Sterk in Genealogie
Zuid-Limburg


Het proces

 

[Aanhoudingsbeveltc \l2 "Aanhoudingsbevel]

 

Buitengewone genachte van de 28.06.1774 om 7 uur 's morgens.

 

Recharge in de zaak aangespannen door de heer HOLLANDERS, drossaard der vrijheerlijkheid Wellen, tegen criminelen.

 

Wij leenmannen van de edele en soevereine leenzaal van Munsterbilzen, op aanmaning van de erentfeste heer stadhouder, na inzage der akten door de voornoemde officier tegen criminelen voor ons nedergerecht Wellen opgewassen en aan ons overgemaakt, leren en rechargeren aan de schepenen van dit nedergerecht van, zich voegend op hun gebruikelijke rechterstoel en aldaar recht doende, te wijzen de heer officier wel gefundeerd om over te gaan tot de aanhouding van Jan CLAES en Hubert CLAES van Ulbeek, Lam GILISEN van Vrolingen en Gijsen GERRITS van Abswellen, alles op hun verantwoordelijkheid.

Wij behouden ons het recht voor van een dergelijk bevel uit te vaardigen tegen anderen.

 

                                                       Actum in judicio ut supra.

 

 

 


 

Artikelen examinatoirstc \l2 "Artikelen examinatoirs, ingediend door de heer L. G. HOLLANDERS, drossaard der vrijheerlijkheid Wellen, handelend als onderzoeksrechter tegen Lambertus GILISEN, gevangene, vertoond de 05.07. 1774 om 11 uur 's morgens.

 

Achtbare heren,

 

De heer L.G. HOLLANDERS, drossaard dezer vrijheerlijkheid Wellen, handelend als onderzoeksrechter tegen Lambertus GILISEN, gevangene, dient zonder enige prejudicie en onder alle bestdienlijke salutaire clausulen, protestatiėn en reserven, de volgende artikelen examinatoirs in.

Hij verzoekt u de gevangene, vrij van ketenen en boeien, hierover zorgvuldig te onderhoren. Wanneer de aard van zijn antwoorden het vereist, zult u hem ambtshalve bijkomende inlichtingen vragen.

U gelieve hem te vragen:

 

Antwoord van Guillam GILIS op de artikelen examinatoirstc \l2 "Antwoord van Guillam GILIS op de artikelen examinatoirs, de 05.07.1774 voor ons vertoond.

 

Op heden de 06.07.1774 om 4 uur 's namiddags hebben wij BERDEN en CLAESEN, schepenen der justitie Wellen, ons begeven naar het koetsierskamertje te Munsterbilzen. Op verzoek van de heer L.G. HOLLANDERS is daar voor ons verschenen: Guillam GILIS, gevangene, vrij van ketenen en boeien, om te antwoorden op de artikelen examinatoirs, ons de 5° van de deze maand vertoond.

Wij hebben ze hem voorgelezen en hij heeft geantwoord als volgt:

 

01.     Hoe heet gij en waar zijt gij geboren?

 

Antwoord: Guilliam GILIS te heten en geboren te zijn te Hasselt.

 

02.     Hoe oud zijt gij? Zijt gij gehuwd? Met wie?

 

Antwoord: ongeveer 55 ą 56 jaar oud te zijn en gehuwd met Elisabeth LOIX.

 

03.     Waar woont gij en waar hebt gij van in uw jeugd tot heden verbleven?

 

Antwoord: te Vrolingen te wonen en zich voordien altijd te Hasselt opgehouden te hebben.

 

04.     Hoe heten uw ouders en waar wonen zij?

 

Antwoord: dat zijn ouders Paulus GILIS en Catharina THEUNIS waren, die altijd te Hasselt gewoond hebben.

 

05.     Waarom zijt gij te Vrolingen komen wonen? Om welke reden hebt gij uw geboortedorp verlaten?

 

Antwoord: zijn geboorteplaats verlaten te hebben om meer werk te vinden.

 

06.     Waarmee hebt gij vanaf uw jeugd tot heden uw kost verdiend?

 

Antwoord: met weven en spinnen en allerlei handwerk.

 

07.     Wie waren uw vrienden en in wiens gezelschap hebt gij verkeerd?

 

Antwoord: met niemand.

 

08.     Weet gij niet waarom gij aangehouden zijt of kunt gij het niet gissen?


 

Antwoord: het niet te weten.

 

09.     Hebt gij nooit gehoord dat er te Russelt onder Wellen aan het huis van Jan CORFS brieven gelegd zijn, zowel voor als na dat het afgebrand is?

 

Antwoord: hierover enkele algemene geruchten gehoord te hebben.

 

10.     Waar, van wie en bij welke gelegenheid hebt gij dit vernomen?

 

Antwoord: is reeds beantwoord.

 

11.     Hebt gij ook niet gehoord dat de 4° november laatstleden het huis of de mijt van Jan CORFS in brand gestoken is?

 

Antwoord: neen.

 

12.     Weet gij niet wie de naam of de faam heeft van dit huis of deze mijt in brand gestoken te hebben?

 

Antwoord: neen.

 

13.     Weet gij ook niet wie er op wacht stond toen dit huis of deze winning in brand gestoken is?

 

Antwoord: neen.

 

14.     Weet gij ook niet wie op wacht stond toen de brandbrieven aan dit huis gelegd zijn?

Antwoord: neen.

 

15.     Weet gij ook niet wie de kuilen gemaakt heeft waarin het bij de brandbrieven geeiste geld gelegd moest worden?

 

Antwoord: neen.

 

16.     Hebt gij zelf nooit met anderen gekomplotteerd over het schrijven en leggen van brandbrieven?

 

Antwoord: neen.

 

17.     Waar hebt gij hierover gekomplotteerd? Wie was daarbij aanwezig en wie had voorweet en kennis van dit komplot?

 

Antwoord: hiervan niets te weten.

 

18.     Wie heeft u hiertoe ontboden of samengeroepen en op welke plaats moest gij samenkomen?

 

Antwoord: nooit opgroepen geweest te zijn.

 

19.     Waar is het komplot gesmeed om de winning of het huis van Jan CORFS af te branden?

 

Antwoord: het niet te weten.

 


 

20.     Wie heeft er op wacht gestaan toen dit huis in brand gestoken is en toen de brandbrieven er gelegd zijn, zowel voor als na dat het afgebrand is?

 

Antwoord: het niet te weten.

 

21.     Hebt gij en uw medeplichtigen niet gekomplotteerd van alle huizen en winningen af te branden van degenen die het bij de brandbrieven geeiste geld niet zouden leggen?

 

Antwoord: neen.

 

22.     Waar, door wie en in wiens aanwezigheid zijn de brandbrieven geschreven waar gij voorweet en kennis van hadt?

 

Antwoord: daarvan niets te weten.

 

23.     Waar, door wie en aan wiens huis of winning moesten ze gelegd worden?

 

Antwoord: daarvan niets te weten.

 

24.     Weet gij niet of er nog meer brandbrieven geschreven zijn dan er gelegd zijn?

 

Antwoord: van geen brandbrieven te weten.

 

25.     Aan wiens huis of woonst moesten ze gelegd worden?

 

Antwoord: het niet te weten.

 

26.     Waar en op welke plaats zijt gij en uw medeplichtigen samengekomen om over het schrijven en leggen der brandbrieven te beraadslagen?

