tijdens de slag bij Süss de Franse grenadiers die plaats te verlaten na een briljante bajonettenaanval. Nadien trok hij nog met zijn regiment naar Italië en streed eervol tijdens de veldslag tussen Bosco en Cassina Grossa tegen een veel sterkere vijand in Alexandrië op 30 juni van hetzelfde jaar. In deze strijd verloor hij een arm en stierf kort nadien aan zijn verwondingen.
Thürheim (Andreas Graf). (Wenen en Teschen 1880 K. Prochaska, groot 8 °) Gedenkschriften uit de oorlogsgeschiedenis van het keizerlijke Oostenrijkse leger, Deel I, blz. 402, 1799; blz.. 406, 1790; 1794; blz. 408, 1799.
 
Vertaling (Guy Vijgen):
Zeegraedt, Joseph Baron (kk kolonel, plaats en jaar van zijn geboorte is onbekend, overleden aan de gevolgen van zijn verwonding in juni 1799). Hij is waarschijnlijk van Belgische (Waalse) afkomst.
Hij diende in het 58e Infanterie Regiment, aartshertog Ludwig Salvator vandaag. Het regiment was in 1757 bij koninklijke ordonnantie door de Franse kolonel baron de Billene et Vierset opgericht, voor dienst aan koning Lodewijk XV van Frankrijk in het bisdom Luik. Het werd ontbonden op 3 november 1762 door Frankrijk, werd daarentegen overgedragen aan het keizerlijke Oostenrijkse leger op 26 januari 1763.
Tot 1794, het jaar waarin Vierset als generaal-majoor overleed, droeg het zijn naam, daarna heette het Beaulieu.
Baron Zeegraedt, die in dat zelfde jaar 1789 majoor was, onderscheidde zich in die functie in de veldtocht in 1790 in Nederland op 28 september bij Cense Herdanne, een post die hij met grote dapperheid verdedigde. In juni 1794, kwam hij in de verdediging van Charleroi zo sterk voor de dag, dat zijn roemvol aandeel in het relaas van de gevechten uitdrukkelijk vernoemd wordt.
Tenslotte werkte hij zich in het regiment op tot kolonel en commandant ervan, marcheerde met datzelfde regiment in het korps van veldmaarschalk-luitenant graaf Bellegarde naar Tirol en dwong er in het gevecht bij Süss op 2 mei aan het hoofd van zijn bataljon, door een briljante bajonetaanval, de Franse grenadiers de plaats te verlaten. Dan ging hij met het regiment naar Italië, vocht met de hoogste onderscheiding in het treffen tussen Bosco en Cassina Grossa in Alexandrië, op 30 juni van hetzelfde jaar, tegen een veel sterkere vijand, verloor in deze strijd een arm en stierf kort daarna aan zijn verwondingen.
Thürheim (Andreas Graf), Wenen en Teschen 1880 K. Prochaska, groot 8 °, Gedenkbladen uit de oorlogsgeschiedenis van het keizerlijke Oostenrijkse leger Deel I, blz. 402, 1799; S. 406, 1790, 1794; P 408, 1799.
 
De Waalse Garde was een infanterie-korps, opgericht in 1537 door Karel V, onder de naam van "Waalse infanterie regiment", hun leden werden vooral aangeworven in het Waalse deel van het Spaanse Nederlanden. Het was een elite-eenheid, in het bijzonder verantwoordelijk voor de binnenlandse veiligheid van Spanje. De eenheid werd uiteindelijk opgenomen in de Spaanse Koninklijke Garde.
Charles Albert van Billehé, (1763-1794) was eigenaar van het Vierset regiment, dat ten dienste stond van Oostenrijk.
 