 

Antwoord: nergens.

 

27.     Hoe lang en sedert wanneer zijt gij bij deze bende geweest?

 

Antwoord: niet bij deze bende te zijn.

 

28.     Wie heeft u bij deze bende gebracht en welke eed hebt gij hiertoe afgelegd?

 

Antwoord: niemand, en geen eed afgelegd te hebben.

 

29.     Uit welke woorden of ceremoniėn bestond deze eed? Op welke plaats hebt gij hem afgelegd? Wie was daarbij aanwezig?

 

Antwoord: daar niets van te weten.

 

3O.    Wie heeft die eed nog afgelegd en wie behoort er nog tot dit komplot of heeft er voorweet en kennis van gehad?

 

Antwoord: het niet te weten.

 

31.     Hoe heten zij en waar wonen zij?


 

Antwoord: het niet te weten.

 

32.     Welke huizen of winningen hebt gij en uw medeplichtigen nog besloten van af te branden?

 

Antwoord: geen.

 

33.     Waar zijn de brandbrieven geschreven die nog niet gelegd werden?

 

Antwoord: er nooit een gezien te hebben.

 

34.     Weet gij niet wie de overste of kapitein is van deze bende? Van wie hebt gij uw bevelen ontvangen?

 

Antwoord: het niet te weten.

 

35.     Behoort gij niet tot de bende van Overmaas of Valkenburg?

 

Antwoord: niet tot deze bende te behoren.

 

36.     Wie heeft u erbij gebracht en wie heeft u aangenomen?

 

Antwoord: niemand.

 

37.     Welke eed hebt gij afgelegd toen gij erbij aangenomen zijt?

Uit welke woorden of ceremoniėn bestond hij?

 

Antwoord: van geen eed te weten.

 

38.     Wie heeft u deze eed afgenomen? Waartoe hebt gij u door deze eed verbonden?

 

Antwoord: niemand.

 

39.     Welke diefstallen of misdaden hebt gij met deze bende bedreven en wie was daarbij mededader of helper?

 

Antwoord: nooit diefstallen gepleegd te hebben.

 

4O.    Waaruit bestonden ze en welk voordeel hebt gij ervan gehad?

 

Antwoord: nooit iets ontvangen te hebben en ook nooit gestolen te hebben.

 

41.     Welke wedde of welk profijt hebt gij van deze bende gekregen? Wat hadt gij ervan te verwachten?

 

Antwoord: nooit een wedde nog enig profijt van deze bende gekregen te hebben en er ook nooit iets van verwacht te hebben.

 

42.     Op welke wijze zijn de diefstallen of misdaden uitgevoerd die gij met deze bende bedreven hebt?

 

Antwoord: nooit diefstallen gepleegd te hebben.

 


 

43.     Hebt gij nooit gekomplotteerd van enkele zware diefstallen te plegen die gij nooit uitgevoerd hebt? Wie was bij dit komplot betrokken en wie heeft er het eerst over gesproken?

 

Antwoord: hiervan niets te weten.

 

44.     Wie was de kapitein of overste van deze bende, zowel aan deze als aan gene zijde van de Maas?

 

Antwoord: er geen te kennen.

 

45.     Wie zijn uw medeplichtigen bij deze bende? Van welke diefstallen waart gij op de hoogte?

 

Antwoord: er geen te kennen.

 

Na voorlezing heeft hij zijn antwoorden bevestigd en ondertekend met een kruisje, zijnde het handteken van Guillam GILIS, die niet kan schrijven.

 

J.F. MONFORT, schepen.                                                                          F. CLAESEN, schepen.

 

 

 

Artikelen probatoirstc \l2 "Artikelen probatoirs, ingediend door de heer L.G. HOLLANDERS, handelend als onderzoeksrechter tegen Guiliam GILIS of GILISEN, gevangene, vertoond de 14.07.1774 om 11 uur 's voormiddags.

 

Achtbare heren,

 

De heer L.G. HOLLANDERS, drossaard dezer vrijheerlijkheid Wellen, handelend als onderzoeksrechter tegen Guilam GILIS of GILISEN, gevangene, dient zonder enige prejudicie en onder alle bestdienlijke salutaire clausulen, protestatiėn en reserven, de volgende artikelen probatoirs in, gelet op de ontkentenissen van de gevangene op de artikelen examinatoirs.

 

1.       Dat de gevangene samen met anderen gekomplotteerd heeft over het schrijven en leggen der brandbrieven.

 

2.       Dat hij samen met anderen gekomplotteerd heeft van alle huizen en winningen af te branden van degenen die het bij de brandbrieven geeiste geld niet zouden leggen.

 

3.       Dat hij op wacht gestaan heeft aan het huis van Jean CORFS toen de mijt naast het huis in brand gestoken is.

 

4.       Dat hij aanwezig was ten huize van Jean LYCOPS toen daar de 2 brandbrieven geschreven zijn die gelegd zijn aan het huis van Jean CORFS na dat dit afgebrand is.

 

5.       Dat hij de eerste van deze 2 brandbrieven zelf aan dit huis gelegd heeft.

 

6.       Dat hij op wacht gestaan heeft aan het huis van Jean CORFS, toen daar de 2° brandbrief gelegd is na dat het afgebrand is en toen de eerste er gelegd is eer het afgebrand is.

 

7.       Dat hij lid is van de bende van Overmaas.

 

8.       Dat hij de eed van deze bende afgelegd heeft, bestaande uit gruwelijke godslasteringen, vervloekingen en heiligschennis sen.


 

9.       Dat hij samen met andere leden van deze bende gekomplotteerd heeft van verschillende diefstallen te plegen.

 

De heer officier verzoekt over deze beschuldigingen ter proeve toegelaten te worden, waarna hij verder zal handelen als naar recht.

 

                                                           Wes implorerende ....

                                                       L.G. HOLLANDERS qqu.

 

 

 

Lijste designatoir of etiquettc \l2 "Lijste designatoir of etiquet, bestemd voor het rechtsgeding aangespannen door de heer L.G. HOLLANDERS, drossaard, tegen Guiliam GILIS of GILISEN, gevangene, vertoond de 14.07.1774 om 12 uur 's middags.

 

Achtbare heren,

 

De heer L.G. HOLLANDERS, drossaard dezer vrijheerlijkheid Wellen, handelend als onderzoeksrechter tegen Guilliam GILIS of GILISEN, gevangene, dient zonder enige prejudicie en onder de ter akten gewoonlijke protestatiėn en gereserveerde clausulen, de volgende lijste designatoir of etiquet in.

Hij verzoekt u de gevangene te confronteren met de uittreksels uit de beschuldigingen van Tilman SWENNEN, Tilman VANDERMEER en Arnold VOORTMANS, samen met de bijhorende artikelen.

 

1.       Bij het 1° artikel probatoir vertoont hij een uittreksel uit de bekentenis van Arnold VOORTMANS sub litt. C en D.

 

2.       Bij het 2° artikel vertoont hij een uittreksel uit de bekentenis van Arnold VOORTMANS sub litt. B.

 

3.       Bij het 3° artikel vertoont hij een uittreksel uit de bekentenis van Arnold VOORTMANS sub litt. A.

 

4.       Bij het 4° artikel vertoont hij een uittreksel uit de bekentenis van Tilman SWENNEN sub nr. 2.

 

5 en 6. Bij het 5° en het 6° artikel vertoont hij een uittreksel uit de bekentenis van Tilman VANDERMEER sub litt. BB.