Bronnen en literatuur in verband met de 'Gardes wallonnes'
-Marquis de Maffei, Mémoires du marquis de Maffei, Lieutenant-Général des Troupes de l'Electeur de Bavière, & ensuite de celles de l'Empereur., vol. 2, Jean Neaulne (Paris), 1740 (lire en ligne [archive]).
-Colonel Guillaume, Histoire des gardes wallones au service d'Espagne, chez F. Parent, Bruxelles, 1858. Lire en ligne [archive].
-Catalogue de la librairie bruxelloise The Romantic Agony, vente publique des 28 et 29 avril 2017, lot 1090, page 287, Livre des Gardes walonn[e]s avec les noms et les destinées des officiers... Manuscrit exécuté par ou pour C. Colins
 
N.B. Deze Waalse Garde kende in Wereldoorlog II (juli 1941) een heropstanding als paramilitaire formatie onder impuls van de partij Rex, dit ter bestrijding van het Bolsjewisme aan het Oostfront. De drie Waalse bataljons waren elk aan een Duits bataljon toegevoegd. De functies van de Waalse bataljons werden uitgebreid tot de bescherming van de militaire installaties, de jacht op de zwarte markt en om te dienen als assistent van de Feldgendarmerie in hun zoektocht naar de werkweigeraars.
 
Algemene bron Waalse Garde: https://fr.wikipedia.org/wiki/Gardes_wallonnes
. [12e] heer van Rullingen, kapitein regiment Vierset (in dienst van de Duitse keizer, 1775), kolonel regiment Beaulieu, woonde Rullingen (kasteel) te Borgloon. Hij erfde het kasteel van Rullingen, gelegen onder Borgloon, van zijn oom Theodore Nicolas baron de Segraedt die op het kasteel van Voort overleed op 5 april 1775. Zoon van Baron de Zeegraedt, François Arnoul en De Bauwen, Barbe Catherine.
Gehuwd met Walschape, Anne Marie, overleden circa 1830 te Stanislaw (bij Lemberg, Polen).
Uit dit huwelijk:
1.
v
barones de Zeegraedt, Rosalie, geboren op 30‑01‑1788 te Brussel, overleden op 06‑11‑1874 te Borgloon (kasteel Rullingen) op 86-jarige leeftijd (aktenummer: BS-1874/36, brontekst: Baronne De Zeegraedt Rosalie, ovl. gehucht Rullingen 86 jaar, geb. te Brussel, woont te Borgloon, wed. van Claes Gilbert Henri, dochter van Richard François Joseph baron De Zeegraedt en van De Walschape Anne (++).). [13e] dame van Rullingen, woonde op 06‑11‑1874 Rullingen (kasteel) te Borgloon. Bij de dood van haar zoon Frans Claes te Berlingen op 07-04-1849 zou zij te Spa gewoond hebben. Haar man Gisbert Claes was toen ook reeds overleden.
 
Historiek Kasteel van Rullingen
 
De heren van Rolinghen waren leenmannen van de graven van Loon. De oudst bekende telg is Egbert die in 1135 vermeld wordt als getuige bij de stichting van de abdij van Averbode. In 1288 vecht Hendrik van Rolinghen aan de zijde van de graaf van Loon in de slag bij Woeringen. In de funderingen van het kasteel werd in 1981-82 een oude kern van mergel en silex teruggevonden. Dit restant van een middeleeuwse constructie blijft een onvoldoende bewijs voor de door J. Daris geformuleerde hypothese als zou er oorspronkelijk een mottoren gestaan hebben.
 
In de tweede helft van de 15de eeuw komt Rullingen in het bezit van de familie van Hulsberg Schaloen en in 1575 gaat het door huwelijk over naar de familie van Voordt. Zij liet het kasteel in de eerste helft van de 17de eeuw ombouwen tot een waterkasteel in Maasstijl. Volgens een stichtingsakte van 1622 werd er toen een huiskapel opgericht sur la motte de Rullingen. Op de Ferrariskaart (1771-77) worden het kasteel en de hoeve voorgesteld als twee tegenover elkaar gelegen U-vormige complexen.
 
In de loop van de 18de en de eerste helft van de 19de eeuw wordt het geheel gemoderniseerd door de familie de Zeegraedt: zij bouwen tussen 1761-1789 de pachterwoning met buitenschuur, verwijderen de kruisen uit de vensters van het kasteel, en vormen het Franse park om tot een park in landschapsstijl; naast de hoeve wordt een woning voor de jachtwachter gebouwd, en de oude slotkapel wordt vervangen door koetshuizen.
 