 

7, 8 en 9. Bij het 7°, het 8° en het 9° artikel vertoont hij een uittreksel uit de bekentenis van Tilman VANDERMEEREN sub litt. AA.

 

De gevangene zal hiertoe gedagvaard worden door de heer BERDEN, schepen ut refert.

 

                                                       L.G. HOLLANDERS qqu.

 

 

 

Uittreksel uit de bekentenis van Tilman SWENNENtc \l2 "Uittreksel uit de bekentenis van Tilman SWENNEN sub nr. 1 en 2, bestemd voor het rechtsgeding aangespannen door de heer L.G. HOLLANDERS, drossaard, tegen Guiliam GILIS of GILISEN, vertoond de 14.07.1774 om 12 uur 's middags.

 


 

Uittreksel uit de bekentenis van Tilman SWENNEN, afgelegd de 04.07.1774 om 3 uur 's namiddags en bekrachtigd de 6° juli, uit de criminele protocolle der justitie Wellen, waarin ondermeer staat wat volgt:

 

Op het 5° artikel bekent hij zelf op wacht gestaan te hebben in de tuin tegenover het huis van Jan CORFS toen de 2° brandbrief er gelegd is, ongeveer 4 maanden na dat het afgebrand is. Stonden er eveneens op wacht: Lam GILISEN van Vrolingen (nr.1), Gijsen GERRITS van Abswellen, Joannes CLAES van Ulbeek en Geurt VOORTMANS Willems zoon. Hij weet niet meer precies wie de brandbrief gelegd heeft.

 

Op het 9° artikel bekent hij dat de brandbrieven die hij en zijn medeplichtigen gelegd hebben, geschreven zijn ten huize van Joannes LYCOPS te Abswellen en van Arnold VOORTMANS te Russelt. Enkele, die zij hebben menen te leggen, werden geschreven ten huize van Nicolaas HOENTIENS te Russelt. Hij bekent dat bij het schrijven der brandbrieven ten huize van Joannes LYCOPS te Abswellen aanwezig waren: hij zelf, Joannes LYCOPS, Tilman VANDERMEEREN, Arnold VOORTMANS met zijn zoon Geurt, Jan BLEUS van Abswellen, Lam GILISEN van Vrolingen (nr.2), Gijsen GERRITS van Abswellen, Joannes CLAES van Ulbeek, Geurt VOORTMANS Willems zoon, de twee oudste zonen van Joannes LYCOPS: Herman en Lambert. Alle voornoemden waren ook aanwezig ten huize van Arnold VOORTMANS.

 

                                                   R. de BELLEFROID, secretaris.

 

 

 

Uittreksel uit de bekentenis van Tilman VANDERMEER sub litt. AAtc \l2 "Uittreksel uit de bekentenis van Tilman VANDERMEER sub litt. AA, bestemd voor het rechtsgeding aangespannen door de heer L.G. HOLLANDERS, drossaard, tegen Guiliam GILIS of GILISEN, vertoond de 14.07.1774 om 12 uur 's middags.

 

Uittreksel uit de bekentenis van Tilman VANDERMEER, uit de criminele protocolle der justitie Wellen, waarin ondermeer het volgende staat:

 

18. Op het 18° artikel bekent hij ongeveer 2 ą 3 jaar geleden door Tilman SWENNEN aangezocht te zijn om het stift te Munsterbilzen te gaan plunderen. Zelf heeft hij dan zijn voornoemde medeplichtigen en ook Joannes VANMUYSEN gevraagd om mee te doen. Dit toen zij de woning van Guilliam LUSSUS te Wellen verlieten. Verder bekent hij dat eveneens tot dit komplot gehoorden: Willem RAEMAEKERS uit het Broek te Wellen, Adam BUNTIENS van Wellerbosch, Paulus WEYERS van Langenakker onder Wellen, Herman LYCOPS de zoon van Jan LYCOPS, die naar zijn zeggen ook voorweet had van de brandbrieven, Francis STEVENS van Russelt onder Wellen, Peter STAS die op Den Blijden Hoek te Wellen woont en lid is van de bende der bokkerijders. Hij weet dit omdat hij 1 jaar geleden met hem meegegaan is naar Valkenburg, om te zien of hij van deze bende geen geld kon bekomen. Verder nog Francis ARCKENS van Russelt onder Wellen die met hem en Tilman SWENNEN bij Guilliam LUSSUS te Wellen hierover gekomplotteerd heeft. Ook Gijsen GERRITS van Abswellen alias Spengijsen, Lam GILISEN van Vrolingen (litt. AA), Jan BLEUS van Vrolingen die gehuwd is met Anna Maria PUT, Bartel GIELEN van Vrolingen en diens zoon Arnold van Kerniel. Hij bekent dat alle voornoemden betrokken waren bij het komplot om het kapittel van Munsterbilzen te plunderen, evenals Joannes CLAES van Ulbeek en Henrick SCHOOFS, de man van Anna DEVRIES, die nabij de Lievenhereboom te Kortessem woont. Deze laatste is de overste van de bende en heeft het bevel gegeven van voornoemd kapittel te plunderen.


 

Op het 22° artikel bekent hij 1 jaar geleden nog gekomplotteerd te hebben met Joannes LYCOPS, Tilman SWENNEN, Arnold VOORTMANS met zijn zoon Geurt, Francis STEVENS, allen van Wellen, Gijsen GERRITS van Abswellen, Arnold GIELEN van Kerniel en Bartel GIELEN, om Arnold UYTDEBROUCK op den Vosch te Sint-Lambrechts-Herk te gaan bestelen. Daar zijn zij verjaagd geworden door het brouwen..

 

                                                   R. de BELLEFROID, secretaris.

 

 

 

Uittreksel uit de bekentenis van Tilman VANDERMEEREN sub litt. BBtc \l2 "Uittreksel uit de bekentenis van Tilman VANDERMEEREN sub litt. BB, bestemd voor het rechtsgeding aangespannen door de heer L.G. HOLLANDERS, drossaard, tegen Guiliam GILIS of GILISEN, vertoond de 14.07.1774 om 12 uur 's middags.

 

Uittreksel uit de bekentenis van Tilman VANDERMEEREN, afgelegd de 31.05.1774 om 3 uur 's namiddags en dezelfde dag bekrachtigd, uit de criminele protocolle der justitie Wellen, waarin ondermeer het volgende staat:

 

Op heden de 31.05.1774 om 3 uur 's namiddags is voor ons, schepenen der justitie Wellen, in buitengewone vergadering bijeen in de leenzaal te Munsterbilzen, verschenen: Tilman VANDERMEEREN, vrij van ketenen en boeien, gedagvaard door de heer Joannes NEVEN ut refert.

Wij hebben de gevangene de bekentenissen voorgelezen die hij gisteren voor ons afgelegd heeft. Hij is erbij gebleven, behalve dat hij op het 2° artikel Joannes VANMUYSEN uit gramschap beschuldigd heeft van de brandbrief geschreven te hebben die aan het huis van Jan CORFS gelegd is eer het afgebrand is. Uit zijn vrije wil bekent hij nu dat deze geschreven is door Joannes LYCOPS in "De Pluim". Waren hierbij aanwezig: hij zelf, Tilman SWENNEN en Arnold VOORTMANS. De brief, die daar 's avonds in hun aanwezigheid geschreven is, werd rond 3 of 4 uur 's morgens door Arnold VOORTMANS voor de deur van Jan CORFS gelegd, terwijl hij zelf, Tilman SWENNEN en Joannes LYCOPS op wacht stonden, samen met Joannes CLAES van Ulbeek en Lam GILISEN van Vrolingen, die toen ook samen met hen gekomplotteerd hadden over het schrijven en leggen van brandbrieven en met hen meegegaan zijn en op wacht gestaan hebben.

Verder bekent hij op hetzelfde artikel dat bij het schrijven van de 2 brandbrieven die gelegd zijn aan het huis van Jan CORFS na dat het afgebrand was, nog aanwezig waren en bij het komplot betrokken: Gijsen GERRITS van Abswellen en Lam GILISEN van Vrolingen (litt. BB). De eerste van deze brieven heeft Lam GILISEN gelegd en gedragen aan dit huis van Jan CORFS rond 11 uur 's avonds. Stonden toen op wacht: hij zelf, Tilman SWENNEN, Joannes CLAES van Ulbeek, Gijsen GERRITS van Abswellen, Arnold VOORTMANS met zijn zoon Geurt en Jan LYCOPS.

Verder bekent hij dat de 2° brief, waarvan hij gisteren zegde dat hij hem zelf gedragen had, in feite gedragen en gelegd is door Herman LYCOPS de zoon van Joannes LYCOPS. Stonden toen op wacht: hij zelf, Tilman SWENNEN, Joannes LYCOPS, Arnold VOORTMANS met zijn zoon Geurt, Gijsen GERRITS voornoemd, Lam GILISEN van Vrolingen en Joannes CLAES van Ulbeek. Deze brief werd door Herman LYCOPS aan het klinksnoer van de deur gebonden, naar hij hem zelf gezegd heeft.

                                                                           

                                                   R. de BELLEFROID, secretaris.

 

 

 

Uittreksel uit de bekentenis van Arnold VOORTMANStc \l2 "Uittreksel uit de bekentenis van Arnold VOORTMANS sub litt. A, B, C en D, bestemd voor het rechtsgeding aangespannen door de heer L.G. HOLLANDERS, drossaard, tegen Guiliam GILIS, gevangene, vertoond de 14.07.1774 om 12 uur 's middags.

 

Uittreksel uit de bekentenis van Arnold VOORTMANS, terechtgestelde, afgelegd de 09.07.1774 om halfvier 's namiddags en bekrachtigd de 11° juli om 8 uur 's morgens, uit de criminele protocolle der justitie Wellen, waarin ondermeer het volgende staat:

 


 

Op het 5° artikel bekent hij zelf op wacht gestaan te hebben toen het huis van Jan CORFS in brand gestoken is, samen met Tilman SWENNEN, Hubert MOTMANS, Jan DE PIERRE, Joannes en Hubert CLAES, Lam GILISEN (litt. A), Peter VUEGEN van Russelt, Tilman SWENNEN, Joannes LYCOPS en diens zoon Herman.

 

Litt. B. Op het 8° artikel bekent hij dat hij met zijn medeplichtigen gekomplotteerd heeft van de winning van de weduwe van Wouter SWENNEN af te branden, alsook het huis van Jan CORFS voor de 2° keer, omdat zij het bij de brandbrieven geeiste geld niet gelegd hadden.

 

Litt. C. Op het 14° artikel bekent hij dat hij en zijn medeplichtigen, toen zij 5 jaar geleden gekomplotteerd hebben in het Schijtenrootveld, daar de eed afgelegd hebben van elkaar trouw te zijn en niet te verklikken.

 

Litt. D. Op het 28° artikel bekent hij als leden van deze bende te kennen: Tilman SWENNEN, Joannes CLAES en Haub CLAES van Ulbeek, Mathijs MARTENS van Ulbeek, Francis STEVENS van Russelt, Peter VUEGEN van Russelt, Tilman VANDERMEEREN, Henrick ROBBEN van Bos, Gijsen CREETEN van Bos, Jan DE PIERRE van Russelt, Joannes LYCOPS, Lam GILISEN van Vrolingen....

 

                                                   R. de BELLEFROID, secretaris.

 

 

 

Confrontatietc \l2 "Confrontatie van Lam GILIS of GILISEN, gevangene, met Tilman VANDERMEEREN en Arnold VOORTMANS, terechtgestelden, en met Tilman SWENNEN, gevangene, gehouden de 16.07.1774 om 10 uur 's morgens.

 

Op heden de 16.07.1774 om 10 uur 's voormiddags is voor ons, schepenen der justitie Wellen, in buitengewone vergadering bijeen in de leenzaal te Munsterbilzen, verschenen: Guillam GILIS, gevangene, vrij van ketenen en boeien, gedagvaard door de heer BERDEN, schepen ut refert, om geconfronteerd te worden met de bekentenissen van Tilman VANDERMEEREN en Arnold VOORTMANS, terechtgestelden en met deze van Tilman SWENNEN, gevangene.

Wij hebben hem zijn antwoorden op de artikelen examinatoirs voorgelezen. Hij is erbij gebleven, behalve dat hij aan zijn antwoord op het 1° artikel toevoegt dat hij de in wandeling soms ook Lam GILIS of GILISEN of Lam THEUNIS genoemd wordt.

Dan hebben wij hem gevraagd of hij de terechtgestelden Arnold VOORTMANS en Tilman VANDERMEEREN en de gevangene Tilman SWENNEN goed kent of gekend heeft en of hij iets tegen hen wist in te brengen. Hij heeft geantwoord Tilman SWENNEN goed te kennen maar de anderen niet gekend te hebben. Dat hij evenwel helemaal niets tegen hen heeft in te brengen.

 

1.       Na voorlezing van het 1° artikel probatoir met de bekentenis van Arnold VOORTMANS sub litt. C en D, heeft hij dit ontkend.

 

2.       Na voorlezing van het 2° artikel met de bekentenis van Arnold VOORTMANS sub litt. B, heeft hij dit ontkend.

 


 

3.       Na voorlezing van het 3° artikel met de bekentenis van Arnold VOORTMANS sub litt. A, heeft hij dit ontkend. Tot staving hiervan zegt hij de 3° november te Hasselt geweest te zijn bij zijn neef Guillam VANRUSSELT in het Dorp te Hasselt. Daar is hij ziek geworden en hij is er gebleven tot de 9° november 's morgens. Met veel moeite is hij dan tot bij Arnold AMERICA te Wimmertingen geraakt, waar hij 's middags aangekomen is en gebleven is tot 's anderendaags 's morgens zonder weg te gaan, omwille van zijn onpasselijkheid. Waaruit blijkt dat hij aan het huis van Jan CORFS niet op wacht heeft kunnen staan.

 

4.       Wij hebben hem het 4° artikel voorgelezen met de bekentenis van Tilman SWENNEN sub nr. 2. Hij heeft dit ontkend.

 

5 en 6. Wij hebben hem het 5° en het 6° artikel voorgelezen, met de bekentenis van Tilman VANDERMEEREN sub litt. BB. Hij heeft dit alles ontkend.