In 1806 komt Rullingen door huwelijk in het bezit van de familie Claes. In de Atlas van de Buurtwegen (1844) verschijnt het complex in zijn grootste uitgestrektheid; vooral de hoeve was inmiddels sterk uitgebreid. Circa 1850 bouwt Eugène Claes in het verlengde van de oostelijke dienstvleugel naar het park toe een oranjerie van glas en metaal.
 
In 1912 wordt Rullingen aangekocht door ridder Pangaert d'Opdorp. Een grote brand in 1920 verwoest het grootste gedeelte van de kasteelhoeve en de dienstvleugel van het kasteel, gevolgd door een nieuw bouwcampagne: de verwoeste dienstgebouwen en de resten van de hoeve worden gesloopt en vervangen door een formele, zogenaamde Franse tuin; het vervallen waterkasteel wordt in 1921-35 gerestaureerd naar ontwerp van Langerock (Leuven) in neotraditionele stijl met neorenaissance-inslag. De slotgracht wordt aan de uiteinden gedeeltelijk gedempt en van afbraakmateriaal worden enkele nieuwe dienstgebouwen opgetrokken.
 
Het complex wordt in 1978 verworven door de Provincie Limburg, die het als hotel-restaurant verhuurt.
 
Bron: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/31855
 
-Aanvulling IvoG: in 2014 verkoopt de Provincie Limburg het kasteel. Zie het verkoopsdossier op http://fiscus.fgov.be/interfpatrnl/Green/Immeubles/Hasselt/HasseltBorgloonRullingen1/verkoopdossier_Rullingen.pdf.
 
Werken in verband met Rullingen:
 
-PAUWELS D., SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen, deel 14N4, Brussel - Turnhout, 1999, p. 99-100.
 
-https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/134299
 
-GENICOT L.F. (editor), Het groot kastelenboek van België, deel 1, [Brussel], 1976, pagina's 216-217.
 
-DARIS J., Histoire du Diocèse et de la Principauté de Liège pendant le XVIe siècle, 2 delen, Luik, 1865, pagina's 130-141.
 
-DECKER DOUCET de TILLIER R. de, Contribution à l'histoire du château de Rulingen, in De Middelaar tussen de Genealogische Navorsers, 26 (6) 1971, pagina's 322-343, 1972.
 
-DE DECKER DOUCET DE TILLIER R., La famille de Borman au château de Rullingen, in L'Intermédiaire des généalogistes, nr. 158, 1972 p. 115-116.
 
-DE DECKER DOUCET DE TILLIER R.; GOOLE F., Généalogie des barons de Zeegraedt, seigneurs de Vrundt puis de Rullingen, de leurs ancêtres de Kerkem et de leur descendance, in L'Intermédiaire des généalogistes, nr. 163, 1973, p. 1-11.
 
-DE MAEGD C. EN VAN DEN BROECK M., 2007, Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 3: Alken, Borgloon, Heers, Kortessem, Wellen, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed.
 
-GHELLINCK D'ELSEGHEM J.de, Rullingen, in De Woonstede door de eeuwen heen, 9, 1971, pagina's 98-99.
 
-HANSSEN M. - SCHEPERS S., Het kasteel van Rullingen te Borgloon, in De Band, 3 (3) 1973, pagina 48.
 
-STEVENS J. (ed.), Landschapswandeling Rullingen, Rekem, 1987, pagina's 25-32.
 
-VAN DE KONIJNENBURG R., Archeologisch vooronderzoek, (1982) (niet-gepubliceerd).
 
-VERHEYEN W., Provinciale initiatieven rond het kasteel van Rullingen, in Limburg Vandaag, 10 (12) 1978-79, pagina's 19-20.
 
-WAEGEMAN T., Het Kasteel van Rullingen. Van seigneuriaal hoevekasteel tot charmant buitengoed, in Limburg, 68, 1989, pagina's 139-149.

Gehuwd op 17-jarige leeftijd op 29‑11‑1805 te Veulen (brontekst: Voor het gezin zie ook Explicatif de la lithographie de Van Der Haert (Biblio.Royale Brxl- S-II-39.841).) met Claes, Gisbert Henry, 31 jaar oud.


Eerste blad    Vorig blad    Blad 43 van 163 bladen Volgend blad    Laatste blad

Homepage | E-mail