 

7, 8 en 9. Wij hebben hem het 7°, het 8° en het 9° artikel voorgelezen met de bekentenis van Tilman VANDERMEEREN sub litt. AA. Hij heeft dit ontkend.

 

Na voorlezing is hij bij zijn antwoorden gebleven en heeft ze ondertekend met een kruisje, zijnde het handteken van Guillam GILIS of GILISEN, die niet kan schrijven.

 

J. F. BERDEN, schepen.                                                                             F. CLAESEN, schepen.

 

 

 

[Verklaring van Arnold AMERICAtc \l2 "Verklaring van Arnold AMERICA]

 

Afschrift van de notariėle verklaring afgelegd door Arnold AMERICA in het rechtsgeding tegen Guiliam GILIS, gevangene, bestemd voor de heer HOLLANDERS, drossaard, vertoond de 19.07.1774 om 4 uur 's namiddags.

 

Deze 17.07.1774 is voor mij ondergetekende, openbaar notaris te Alken, land van Luik, in aanwezigheid van de verder genoemde geloofwaardige getuigen, persoonlijk verschenen de eerzame Arnold AMERICA van Wimmertingen, ongeveer 48 jaar oud, opgeroepen door de heer L.G. HOLLANDERS, drossaard der vrijheerlijkheid Wellen. Zonder door iemand beinvloed te zijn, doch enkel omwille van de gerechtigheid en de eerlijke waarheid, heeft hij verklaard en bevestigd dat Guilliam GILIS, thans gevangen te Munsterbilzen, de 10.11.1773 zijn woning binnengekomen is en ook in verschillende andere huizen te Wimmertingen verbleven heeft tot de 12° november, zonder dat hij precies kan zeggen waar hij gelogeerd heeft. Hij weet nochtans met zekerheid dat hij aan voornoemde GILIS een hoeveelheid vlees van een koe gegeven heeft, dat niet meer verkoopbaar was, wanneer de vrouw van de gevangene deze is komen halen. Hij meent dat dit op een zaterdag was.

Verder verklaart de declarant dat toen het huis van Jan CORFS te Russelt afgebrand is, hij samen met zijn broer Peter AMERICA en diens vrouw op de steenweg te Wimmertingen gestaan hebben, zonder dat de gevangene Guiliam GILIS toen te Wimmertingen was.

De declarant belooft deze verklaring te bekrachtigen en te bevestigen zo dikwijls hij hiertoe verzocht zal worden door enige bevoegde heer of rechter.

Hij heeft hierover in mijn handen behoorlijk stipulatie gedaan op dag en datum als boven, ten huize van de chirurgijn PRIJS, staande naast de kerk te Alken in het dorp. Waren hierbij aanwezig: voornoemde chirurgijn PRIJS en juffrouw Maria Elisabeth PRIJS, hiertoe speciaal als getuigen opgeroepen. Zij hebben samen met de declarant en met mij, notaris, de minuut van deze akte eigenhandig ondertekend.

 

Voor echt verklaard:

 

                                                   J.A. PRIJS, openbaar notaris ...

 

 

 


 

[Confrontatietc \l2 "Confrontatie]

 

Uittreksel uit de confrontatie van Guill. GILIS met de notariėle verklaring van Arn. AMERICA, het uittreksel uit de bekentenis van Herman LYCOPS en met Tilman SWENNEN over het 4° artikel, vertoond de 19.07.1774 om 4 uur 's namiddags.

 

Op heden de 19.07.1774 om 3 uur 's namiddags is voor ons, schepenen der justitie Wellen, in buitengewone vergadering bijeen in het achterkamertje van de koetsier te Munsterbilzen, verschenen: Lam GILIS, vrij van ketenen en boeien, gedagvaard om te worden geconfronteerd met de verklaring van Arnold AMERICA van Wimmertingen, een uittreksel uit de bekentenis van Herman LYCOPS en met Tilman SWENNEN over het 4° artikel probatoir. Deze laatste is hier eveneens aanwezig, vrij van ketenen en boeien, gedagvaard door de heer J. NEVEN, schepen ut refert.

Wij hebben Lam GILIS gevraagd of hij iets wist in te brengen tegen Arnold AMERICA, Herman LYCOPS en Tilman SWENNEN en of hij hen goed kent. Hij heeft geantwoord hen goed te kennen en niets tegen hen te kunnen inbrengen.

Dan hebben wij hem de notariėle akte met de verklaring van Arnold AMERICA sub litt. C en het uittreksel uit de bekentenis van Herman LYCOPS sub litt. B voorgelezen en verder deze van Tilman SWENNEN inzake het artikel probatoir nr. 4. Lam GILIS heeft alles ontkend en Tilman SWENNEN is bij zijn verklaring gebleven en heeft gezegd dat hij Lam GILIS, toen het huis van Jan CORFS afgebrand is, heeft zien staan in de moeshof aldaar.

En zij hebben dit ondertekend.

Getekend: een kruisje, zijnde het handteken van Tilman SWENNEN die niet kan schrijven.

een kruisje, zijnde het handteken van Lam GILIS die niet kan schrijven.

 

J. F. BERDEN.                               C. R. MONFORT, schepen.                                 F. CLAESEN.

                                                      Voor eensluidend afschrift:

                                                         F. CLAESEN, schepen.

 

 

 

Buitengewone genachte van de 19.07.1774 om halfnegen 's avonds.

 

Recharge in het rechtsgeding aangespannen door de heer HOLLANDERS, drossaard der vrijheerlijkheid Wellen, tegen Lam GILIS of GILISEN, gevangene.

 

Wij leenmannen van de edele en soevereine leenzaal van Munsterbilzen, op aanmaning van de erentfeste heer stadhouder, na inzage der akten voor ons nedergerecht Wellen opgewassen en heden aan ons overgemaakt, leren en rechargeren aan de schepenen van dit nedergerecht van, zich voegend op hun gebruikelijke rechterstoel en aldaar recht doende, voornoemde gevangene te verwijzen tot de scherpe examinatie gedurende 3 uur in de kleine graad en, zo nodig, gedurende 1 uur in de hoge graad, over de eerste zes artikelen probatoirs, u de 14° van deze maand overgemaakt. Dit ten overstaan van een ervaren doctor in de medicijnen.

 

                                                       Actum in judicio ut supra.

                                                       M. S. NIJPELS, secretaris.

 

 

 

Decreet tot tortuurtc \l2 "Decreet tot tortuur tegen Lam GILIS.

 

Vergadering van 20.07.1774 om 6 uur 's morgens.

 


 

 

Artikelen van scherpe examinatietc \l2 "Artikelen van scherpe examinatie, ingediend door de heer L.G. HOLLANDERS, drossaard, tegen Guiliam GILIS of GILISEN, gevangene, vertoond de 21.07.1774 om 5 uur 's morgens.

 

Achtbare heren,

 

De heer L.G. HOLLANDERS, drossaard dezer vrijheerlijkheid Wellen, handelend als onderzoeksrechter tegen Guiliam GILIS of GILISEN, gevangene, dient, ingevolge uw bij recharge getroffen decreet tot scherpe examinatie van de 20.07.1774, zonder enige prejudicie en onder de ter akten gereserveerde clausulen, protestatiėn en reserven, de volgende artikelen van scherpe examinatie in.

Hij verzoekt u de gevangene, na hem eerst aangemaand te hebben van liever de waarheid te bekennen dan de pijnen der tortuur te doorstaan, zowel buiten als tijdens de toepassing ervan, hierover zorgvuldig te verhoren. Wanneer de aard van zijn antwoorden het vereist, zult u hem ambtshalve bijkomende inlichtingen vragen.

 

1.       Hebt gij, Guiliam GILIS, niet samen met anderen gekomplotteerd over het schrijven en leggen der brandbrieven, evenals van alle huizen en winningen af te branden van degenen die het bij de brandbrieven geeiste geld niet zouden leggen? Waar, in wiens aanwezigheid? Wie had er kennis en voorweet van?

 

2.       Hebt gij niet op wacht gestaan toen het huis of de mijt van Jan CORFS in brand gestoken is? Wie heeft het vuur aangesto ken en wie stond er nog op wacht?

 

3.       Zijt gij niet aanwezig geweest wanneer er brandbrieven geschreven zijn? Waar en door wie? Aan welke huizen zijn ze gelegd? Door wie? Wie stond er op wacht?

 

4.       Behoort gij niet tot de bende van Overmaas of Valkenburg? Hebt gij bij die bende geen eed afgelegd? Uit welke woorden of ceremoniėn bestond deze eed? Op wiens verzoek en in wiens aanwezigheid hebt gij hem afgelegd? Welke leden van deze bende kent gij nog?

 

5.       Welke diefstallen hebt gij met deze bende gepleegd of welke hebt gij gekomplotteerd? Waar, met wie en in wiens bijzijn?

 

                                                  Caetera suppleant d. d. industria.

                                                       L. G. HOLLANDERS qqu.

 

 

 

Bekentenistc \l2 "Bekentenis van Guillam GILIS, gevangene, op de artikelen van scherpe examinatie, vertoond de 21.07.1774 om 5 uur 's morgens, vertoond de 24.07.1774.

 

Op heden de 21.07.1774 om 8 uur 's morgens is voor ons, schepenen der justitie Wellen, in buitengewone vergadering bijeen in 't koetsierskamertje te Munsterbilzen, persoonlijk verschenen: Guiliam GILIS, gevangene.

Wij hebben hem eerst ons decreet tot tortuur van de 20° dezer maand voorgelezen en hem de scherprechter met zijn instrumenten getoond, hem aanmanend van liever de waarheid te bekennen dan hiertoe gedwongen te worden door de pijnen der tortuur. Echter tevergeefs.


 

Dan hebben wij hem in de kleine graad der tortuur gesteld, met de schroefjes op de duimen. Dit ten overstaan van de zeer ervaren dokter BECKERS van Bilzen, die hiertoe de eed afgelegd heeft in handen van de schepenen. De gevangene was gedagvaard door de heer C.R. MONFORT, schepen ut refert.

 

kantschrift: de gevangene is in de pijn gesteld om kwart na acht uur 's morgens precies, met de kleine schroefjes.

 

kantschrift: N.B. om vijf minuten na elf uur is hij uit de pijn gesteld. Hij is op de hoge graad der tortuur gesteld om halfeen en zes minuten later weer uit de pijn gesteld.

 

1.       Hebt gij, Guiliam GILIS, niet samen met anderen gekomplotteerd over het schrijven en leggen der brandbrieven, evenals van alle huizen en winningen af te branden van degenen die het bij de brandbrieven geeiste geld niet zouden leggen? Waar, in wiens aanwezigheid? Wie had er kennis en voorweet van?

 

Op het 1ste artikel bekent hij gekomplotteerd te hebben over het schrijven en leggen der brandbrieven ten huize van Tilman VELKENIERS te Vrolingen rond de maand april laatstleden. Waren daar aanwezig en hebben meegekomplotteerd: hij zelf, Tilman VALCKENIERS, Joseph OUDEBROECKX met de slechte ogen, allen van Vrolingen, Gilis BLEUS, Henricus FRISSON, Henricus COX in de wandeling Somsebilleken genoemd, Bartel GIELEN, Mathijs LAMOTTE, een rosse met één oog genaamd Jan MOELS, Daniel FOURIER die aan de kapel woont, Lowis LATETTE, allen van Vrolingen. Daar hebben zij onder elkaar gekomplotteerd dat Joseph AUDEBROUCKX een brandbrief zou schrijven, die hij toen ook geschreven heeft, om te leggen aan de winning van een zekere WOUTERS aan "het Raemen" te Ulbeek. Deze is er dezelfde avond door Somsebilleken en Gilis BLEUS gelegd.

Hij weet dit omdat hij rond 10 uur 's avonds hen met de brief heeft zien weggaan. Dan zijn zij de ene na de andere vertrokken, na nochtans vooraf de eed van trouw afgelegd te te hebben. Deze bestond uit de volgende of soortgelijke woorden: "Ik zweer god af en de duivel aan en ik smijt god onder de voeten". Verder hebben zij onder elkaar gezworen van het huis van voornoemde WOUTERS te Ulbeek af te branden, ingeval hij het bij de brandbrief geeiste geld niet binnen de 48 uur zou leggen. Dit voornemen is niet uitgevoerd geworden, omdat er aan dit huis schildwachten stonden. Hij bekent nochtans dat hij met al zijn medeplichtigen 2 dagen later met dit doel naar voornoemd huis gegaan is met de lonten, klaargemaakt in de woning van Tilman VALCKENEERS. Deze lonten waren gemaakt van oude vodden en "werck" door Somsebilleken, Mathijs LAMOT en Henrick FRISSON. Hiermee moesten zij het vuur steken in het stro in de schuur langs de poort van voornoemd huis van WOUTERS te Ulbeek. Daartoe zijn zij allen samengekomen bij Tilman VALCKENEERS rond 8 uur 's avonds. Hij voegt hier aan toe dat het bij de brandbrief geeiste geld gelegd moest worden niet ver van het kapelletje buiten Ulbeek, langs de weg naar Oetersloven, waar een "hagemeike" naast een kuil gestoken was. Deze kuil was gemaakt door Mathijs LAMOT met een metserstruweel die hij met dit doel bij hem thuis zelf aan Mathijs LAMOTTE gegeven had, in aanwezigheid van Hendrik COX alias Somsebilleken. Deze laatste is meegegaan om de kuil te maken.


 

Hij bekent uit zijn vrije wil dat hij en al zijn voornoemde medeplichtigen 5 of 6 dagen later samengekomen zijn ten huize van Bartel GIELEN van Vrolingen. Daar hebben zij weer gekomplotteerd van nog een brandbrief te schrijven. Deze is toen weer door Joseph UYDEBROUCKX geschreven en volgens afspraak gelegd aan het reeds eerder genoemd huis van WOUTERS te Ulbeek door Bartel GIELEN en Jan MOELS. Hij weet niet waar de brief en het geeiste geld gelegd moesten worden en ook niet of de brief gevonden is. Hij denkt dat deze rond 7 of 8 uur 's avonds gelegd is, waarna Bartel GIELEN en Jan MOELS teruggekomen zijn, zeggend dat zij de brief daar aan het huis neergeworpen hadden, omdat er wachtposten stonden en zij geen middel zagen om het huis in brand te steken. Zij hadden nochtans de lonten bij die gemaakt waren door Daniel FOURIER, Mathijs LAMOTTE, Somsebilleken en Gilis BLEUS en waarvoor Bartel GIELEN, Hendrick FRISSON en Gilis BLEUS vodden en het "werck" gegeven hadden.

Hij bekent dat er toen gekomplotteerd is van dezelfde avond rond 10 uur er allen samen opnieuw naar toe te gaan, hopend dat de mensen die aan het huis WAUTERS op wacht stonden, vertrokken zouden zijn of gaan slapen en dat zij dan de woning zouden kunnen in brand steken. Dan zijn zij allen samen, zonder enige uitzondering, naar dit huis gegaan, maar zij zijn moeten terugkeren zonder dat zij hun voornemen hadden kunnen uitvoeren.

Verder bekent hij dat Daniel FOURI, Hendrick FRISSON en Mathijs LAMOTTE elk een lont hadden om het vuur aan te steken. Hij voegt hier aan toe dat Bartel GIELEN en Jan MOELS, toen zij de brief gingen leggen, hun lonten reeds aangestoken hadden met de tondeldoos. Toen zij merkten dat zij het huis niet in brand konden steken, hebben zij ze uitgetrapt en weggeworpen.

Verder bekent hij dat Hubert LOYAERS van Vrolingen zowel ten huize van Tilman VELCKENEERS als ten huize van Bartel GIELEN met hen meegekomplotteerd heeft over het schrijven en leggen van brandbrieven en zelfs met hen meegegaan is om het huis van Jan WAUTERS te Ulbeek in brand te steken.

 

kantschrift: N.B. Hubert LOYAERTS is tijdens de bekrachtiging herroepen.

Verder bekent hij gekomplotteerd te hebben ten huize van Arnold VOORTMANS te Russelt, met Arnold VOORTMANS zelf en diens zoon, Tilman VANDERMEEREN, Francis STEVENS, Geurt VOORTMANS Willems zoon, ongeveer 2 jaar geleden in de lente. Er werd besloten een brandbrief te schrijven en te leggen aan het huis van Jan CORFS te Russelt. Deze is er ook daadwerkelijk gelegd geworden door Arnold VOORTMANS en Tilman VANDERMEEREN. Hij weet dit omdat hij en de andere voornoemden 's anderendaags rond 8 uur 's avonds samengekomen zijn in het Schijtenrootveld, om zich te beraden en nog meer brandbrieven te schrijven. Toen heeft hij uit de mond van Arnold VOORTMANS vernomen dat deze brandbrief gelegd was. Hij voegt hier aan toe dat ook Joannes CLAES die hier gevangen zit, daarbij aanwezig was en tot het komplot behoorde.

 

2.       Hebt gij niet op wacht gestaan toen het huis of de mijt van Jan CORFS in brand gestoken is? Wie heeft het vuur aangestoken en wie stond er nog op wacht?

 

Op het 2° artikel verklaart hij op wacht gestaan te hebben toen de korenmijt naast het huis van Jan CORFS in brand gestoken is. Hij stond in het midden van de straat, samen met Geurt VOORTMANS Willems zoon, Francis STEVENS, Gilis "den buter", Hendrick ROEBBEN, Tilman VANDERMEEREN, Arnold VOORTMANS, Hubert CLAES van Ulbeek, Tilman SWENNEN, Joannes LYCOPS en Joannes CLAES van Ulbeek.

 

3.       Zijt gij niet aanwezig geweest wanneer er brandbrieven geschreven zijn? Waar en door wie? Aan welke huizen zijn ze gelegd? Door wie? Wie stond er op wacht?

 

Het 3° artikel is reeds beantwoord.

 

4.       Behoort gij niet tot de bende van Overmaas of Valkenburg? Hebt gij bij die bende geen eed afgelegd? Uit welke woorden of ceremoniėn bestond deze eed? Op wiens verzoek en in wiens aanwezigheid hebt gij hem afgelegd? Welke leden van deze bende kent gij nog?

 

Op het 4° artikel bekent hij lid te zijn van de bende der bokkerijders of van Valkenburg en onder hen de volgende eed afgelegd te hebben: "Ik zweer god af en de duivel aan", waarna hij het kruisbeeld vertrapt en bespuwd heeft. Dit gebeurde aan een kapel, 2 uur van Maastricht gelegen, waar hij naartoe gebracht was door Bartel GIELEN van Vrolingen.


 

kantschrift: N.B. toen de gevangene deze eed afgelegd heeft, heeft hij ongeveer 12 gulden gekregen van Bartel GIELEN. Deze heeft toen deze eed ook afgelegd, evenals Hendrick COX alias Somsebilleken, Hendrick en Gilis BLEUS, Mathijs LAMOT, Hendrick FRISSON, Daniel FOURIER, Jan MOELS, Joseph UYTENBROECK, Engel ENGELEN, allen van Vrolingen, Lina GOLPES alias VAN ANDROYE, Peter DEVRIES van Abswellen, Hubert LOYAERTS van Vrolingen en Lowis LETETTE van Vrolingen.

 

kantschrift: N.B. Engel ENGELEN en Lina GOLPES zijn herroepen tijdens de bekrachtiging, evenals Hubert LOYAERTS.

 

Verder bekent hij ongeveer 15 jaar geleden in de "schoub" te Hasselt, waar hij aan het witten was, een lade te hebben opengetrokken, waaruit hij 15 stuivers gehaald heeft.

Hij bekent jaren geleden nog ongeveer 3 pond lood uit de "builkiste" te Hasselt gestolen te hebben.

Verder bekent hij dat hij ongeveer 2 jaar geleden het huis van Joannes SCHOEBBEN heeft helpen bestelen, niet ver van het "godtske" bij de slagmolen, onder de jurisdictie van Hasselt gelegen. Hij was toen vergezeld van Somsebilleken, Lenaert GUTSCHOVEN alias het zwart leentje van Hasselt, Nol MOESEN alias Flix van Hasselt, een schaliedekker die werkt bij Jacobus PRAEGH alias Jacobus de leugenaar, Mathijs VAN BILSEN van Hasselt, een wever van beroep, die allen achter de molen te Hasselt wonen. Ook nog van een man die te Hasselt woont en die zij in de wandeling "den boer wolf" of "beer" noemden. Zij zijn er ingebroken door een lemen wand naast de deur van het voorhuis en hebben er linnen, tinnen schotels en ongeveer 3O gulden aan geld gestolen. Voor zijn part heeft hij ongeveer 8 gulden gekregen.

Verder bekent hij nog 13 of 14 jaar geleden met zijn medeplichtigen ingebroken te zijn in het huis van Hendrick WANTEN te Schakkebroek onder Herk-de-Stad. Toen was hij vergezeld door het zwart leentje van Hasselt, Mathijs VAN BILSEN van Hasselt, Arnold MOESEN van Hasselt, Jacobus CEUX een peperkoekleurder van Hasselt,

 

kantschrift: N.B. Jacobus CEUX is herroepen tijdens de ratificatie.

 

een man die "mijnheer den boer" genoemd werd en toen woonde in de eerste winning aan de andere kant van de beek, wanneer men van het blokhuis naar het Vossenkot gaat, waar nu de eerste brug over de beek ligt. Hij denkt dat deze nu te Herk-de-Stad woont. Hij heeft bruin, plat haar, is ongeveer 5 voet en 5 duim lang, bruin en bleek van opzicht, mager van gezicht en lichaam. Ook nog door iemand die aan deze kant van de oude beek woont, in een klein huisje, bijna tegenover de winning waar "mijnheer den boer" gewoond heeft. En door nog enkele vreemden, die hij niet kent. Het komplot is gesmeed te Hasselt, bij het zwart Lenaerken. Zij hebben zich samen naar het bewuste huis begeven, waar zij een zekere DROOGEN van Stevoort ontmoet hebben, die in de straat woont die van Stevoort naar de kapel van Sinte Appolonia leidt. Deze is met hen teruggegaan naar voornoemd huis, want hij was op de hoogte van het komplot. Intussen waren zijn medeplichtigen reeds in het huis, terwijl hij zelf zijn behoeften deed achter de schuur. Hij heeft wel gehoord dat er gestoten en geklopt werd, terwijl de mensen binnen om hulp riepen. Zijn medeplichtigen hebben hen erg mishandeld, gebonden en geslagen, terwijl hij de wacht hield aan de deur, de reeds genoemde DROOGEN met 3 man van Hasselt in het voorhuis en 3 vreemden in de warmoeshof aan de achterkant van het huis. Zij hebben er klederen, linnen en geld gestolen, maar hij kan niet zeggen voor welke waarde, omdat de vreemden alles meegenomen hebben en hem enkel 1 dukaat gegeven.

Verder bekent hij ten huize van Lenaert GUTSCHOVEN alias het zwart leenje achter de molen te Hasselt, gekomplotteerd te hebben samen met voornoemd zwart leentje, den boer, Nol MOESEN alias Flix, Mathijs VAN BILSEN en Jacobus CEUX die met peperkoek leurt,

 

kantschrift: N.B. Jacobus CEUX heeft hij herroepen tijdens de ratificatie.


 

nog een werkman die te Stevoort woont, langs de weg van het Dorp te Stevoort naar de kapel van Sinte Appolonia, een zekere DROOGEN van Stevoort en nog ongeveer 16 onbekenden, gekleed met witte en blauwe kielen, die hij aangetroffen heeft aan het huis of de winning van Canis te Stevoort. Toen hebben zij onder elkaar gekomplotteerd van het huis van Jan NADONG te bestelen. Zij hebben er de deur opengebroken en gestoten met een ijzeren haak die de anderen bij hadden. Daar hebben zij tin, koper, linnen, geld en allerlei huismeubels gestolen. Van deze diefstal heeft hij voor zijn deel ongeveer 7 gulden gehad. De reeds eerder genoemde "mijnheer de boer", die op een winning aan de beek te Berbroek woont, was toen ook bij hen.

 

[Ratificatietc \l2 "Ratificatie]

 

Op heden de 22.07.1774 om halfzeven 's avonds is voor ons, schepenen der justitie Wellen, in buitengewone vergadering bijeen in het poorthuis te Munsterbilzen, verschenen: Lam GILIS, vrij van ketenen en boeien. Wij hebben hem zijn bovenstaande bekentenis voorgelezen. Hubert LOYARTS, Jacobs CEUX, Engel ENGELEN en Lina GOLPES heeft hij herroepen, verklarend dat zij bij zijn weten nergens schuldig aan zijn. De rest van zijn bekentenis heeft hij op alle punten bevestigd en onder een plechtige eed, afgelegd in handen van onze collega BERDEN, bekend dat het de oprechte waarheid is. Hij heeft dit eigenhandig ondertekend met een kruisje, zijnde het handteken van Lam GILIS, die niet kan schrijven.

 

J.F. BERDEN, schepen.                                                                              F. CLAESEN, schepen.

 

 

 

[Recharge tot vonnistc \l2 "Recharge tot vonnis]

 

Buitengewone genachte van de 25.07.1774 om halftien 's morgens.

 

Recharge in het rechtsgeding aangespannen door de heer HOLLANDERS tegen Lam GIlIS of GILISEN, gevangene.

 

Wij leenmannen van de edele en soevereine leenzaal van Munsterbilzen, op aanmaning van de erentfeste heer stadhouder, na inzage der akten tussen de partijen opgewassen en ons heden overgemaakt, leren en rechargeren aan de schepenen van ons nedergerecht Wellen van, zich voegend op hun gebruikelijke rechterstoel en aldaar recht doende, te wijzen de heer officier wel gefundeerd om de persoon van Lam GILIS of GILISEN te doen brengen naar de plaats van supplicie en hem daar, gewurgd aan een staak, tot as te doen verbranden, anderen tot spiegel en exempel.

 

                                                       Actum in judicio ut supra.

                                                       M. S. NIJPELS, secretaris.

 

 

 

Nadere bekentenistc \l2 "Nadere bekentenis van Guillam GILIS.

 

Op heden de 30.07.1774 hebben wij BERDEN en NEVEN, beiden schepenen der justitie Wellen, ons begeven naar de moutkamer te Munsterbilzen. Daar is voor ons verschenen: Lam GILISSEN, gevangene, vrij van ketenen en boeien.

Ter ontlasting van zijn geweten heeft hij bekend dat hij en Lenart GUTSCHOVEN, alias het zwart leentje, 12 ą 13 jaar geleden achter het klooster van de zusters te Hasselt een viskist gestolen hebben.

Verder bekent hij rond dezelfde tijd samen met voornoemde nog een viskist gestolen te hebben aan de molen te Hasselt.


 

Verder bekent hij 12 ą 13 jaar geleden, aangevoerd door Arnold MOESEN, alias Nol Flix, en Mathijs VAN BILSEN, die beiden achter de molen te Hasselt wonen, te "ter Stegen" te Kermt een reservoir of viskuil bestolen en met de "waye" afgevist te hebben.

Rond dezelfde tijd hebben hij en Arnold MOESEN, alias Nol Flix, een soort vijver aan de andere kant van Wimmertingen, aan een kapel in de richting van Hasselt, bestolen en leeggevist.

Hij bekent dat hij en het zwart leentje rond dezelfde tijd enige "aberdaen" en stokvis gestolen hebben uit een kuip aan het klooster van de zusters te Hasselt. Zij waren er langs achter door de beek binnengedrongen.

Hij bekent 12 ą 13 jaar geleden samen met het zwart leentje en Gaspar LUS van Hasselt, nog een wijer bestolen te hebben gelegen nabij het "bookmeuleken" te Hasselt en eigendom van VANDERSTRAETEN.

Omdat dit de oprechte waarheid is, heeft hij het onder een in onze handen afgelegde eed bevestigd en eigenhandig ondertekend met een kruisje, zijnde het handteken van Lam GILISEN, die niet kan schrijven.

 

H. NEVEN, schepen.                                                                                 J.F. BERDEN, schepen.

 

 

 

[Terechtstellingtc \l2 "Terechtstelling]

 

Aantekeningen over Wellen door G.H. VANDENBROUCK.

 

Op de 1° augustus 1774 is het paardevolk der boeren naar Munsterbilzen gereden om de terechtstelling bij te wonen. Op die dag zijn terechtgesteld: Joannes LYCOPS, Herman LYCOPS, Gijsen GERRITS, Hendrick ROBBEN, Guilliam GILISEN, Jan CLAES. Welke alle zes zijn gewurgd en verbrand. Haub CLAES zijn rechterhand werd afgekapt, waarna hij werd gewurgd en verbrand. Peter STASSEN werd geradbraakt en dan gewurgd, waarna zijn lichaam ten toon gelegd werd op een rad.